Validiteit
Onderdelen van meetwaarde meetwaarde = beoogde construct + systematische meetfouten + toevallige meetfouten WARE score Invaliditeit Onbetrouwbaarheid
Betrouwbaarheid en validiteit Betrouwbaarheid van testscore X legt restricties op aan correlatie van X met andere variabele (Y)(= criterium) Men heeft aangetoond dat (= betrouwbaarheidsindex) Gevolg: Hoogst mogelijke correlatie tussen X en Y indien meting van Y foutenvrij (Y=Ty) en bovendien Tx =Ty zodat algemeen geldt: Gevolg: Lage betrouwbaarheid Lage validiteit Hoge betrouwbaarheid GEEFT MOGELIJKHEID TOT hoge validiteit Hoge betrouwbaarheid is NOODZAKELIJKE, maar niet voldoende voorwaarde voor goede validiteit
Validiteit bij verlengde test Betrouwbaarheid verlengde test Validiteit verlengde test Validiteit oorspronkelijke test Betrouwbaarheid oorspronkelijke test Validiteitswinst bij verlenging is kleiner dan betrouwbaarheidswinst Voorbeeld Betrouwbaarheid stijgt met .20, Validiteit stijgt met .05 (test blijft inhoudelijk dezelfde, maar meetfout verkleint)
Validiteit – 2 centrale thema’s Voorspelling van (uitspraak over) gedrag of prestatie buiten de testsituatie Predictieve validiteit Correctheid van voorspellingen Predictie (toekomst) prestatie voorspellen Paradictie (heden) diagnosticeren Postdictie (verleden) post hoc diagnose Meting van theoretisch construct Construct validiteit / Begripsvaliditeit Mate waarin het bedoelde theoretische construct correct gemeten wordt
Soorten validiteit in literatuur Predictive validity (Predictieve validiteit in enge zin) Verband tussen testprestatie en toekomstige criteriumprestatie Concurrent validity (Concurrente / confirmerende validiteit) Verband tussen testprestatie en gelijktijdige criteriumprestatie Convergente of Congruente validiteit Correlatie tussen testprestatie en prestatie op andere test die hetzelfde beoogt te meten Content validity (Inhoudsvaliditeit) Inschatting van de representativiteit van de test voor wat wordt gemeten: wiskunde toetsen met wiskunde vragen Face validity (Indruksvaliditeit) Inschatting , voor-wetenschappelijk, motiverende factor Construct validiteit (Construct validiteit) overdekking van variabel begrip door variabele(n): “welke psychologische kwaliteiten meet de test”? Discriminant validity (Discriminante validiteit) Niet correleren met andere tests die aanverwante, maar verschillende constructen beogen te meten
Betrouwbaarheid en Validiteit bepalen
Multitrait - Multimethod Matrix (Campbell & Fiske, 1959) (MTMM-matrix) Multitrek-multimethode matrix b1 = betrouwbaarheid van methode 1 va = convergente validiteit van beide methoden tav trek a m1 = discriminante validiteit van methode 1 d = “nonsens”-correlatie Vereisten: v > 0 en voldoende hoog v > d v > m d laag
Mosher Forced Choice Guilt Scale Sexual Hostile Morality FC zeer betrouwbaar, TF ook, IS niet Goede convergente validiteit Discriminante validiteit OK
Oefening 1
Oefening 2