Non, je n’ai pas de.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het delend lidwoord Het delend lidwoord is een soort onbepaald lidwoord waarmee je een onbepaalde hoeveelheid aangeeft, bijvoorbeeld:
Advertisements

Oefenen voor de toets unité 2
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Grammaire chapitre 4 1 hv.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -ER
Voltooid tegenwoordige tijd
Justitie La Justice Ministerraad 19 juli Vrije keuze achternaam Libre choix du nom de famille.
PASSÉ COMPOSÉ ÊTRE APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
REGELMATIGE WERKWOORDEN OP -RE
PASSÉ COMPOSÉ AVOIR APPRENDRE 3 UNITÉ 2.
Bienvenue à tous.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Bienvenue à tous.
Over honden en mensen ... À propos des chiens et des gens…
Grammaire thème 4.
Woordenschat+ grammatica TB76
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
Ces bottes sont blanches. Deze jeans is grijs. Vertaal ! Spel het bijv.nw. ! Ce jeans est gris. Dit jasje (vest) is grijs. Cette veste jeans est grise.
Passé composé.
 1 Hoe ga je naar school?  Tu vas à l’école comment?
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Franse Les Les 17 Vorige week Anne chapitre 4/5 Voyages p. 26
Franse Les Les 11 Vorige week Voyages p. 21 Extra oefeningen
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Franse Les Les 1 Nous sommes mercredi le 18 mars 2015
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Le loup est revenu
Franse Les Les 3 Vorige les & huiswerk Voyages p. 37/38/39
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Persoonlijk voornaamwoord met nadruk
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Hallo! Goedendag! Bonjour!
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 4 Vorige les & huiswerk Voyages p. 40/41 Klokkijken
Je n’ai pas de pyjama. Je ne porte jamais de pyjama.
De verleden tijd - imparfait
Venir 2 VMBO - Frans.
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
Het werkwoord être (= zijn)
Avoir (= hebben) vervoegingvertaling j’aiik heb tu asjij hebt il/elle/on ahij/zij/men heeft nous avonswij hebben vous avezjullie hebben/u heeft ils/elles.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Franse Les J’ai perdu mon livre et vous? Les nombres Prononciation J’aime / Je n’aime pas Un jour normal Chanson – Destination ailleurs J’ai perdu mon.
Unité 1 page 1/5/16/17 Quiz TPRS verhaal – histoire du chat bleu Unité 1 page 1/5/16/17 Quiz TPRS verhaal – histoire du chat bleu Nous sommes mercredi.
Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Nous sommes.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Le COD et le COI Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD) En meewerkend voorwerp (COI)
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
Franse Les – 1e jaar Les 10 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Uitleg methode Hoofdstuk 1a
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Delend lidwoord l'article partitif.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Benadrukt persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais
Gezondheidsvoorzorgen op reis La santé en voyage
Onregelmatig werkwoord être
Le passé compose et l’imparfait
Transcript van de presentatie:

Non, je n’ai pas de

Vertaal en antwoord ontkennend ! Heb jij een paraplu ? Tu as un parapluie ? Non, je n’ai pas de parapluie.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Heb jij een gom ? Tu as une gomme ? Non, je n’ai pas de gomme.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Heb jij nu een les ? Tu as une leçon maintenant ? Non, je n’ai pas de leçon maintenant.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Heb jij hier potloden ? Tu as des crayons ici ? Non, je n’ai pas de crayons ici.

Heeft Sébastien een broer ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Heeft Sébastien een broer ? Sébastien a un frère ? Non, il n’a pas de frère.

Heeft Claire een computer ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Heeft Claire een computer ? Claire a un ordinateur ? Non, elle n’a pas d’ordinateur.

Heeft mevrouw Bonnet een zoon? Vertaal en antwoord ontkennend ! Heeft mevrouw Bonnet een zoon? Mme Bonnet a un fils ? Non, elle n’a pas de fils.

Heeft de leerkracht blaadjes voor ons ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Heeft de leerkracht blaadjes voor ons ? Le prof(fesseur) a des feuilles pour nous ? Non, il n’a pas de feuilles pour nous.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Is er een feest vandaag ? Il ya une fête aujourd’hui ? Non, il n’y a pas de fête aujourd’hui.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Is er hier een radio ? Il y a une radio ici ? Non, il n’y a pas de radio ici.

Zijn er stoelen in de klas ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Zijn er stoelen in de klas ? Il y a des chaises dans la classe ? Non, il n’y a pas de chaises dans la classe.

Hebben jullie een tafel ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben jullie een tafel ? Vous avez une table ? Non, nous n’avons pas de table.

Hebben jullie konijnen ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben jullie konijnen ? Vous avez des lapins ? Non, nous n’avons pas de lapins.

Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben jullie dieren ? Vous avez des animaux ? Non, nous n’avons pas d’animaux.

Hebben Emma en Eline een hond ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben Emma en Eline een hond ? Emma et Eline ont un chien ? Non, elles n’ont pas de chien.

Hebben je ouders een kat ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben je ouders een kat ? Tes parents ont un chat ? Non, ils n’ont pas de chat.

Hebben mijnh. en mevr. Lepic kinderen ? Vertaal en antwoord ontkennend ! Hebben mijnh. en mevr. Lepic kinderen ? M. et Mme Lepic ont des enfants ? Non, ils n’ont pas d’enfants.