Een pracht vrouw! Spreuken 31:10-31 27 juli 2014 Zoetermeer.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hier en hiernamaals.
Advertisements

1 19 jan Urk. 2 de context van 2Korinthe 3  Paulus reageert op beschuldigingen dat hij onbevoegd zou zijn (3:1,2);  Paulus plaatst zijn Evangelie.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
ÉÉN GOD, DE VADER 3 nov Rotterdam.
7 april 2013 Zoetermeer 1. 1Korinthe Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 2.
27 februari 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe 12 1 Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten. 2.
Handelingen 7: 44 De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
27 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert. 2.
Urk 1 december Want ALLEN hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, 24 en worden OM NIET GERECHTVAARDIGD uit zijn GENADE, door de verlossing.
“Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God.” (Psalm 42:1-2)
1. 3 Indien iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde woorden van onze Here Jezus Christus*... * = de woorden die de Here Jezus.
Het Brood des levens Niek vorige week gesproken over je vastheid vinden bij God.
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen
9 januari 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 11 1 Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg. 2.
12 juni 2014 Bodegraven 1. 2 Terugblik... 1Kor. 12 – 14: over de plaats van 'het spreken in talen' hfst. 12: de minste van de charisma's hfst. 13: het.
Passie - Verrijzenis Arcabas
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
1 7 nov Rijnsburg 7 nov Rijnsburg. 2 Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester.
1 17 okt 2013 Rijnsburg 17 okt 2013 Rijnsburg. 2 het voorgaande: Melchisedek voor het eerst ter sprake in 5:6 en 5:10 10 door God aangesproken als hogepriester.
DE EFOD.
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
De bloedbruidegom Exodus 4.
1. Gereformeerde Synode dr. J.G. Geelkerken 3.
Pasen & Pinksteren op één dag!
"in geen ding bezorgd" 1.
1 Korinthe Wordt mijn navolgers… 2 32 Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot; 33 zoals ook ik allen.
1. de vorige keer En de ark des HEREN bleef drie maanden in het huis van de Gatiet Obed-Edom, en de HERE zegende Obed- Edom en zijn gehele huis.
1. 33 GERECHTIGHEID GODS 21 Thans is echter buiten de wet om GERECHTIGHEID GODS openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 34.
Groot geloof 1.
1 19 dec Rijnsburg 19 dec Rijnsburg. 2 Hebreeën 8 1 De hoofdzaak VAN ONS ONDERWERP is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is.
De Ben Adam Psalm 8.
David, een profeet psalm 16.
Wie is mijn naaste? Lucas
Marcus Marcus En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving.
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 5.
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
12 december 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe Gij kunt niet de beker des Heren drinken en de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren.
1 donderdag 1 november 2012 bespreking vanaf Kolosse 3 1 donderdag 1 november 2012 bespreking vanaf Kolosse 3 1.
1 29 juni 2014 Zoetermeer. Filippi 4 4 Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!... DANKT te allen tijde in de naam van.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
NIEMAND IETS SCHULDIG 12 oktober 2014 Zoetermeer.
13 juni 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 7:1 1. 1Korinthe 7 1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet.
31 augustus 2014 Zoetermeer 1. de vorige keer... Handelingen 20  Paulus' derde 'zendingsreis'  is op doorreis naar Jeruzalem  passeert Efeze (waar.
1Korinthe Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was… lett. de beker ná de maaltijd 2.
1 2 oktober 2014 Rijnsburg 2 oktober 2014 Rijnsburg.
31 okt Urk 1. 2 tegenover traditie en kerkleer ALLEEN DE SCHRIFT tegenover verdiensten: ALLEEN GENADE tegenover werken van de mens: ALLEEN GELOOF.
1 16 jan Rijnsburg 16 jan Rijnsburg. 2 de vorige keer:  "de hoofdsom van het gezegde" (8:1)  de aankondiging van een nieuw verbond (8:8)
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
Strijd tegen de zonde?.
13 november 2014 Bodegraven 1. 2 de vorige keer: 1Kor.15:29-34 indien er geen doden opgewekt worden...  vs 29: waarom dopen?  vs.30-32: waarom doodsgevaren.
Evangeliënkring Sliedrecht
10 januari 2013 bijbelstudie nr. 3 Vanaf hoofdstuk 1:19.
De gezouten waarheid.
De nieuwe levenswandel Efeze
22 maart 2015 Zoetermeer 1. terugblik...  de relatie van Christus & de ekklesia wordt ten voorbeeld gesteld aan man & vrouw;  Hoofdschap = voorop gaan,
ETEN & DRINKEN Urk.
24 nov Zoetermeer 1. de context van Filippi
15 december 2013 Rotterdam 1. Caesarea – een haven, een poort 2.
"door één overtreding" Genesis 3 (deel II) 1.
30 juni 2013 Zoetermeer 1. 2 Handelingen 14:27 27 En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had,
23 mei 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 6: hoofdst.1: de wijsheid van de wereld hoofdst.2: de wijsheid van God hoofdst.3: Gods akker en Gods bouwwerk.
26 sept 2013 Bodegraven 1. 1Korinthe 8 1 Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde.
2 13 Daarop zeide Mozes tot God: Maar wanneer ik tot de Israelieten kom en hun zeg: De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen:
Transcript van de presentatie:

een pracht vrouw! Spreuken 31:10-31 27 juli 2014 Zoetermeer

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels. 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! 1. haar man

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels. 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! 2. haar bezigheden

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels. 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! 3. haar karakter

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels. 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! 4. haar huishouding

5. haarzelf uiterlijk & innerlijk 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken. 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels. 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen. 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! 5. haarzelf uiterlijk & innerlijk

10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? Spreuken 31 10 Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden? haar waarde gaat koralen ver te boven. elders: dapper, flink, kloek, legermacht, vermogen

Ruth 3 11 Nu dan, mijn dochter (=Ruth), wees niet bevreesd; alles wat gij zegt, zal ik (=Boaz) voor u doen; want ieder in de poort van mijn volk weet, dat gij een deugdzame vrouw zijt.

