Methodische vaardigheden Ontwikkelingspsychologie Madeleine Farla
Ontwikkelingsfasen De Baby: 0 - 18 maanden De peuter: 18 maanden – 4 jaar De kleuter: 4 – 6 jaar Het schoolkind: 6 – 12 jaar De puber: 12 – 16 jaar De jong volwassene: 16 – 21 jaar De volwassene: 21 – 60 jaar De oudere: 60+
5 ontwikkelingsaspecten Cognitief aspect: ontwikkeling van het denken, waarnemen, geheugen en taal. 2.Emotioneel aspect: ontwikkeling van gevoelens. 3.Sociaal aspect: ontwikkeling hoe om te gaan met anderen. 4.Lichamelijk aspect: ontwikkeling van het lichaam en de motoriek. 5.Seksueel aspect: ontwikkeling van seksualiteit en intimiteit.
De baby
Cognitieve ontwikkelingsaspecten Communiceren door huilen, oogcontact en mimiek Grijpen is begrijpen Leren door herhaling Leren door iets na te doen
Emotionele ontwikkelingsaspecten Jantje huilt, Jantje lacht Hechtingsrelatie komt tot stand door: Betrouwbaarheid verzorger 2.Continuïteit verzorger 3.Reactie op het kind verzorger
Sociale ontwikkelingsaspecten Eerste maanden vooral contact met de verzorgers Eerste 6 maanden in het algemeen gericht op mensen Vanaf zeven maanden eenkennig en vaak last van scheidingsangst
Lichamelijke ontwikkelingsaspecten Eerst bewegen door reflexen Later ontwikkeling motoriek: Boven naar beneden 2.Dichtbij naar veraf 3.Grof naar fijn
Seksuele ontwikkelingsaspecten Vooral gericht op intimiteit gekoppeld aan het beleven van lust Lust is gekoppeld aan de mond; zuigen , sabbelen en bijten Freud: orale fase