De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

a) Bepaal de soort datief. b) Vertaal

Verwante presentaties


Presentatie over: "a) Bepaal de soort datief. b) Vertaal"— Transcript van de presentatie:

1 a) Bepaal de soort datief. b) Vertaal
Oefening 7.9 e a) Bepaal de soort datief. b) Vertaal © Wendy Geerts

2 1. Equo nomen erat Bucephalus.
Het paard droeg (had) de naam Bucephalus. equo : dat. van bezit bij erat

3 2. Sibi novam vestem emere statuit.
2. Hij besloot (voor) zich een nieuw kledingstuk te kopen. sibi : dat. van voor-of nadeel bij wwd. emere

4 3. Non solum mihi sed etiam tibi utile erit.
3. Het zal niet alleen nuttig zijn voor mij, maar ook voor jou. mihi+tibi : dat. van voordeel bij adj. utile

5 4. Quod ceteris difficillimum, Alexandro facillimum erat.
4. Wat aartsmoeilijk was voor de overigen, was doodeenvoudig voor Alexander. ceteris : dat. van nadeel bij adj. difficillimum, Alexandro : dat. van nadeel bij adj. facillimum

6 5. Regi erant duo filii. 5. De koning had twee zonen. regi : dat. van bezit bij erat

7 6. Philippus filio : “Quaere, inquit, tibi aliud regnum.”
6. Philippus zei aan zijn zoon: “Zoek voor jou een ander koninkrijk.” filio : dat. van meew. vwp. bij inquit tibi : dat. van voordeel bij quaere

8 7. Patris verba ei gratissima erant.
7. De woorden van zijn vader waren hem zeer dierbaar. ei : dat. van voordeel bij adj. gratissima

9 8. Hostibus insidias parare coepit.
8. Hij begon een hinderlaag te leggen tegen de vijanden. Hostibus : dat. van nadeel bij wwd parare


Download ppt "a) Bepaal de soort datief. b) Vertaal"

Verwante presentaties


Ads door Google