Spreuken 31 11 Op haar vertrouwt het hart van haar man, het zal hem aan voordeel niet ontbreken.

12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. Spreuken 31 12 Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. > verbonden voor het leven!

13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. Spreuken 31 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. St.Vert. Zij zoekt wol en vlas...

13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. Spreuken 31 13 Zij is bezig met wol en vlas en werkt met vaardige handen. St.Vert. ...en werkt met lust harer handen.

14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. Spreuken 31 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. > koopvaarders

14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. Spreuken 31 14 Zij is als de schepen van de koopman en haalt van verre haar spijs. lett. .... brengt van verre haar brood

15 Zij staat op, als het nog nacht is, Spreuken 31 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel.

15 Zij staat op, als het nog nacht is, Spreuken 31 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel. lett. prooi

15 Zij staat op, als het nog nacht is, Spreuken 31 15 Zij staat op, als het nog nacht is, zij geeft haar huis het voedsel, haar dienstmaagden haar deel.

van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. Spreuken 31 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard.

van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. Spreuken 31 16 Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard. lett. vrucht

17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen. Spreuken 31 17 Zij omgordt haar lendenen met kracht en versterkt haar armen.

Spreuken 31 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit. lett. (be)proeft, test

Spreuken 31 18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, des nachts gaat haar lamp niet uit.

Spreuken 31 19 Zij grijpt met haar handen het spinrokken en haar handen houden de weefspoel.

20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, Spreuken 31 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. lett. vernederde

20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, Spreuken 31 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. = behoeftige

21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin Spreuken 31 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. lett. huis

21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin Spreuken 31 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in scharlaken gekleed. > koninklijk (2Sam.1:24) > verlossing (Gen.38:28; Joz.2:21)

22 Zij maakt voor zich tapijten; Spreuken 31 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. St.Vert. : tapijtsieraard Conc.Vers.: decorative covers

22 Zij maakt voor zich tapijten; Spreuken 31 22 Zij maakt voor zich tapijten; van fijn linnen en rood purper is haar gewaad. fijn linnen > priesterlijk (Ex.28:5) purper > koninklijk (Est.8:15)

23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van Spreuken 31 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands. => heerschappij = waar de in- en uitgang bewaakt wordt

23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van Spreuken 31 23 Haar man is bekend in de poorten, als hij neerzit te midden van de oudsten des lands.

24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; Spreuken 31 24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels.

25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Spreuken 31 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Hebr. az > Boaz = in Hem is kracht

25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Spreuken 31 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Hebr. hadar = heerlijkheid, glorie

25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Spreuken 31 25 Kracht en luister is haar gewaad, de komende dag lacht zij toe. Hebr. sachaq > Jitschak = lachen, plezier, spelen

Spreuken 31 26 Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong.

op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. Spreuken 31 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet.

op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. Spreuken 31 27 Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet.

en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: Spreuken 31 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar:

en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar: Spreuken 31 28 Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig, ook haar man roemt haar:

29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! Spreuken 31 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! in vers 10: 'degelijk' = vermogend, sterk, kloek

29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle! Spreuken 31 29 Vele dochters gedragen zich wakker, maar gij overtreft haar alle!

30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, Spreuken 31 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen. bedrieglijk: buitenkant vs. binnenkant ijdel: leeg > vergankelijk

30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, Spreuken 31 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen. 'vrezen' (yare) > zelfde stam als 'zien' (ra'ah)

30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, Spreuken 31 30 Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen. lett. zal worden geprezen

Spreuken 31 31 Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten! > haar man! (31:23)

de sterke vrouw als type van het herboren Israël "wie zal haar vinden?" - de Zoon van David! (:10) haar waarde gaat koralen (de rijkdom der zee) te boven (:10) het hart van de Man vertrouwt haar (:11) het zal de Man niet aan buit ontbreken (:11) zij doet haar Man goed, al de dagen van haar leven (:12) zij werkt met lust, van harte (:13) zij brengt van verre haar brood (:14) zij staat op als het nog nacht is – vroeg in de morgen (:15) zij geeft haar huis voeding (:15) zij verwerft de akker > de wereld (:16)

haar handen strekt zij uit naar de behoeftige (:20) haar huis is in scharlaken gekleed (:21) zij is gekleed in fijn linnen (priesterlijk) en purper (koninklijk) (:22) haar Man is bekend in de poorten (:23) kracht en luister is haar gewaad (:25) de volgende dag lacht zij toe (:25) in wijsheid opent zij haar mond (:26) vriendelijke onderwijzing is op haar tong (:26) zij houdt toezicht op haar huishouding (:27) haar zonen prijzen haar gelukkig (:28) haar Man roemt haar (:28) zij vreest (=ziet!) JAHWEH (:30)