opdracht 3 bespreken opdracht 4 introduceren stijlkwesties Bijeenkomst 4 opdracht 3 bespreken opdracht 4 introduceren stijlkwesties
Opdracht 3: probleem beschrijven Opdracht 3: een probleem beschrijven: ergernis over het telefoneren in de trein of het voordringen bij een kassa of in een rij…….. Doel: informatieve tekst. Doelgroep: vrij Geen lijdende vorm, tegenwoordige tijd, titel, vier alinea’s, afwisseling in zinsopbouw, taalvariatie Eerst communicatieplan maken en mindmap
Opdracht 3 Drie versies bespreken van de opdracht 3. (zie bijlage) Doel: informatieve tekst. Doelgroep: vrij Geen lijdende vorm, tegenwoordige tijd Vier alinea’s Titel, inleiding, kern, slot, alinea-indeling, een deelonderwerp per alinea, signaalwoorden, variatie zinsopbouw en taalgebruik, doel van de tekst en doelgroep
De probleemstructuur Wat is het probleem? Precieze omschrijving ervan Waarom is het een probleem? Verduidelijking indien nodig.
probleemstructuur 3. Wat zijn de oorzaken van het probleem? Wat moet bestreden worden? Hoe kan het probleem worden opgelost? Welke maatregelen nemen de oorzaken van het probleem weg?
Alles in het logboek opnemen Herschrijven van opdracht 3 Alles opnemen in je logboek (zie bijlage) Introductie opdracht 4 een recensie schrijven
Boek- of filmbespreking Doelgroep: medestudenten Recensie opdracht 4 Boek- of filmbespreking Doelgroep: medestudenten
Beoordelingscriteria Structurele criteria: opbouw wordt besproken Realistische criteria: vergelijking met de werkelijkheid Vernieuwingscriteria: vernieuwing: inhoud, vorm Morele criteria: gedrag vergeleken met opvatting over goed en kwaad Emotivistische criteria: effect van het verhaal op gevoelens Intentionele criteria: komt de bedoeling van de schrijver voldoende naar voren Stilistische criteria: voldoet de stijl (woordkeus, zinsopbouw, beeldspraak)
Stappenplan Brainstormen en mindmappen Rubriceren Selecteren Volgorde aanbrengen: bouwplan Kern schrijven Passende inleiding, slot en titel Indeling, woordgebruik, formulering, publieksgerichtheid
Recenseren Opbouw Intro: citaat, inhoudelijk, anekdote (korte verwijzing naar het leven van de schrijver o.i.d.), een deel uit het geheel (een dominant thema uit het verhaal) Helder oordeel over de inhoud Eenduidige interpretatie Oordeel over de opbouw, personages, thema, perspectief, tijd, originaliteit, taalgebruik e.d. Duidelijke afsluiting Goede samenhang van de bovengenoemde onderdelen
Vervolg recenseren Stijl en toon Woordkeus en zinsbouw to the point en aantrekkelijk (passend bij het niveau van de doelgroep) Pakkend intro Afsluiting is een goede afronding Helder oordeel
Taalkwesties dat/wat samentrekkingen en beknoppingen
krantenartikel/tekst goed artikel op basis van welke criteria?