September 2013 – 5 vwo – van der Capellen ANW - Falsificatie
Lesdoel/lesonderwerp Falsificatie Lesdoel: Leerlingen weten wat falsificatie is en welke rol falsificatie speelt binnen de wetenschap en hoe dit toegepast kan worden.
Herhaling vorige les Wetten en theorieën Deductie Voorspellingen en Inductie verklaringen Feiten verkregen door waarnemingen Goed doorlopen
Helaas, was het maar zo simpel.. Waarnemingen hoeven niet te kloppen, ook al doe je ze zorgvuldig, want . . . 1. Je weet niet wat je niet waarneemt. 2. De waarneming is afhankelijk van de theorie. (M.a.w. :wat je waarneemt hangt af van wat je al weet.) 3. De theorie bepaalt het experiment Als iets zich aan je waarneming onttrekt mis je het ook niet. 2. Wat onbekend is wordt vaak verklaard door iets te zoeken waar het op lijkt. 3. Wat je wil onderzoeken moet je eerst bedacht hebben.
Gelukkig is er de logica, ter controle….. Ook de logica kan echter foute bevindingen opleveren: 1. Met kokend water en een theezakje kun je thee zetten. 2. Dit is kokend water. 3. Zakje er in, nu heb je thee. (Jammer, je zit op 3500m boven N.A.P) Water kookt op 3500 m. N.a.p al bij ongeveer 90 graden. Een ander leuk voorbeeld: 1. geen kat heeft negen staarten. 2. Eén kat heeft één staart meer dan geen kat. 3. Eén kat heeft 10 staarten.
Mogelijke oplossingen (1): waarschijnlijkheden? Dat kan, denk aan kansberekening: in 95% van de gevallen gaat het goed (of fout) Of niet, aan 50% kans dat het goed (of fout) gaat heb je niet veel. Aan ‘soms’ of ‘meestal’ heb je al helemaal niets. Waar ligt de grens tussen waarschijnlijk en onwaarschijnlijk? Dit hangt ook af van de consequenties.
Mogelijke oplossingen (2): Falsificationisme. Echt natuurwetenschappelijke wetten en theorieën zijn daarom zo geformuleerd dat ze falsificeerbaar zijn. D.w.z. ze moeten maar op één manier zijn op te vatten. Geen uitzonderingen toestaan. Staan juist geen waarschijnlijkheden toe.
De praktijk: Wetenschappers werken veel met theorieën waarvan ze weten dat: a: ze onzekerheden bevatten b: niet in alle gevallen opgaan c: niet iedereen het er mee eens is Twijfel zaaien 2.
Karl Popper (1902-1994) Falsificatie Wenen (1902-1937) Nieuw-Zeeland (1937-1946) Engeland (1946-1994) `universeel’ filosoof (weten-schap, politiek, geschiedenis, kennistheorie, ..) 9
Falsificatie `Zoeklicht-theorie’ (Popper) Waarnemingen worden altijd voorafgegaan door verwachtingen, gezichtspunten, vragen, problemen. Deze verlichten – als een zoeklicht, schijnwerper – een bepaald gebied, waardoor de wetenschapper (of een organisme) weet wát hij moet observeren. Licht kan je zicht ook beperken (buiten de luchtbundel)
Wanneer is een theorie gerechtvaardigd? Rechtvaardiging van theorie: Verificatie (wáár bevinden), confirmatie (bevestigen)
Falsificatie Een theorie `verifiëren’ …? Karl Popper: het is té gemakkelijk positieve voorbeelden te verzamelen Marxisten en psychoanalytici zien overal `confirmaties’ Staking: “bewijs voor theorie van klassenstrijd” Freuds Droomtheorie (zie reader) Probleem: geen precieze voorspellingen Vergelijk met horoscoop
Falsificatie - bevestiging In schema 1. als H, dan I 2. I Dus: H 1. Als hypothese (H) waar is, is toetsimplicatie (I) waar 2. I is waar dus: H is waar Inductief juiste redenering Deductief ongeldige redenering: drogreden `Alle zwanen zijn wit’ (theorie, hypothese) 1. als deze theorie waar is, is de volgende zwaan die ik zie, wit 2. de zwaan is wit `Dus: de hypothese is waar’
Falsificatie - weerlegging In schema 1. als H, dan I 2. niet I dus: niet H 1. Als hypothese (H) waar is, is toetsimplicatie (I) waar 2. Maar I is niet waar, dus: H is niet waar Deductief geldige redenering `Alle zwanen zijn wit’ (theorie, hypothese) 1. als deze hypothese waar is, is de volgende zwaan die ik zie, wit 2. de zwaan is zwart Dus: de hypothese is niet waar
Wanneer is een theorie gerechtvaardigd? Rechtvaardiging van theorie: Verificatie (wáár bevinden), confirmatie (bevestigen)
Falsificatie Lord Kelvin (vanaf 1860-er jaren) Afkoelende Aarde. Ouderdom max. 100 miljoen jaar. Latere berekening: ca. 24 miljoen jaar. Te kort voor evolutie. Darwin had geen antwoord, dus Evolutietheorie gefalsifieerd? Darwin had voor zijn evolutie (-theorie) een oude Aarde nodig.
Conclusie Je mag wel stellen dat de definitie van Wetenschap nogal afhankelijk is van wat je weet, maar ook van de tijd en de plaats waarin je leeft. Ook veel wetenschappelijke kennis heeft een sterk tijdelijk karakter. Wetenschappelijke kennis wordt lang niet altijd op correcte wijze gebruikt of toegepast. Ultieme twijfel
Heeft Wetenschappelijke kennis dan toch meerwaarde? (1) Ja, want ze is het resultaat van logisch denken op basis van een groot aantal zorgvuldige waarnemingen. Die gedaan zijn met behulp van de best beschikbare kennis en techniek. Die door anderen gecontroleerd zijn of kunnen worden. Waarom is wetenschap dan toch zo belangrijk?
Heeft Wetenschappelijke kennis dan toch meerwaarde? (2) Met als resultaat wetten en theorieën die zodanig zijn geformuleerd dat ze ‘falsificeerbaar’ zijn. Altijd openstaand voor aanpassing, vervanging en/of verbetering. vervolg