4 Wetmatigheden van training: functionele kracht en coördinatie 4.1 Fysiologische of coördinatieve adaptaties in kracht als leidraad? 4.1.1 Schaatsen 4.1.2 Hardlopen 4.1.3 Wielrennen 4.1.4 Zwemmen 4.2 Adaptaties in kracht via het fysiologische spoor 4.2.1 Wetenschappelijk onderzoek 4.2.2 ST- en FT-vezels 4.2.3 Een conflict 4.3 Motorische controle en limiterende invloeden op krachtproductie 4.3.1 De belastbaarheid van het bewegingsapparaat als grens 4.3.2 Motorische controle als grens 4.3.3 Cocontracties en preflexen bij explosief bewegen 4.3.4 Speed accuracy trade off bij explosief bewegen; een patstelling 4.3.5 Consequenties voor krachttraining 4.4 Wetten van motorisch leren en training 4.4.1 Externe focus en resultaat van de beweging 4.4.2 Variabiliteit en monotonie 4.4.3 Gegeneraliseerde regels gevonden door variabiliteit
Fysiologische of coördinatieve adaptaties in kracht als leidraad? hardlopen? schaatsen? coördinatieve invloed op de fysiologie wielrennen? coördinatieve invloed op de fysiologie De energiekosten van een spier bij krachtproductie in isometrie zijn beduidend lager dan bij krachtproductie bij het verrichten van arbeid. Veel spieren werken in functioneel bewegen werken in isometrie
veranderende interactie tussen coördinatie en fysiologie coördinatieve invloed op de fysiologie coördinatieve invloed op de fysiologie coördinatieve invloed op de fysiologie hardlopen op het vlakke hardlopen op de loopband hardlopen op de hellende loopband lopen op het vlakke > andere spieren > andere spierwerking
Motorische controle en limiterende invloeden op krachtproductie co-contracties
co-contracties en preflexen preflexen; de mechanische eigenschappen van spieren, die de uiteindelijke bewegingsuitvoering buiten de werking van het zenuwstelsel om beïnvloeden
Stijgtijd, cocontracties en de intensiteit van bewegen staan in relatie met elkaar. De intensiteit van bewegen wordt hierdoor gelimiteerd en beschermd het bewegingsapparaat.
Strategieën voor krachttraining krachtproductie van spieren wordt opgevoerd en trekt het robuuste niveau mee omhoog de robuustheid van de beweging wordt verbeterd en het maximale niveau hoeft niet hoger te worden.
intentie-actie Intentie-actie-model. Links gestructureerd volgens het breincentrale model. Rechts volgens de dynamische systeemtheorie
actie intentie
visuele waarneming externe focus intentie Knowledge of result
Boven: van A naar B zonder intrinsieke KR. Midden: van A naar B met alleen KR informatie aan het einde. Onder: bij complexe bewegingen met opeenvolgende KR bakens
“bakens” of “intrisieke knowledge of result”
“bakens” of “intrisieke knowledge of result”
variatie De powerlaw of learning.
leerdoel lichaam motivatie bottom up top down
De werking van variatie verklaringsmodel volgens hiërarchische modellen verklaringsmodel volgens dynamic patterns
bekkenbeweging in frontale vlak bekkenbeweging in sagittale vlak De werking van variatie de mix tussen bekkenbeweging in frontale vlak bekkenbeweging in sagittale vlak antagonistisch
random practice a: volledige blocked practice b: tussen blocked en random practice c: volledige random practice