De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais

Verwante presentaties


Presentatie over: "Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais"— Transcript van de presentatie:

1 Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais
hij/zij/men kent il/elle/on connaît wij kennen nous connaissons jullie kennen/u kent vous connaissez zij kennen ils/elles connaissent

2 passé composé ik heb gekend j’ai connu jij hebt gekend tu as connu hij/zij/men heeft il/elle/on a connu gekend wij hebben gekend nous avons connu jullie hebben/ vous avez connu u heeft gekend zij hebben gekend ils/elles ont connu

3 Op dezelfde manier worden vervoegd:
reconnaître herkennen apparaître verschijnen disparaître verdwijnen Al deze werkwoorden hebben in de passé composé het hulpwerkwoord avoir.


Download ppt "Connaître (= kennen) présent ik ken je connais jij kent tu connais"

Verwante presentaties


Ads door Google