MICROCONTROLLERS
1. ALGORITME
1.1 DEFINITIE = rij opdrachten → beginsituatie →Einddoel in bepaalde tijd Voorbeelden: Bouwpakket Taart Woord opzoeken
OPDRACHT Schrijf een algoritme om een steak te bakken
1.2 DELEN Opbouwen: Uitvoeren: Beschrijven stappen Oplossing kennen moeilijk Uitvoeren: Stap voor stap uitvoeren Eenvoudig maar nauwgezet Meestal door microcontroller
1.3 STROOMSCHEMA
EISEN Algemeen Ondubbelzinnig Duidelijke invoer en uitvoer specificaties Correct Eindigen Goed leesbaar Efficiënt
VOORBEELD
OPDRACHT Voldoet het gegeven voorbeeld aan alle eisen?
NIVEAUS Level 1 = hoogste niveau Level 2 = 2de hoogste Level 3
SYMBOLEN
OPDRACHT Maak een algoritme om een steak te bakken
2. PROGRAMMEREN
2.1 ASSEMBLER Lagere programmeertaal Dicht bij de hardware Assembleren tot machinecode
2.2 C – TAAL Hogere programmeertaal Dichter bij mensentaal Compileren tot assembler Assembleren tot machinecode
2.3 MACHINECODE Hexadecimale getallen Controller werkt alleen met deze getallen Staat dicht bij de hardware
VOORBEELD
2.4 WERKMETHODE Analyseer probleem Bedenk algoritme Maak algoritme Schrijf commentaar Stroomschema in programmeertaal Zet om in programmeercode
3. HARDWARE
3.1 KLASSIEKE METHODE Logische vergelijking opstellen Vereenvoudigen Schema opstellen
3.2 NIEUWE METHODE IC’ s worden complexer Standaard schema Aanpassen aan de nieuwe noden Progamma en hardware in 1 IC
Microcontroller
VOORBEELD
PLC ↔ microcontroller PLC microcontroller DUUR GOEDKOOP Beperkte I/O Hardware = simpel Gesloten systeem Kennis hardware + software Betrouwbaar Zeer betrouwbaar
3.3 Architectuur