Steeds verder met een muisklik.
Twee nonnen verlaten hun klooster om gebakjes te gaan verkopen. De ene is bekend als Zuster Bezorgd (ZB) en de andere als Zuster Logika (ZL). Het wordt donker en beiden zijn nog ver van hun klooster verwijderd...
ZL: “Heb je gemerkt dat gedurende het laatste half uur een man ons gevolgd is?” ZB: “Ja, ik vraag me af wat hij wil.” ZL: “Dat is logisch. Hij wil ons verkrachten.” ZB: “Oh neen! Op dit moment kan hij ons op 15 minuten inhalen. Wat moeten we doen?” ZL: “De enige logische reaktie is sneller lopen.”
Beide nonnen versnellen hun pas.
ZB: “Het helpt niet.” ZL: “Het is toch logisch dat het niet helpt. Die man doet het meest voor de hand liggende. Hij begint ook sneller te lopen.“ ZB: “Wat moeten we nu doen? Op dit moment kan hij ons op één minuut inhalen!”
ZL: “De enige logische reaktie is ons opsplitsen. Gij gaat langs daar en ik ga langs hier. Hij kan ons niet allebei volgen.”
De man besluit Zuster Logika te volgen. Zuster Bezorgd bereikt het klooster en is zeer ongerust, want Zuster Logika is nog niet aangekomen.
Uiteindelijk komt ook Zuster Logika aan.
ZB: “Zuster Logika, God zei dank ben je er geraakt! Vertel, wat is er gebeurd.” ZL: “Het enige logische dat gebeuren kon. De man kon niet ons beiden volgen. Dus hij besloot mij te volgen.“
ZB: “En wat is er dan gebeurd? Vertel vlug.” ZL: “Het enige logische wat ik kon doen, was zo snel wegrennen als ik maar kon.”
ZB: “En dan?” ZL: “Het enige logische dat kon gebeuren. De man begon ook zo snel te rennen als hij kon.”
ZB: “En verder?” ZL: “Het enige logische dat kon gebeuren. Hij haalde mij in.”
ZB: “Oh neen! En wat heb je toen gedaan?” ZL: “Het enige logische wat ik kon doen was mijn kleed opheffen.”
ZB: “Oh Zuster! En wat heeft de man toen gedaan?” ZL: “Het enige logische wat hij kon doen. Hij liet zijn broek zakken.”
ZB: “Oh neen! En wat is er toen gebeurd?”
ZL : “Is dat dan niet logisch, zuster? Een non, die haar kleed opheft, kan sneller lopen dan een man met zijn broek op zijn enkels...“