Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bijwoord He drives quickly. ‘quickly’ zegt iets over…?
Advertisements

Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Gerund = WW. gebruikt als zelfstandig Nw.
Past simple & Past continuous
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
The stock market will go up De beurswaarden zullen stijgen YESNO JA NEEN Is Jefken a good person ? Is Jefken een goed mens ? YES NO JA NEEN Is Lonny a.
Vragend en Ontkennend maken
The future met “will” en “shall”
Conditional Clauses If-zinnen.
You do remember, don’t you?
Let me tell you about Let me tell you about Let me tell you about Study this example: Alex is a bus driver, but now he is in bed asleep. So: He is not.
Past Simple – Past Continuous
Betrekkelijk vnw. = Relative Pronoun
The English Tenses Alles op een rijtje.
WIJ ZIJN ZELFBEDRUIPEND IN ONS HOME WIJ KWEKEN ONZE GROENTEN EN FRUIT WIJ GEBRUIKEN REGENWATER VOOR KOKEN EN BADEN ZONNEPANELEN GEVEN ONS WARMTE EN LICHT.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 6 HD 6.1 t/m 6.7.
Question Tags unit 6 gr 2.1.
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Woordvolgorde in een engelse zin
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Directe rede  Indirecte rede
en ‘If-zinnen’ (klik hier als je meteen naar If-zinnen wilt.)
Past Perfect = vvt (=I had worked/I had been working) He had slept/had been sleeping for 3 hours when I woke him. Hij had al 3 uur geslapen toen ik hem.
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1999 City Bible Music 1/10 BELIEVE (Donna Lasit) I say on sunday how much I want revival Op.
Present Simple – Present Continuous
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1994 Shepherd's Heart Music 1/12 JOY! JOY TO THE WORLD (Dennis L. Jernigan) 1. And this is.
Present simple & continuous
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/004] thema: (No) skeleton in the cupboard can-do: kan een samenhangend verhaal schrijven © Anne Beeker Alle rechten.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/006]/subvaardigheid schrijven notulen en kort voorstel thema: ‘What shall we do about non- active group.
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/006] thema: ‘I was wondering what you think of…’ can-do : kan deelnemen aan de conversatie bij zeer formele.
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen met have en have got (= hebben)
Een andere soort verleden tijd...
Future (toekomst) Je krijgt 2 verschillende vormen van Future.
Lesson 3 PPTs komen op: Extra English Lesson 3 PPTs komen op:
Lesson 2 PPTs komen op: Extra English Lesson 2 PPTs komen op:
Extra English Lesson 9 - recap.
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Definities: Present Simple en Past Simple
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
 vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London.
Kenmerken van een persoonlijke brief
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
Lesson 10. Today’s class  Check homework  Passive  Punctuation  Homework.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Present Simple >< Present Continuous
ABILITY = IN STAAT ZIJN.
Simple en continuous tenses
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Transcript van de presentatie:

Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep… I am sleeping… I was sleeping… I had been sleeping… I will be sleeping…

to BE + ww+-ING I am working; I am working; I was working; I was working; I will be working; enz) I will be working; enz) Moet je gebruiken als je wilt zeggen dat je iets op een bepaald moment aan het doen bent; je beschrijft een handeling When I arrived, they were already playing poker. GEEN BE + ww+-ING I work; I worked; I will work; enz. Bij gewoontes. He always does his work quickly. Bij feiten. Doetinchem lies west of Varsseveld Aantekening

to BE + ww+-ING I am working; I am working; I was working; I was working; I will be working; enz I will be working; enz Kun je gebruiken bij ergernis He is always complaining!! Kun je gebruiken voor nabije toekomst This afternoon Pete is coming. (in gedachten al mee bezig) GEEN BE + ww+-ING I work; I worked; I will work; enz. Bij gewoontes. He always does his work quickly. Bij feiten. (Doetinchem lies west of Varsseveld) Aantekening

Je kunt be+ -ing NIET gebruiken bij: -onverwachte/zeer korte gebeurtenissen He fell/was falling down the stairs. We were working, when a truck ran/was running into our living-room. -de ww.: know, see, smell, feel, want, wish, mean, believe, love, like, think(=vinden) I know / am knowing her. She thinks / is thinking he's smart. I love / am loving it. Pas op: I think/am thinking about a chess-problem. Another reason not to visit MD too often !

I am working/Iwork 1.Where's Tom? -He [do] his homework. He [do] so every afternoon at the same time.' 2.Where's Mrs Stuart?' - 'She [prepare] dinner.' 3.Mother always [have] a cup of tea at three o'clock. 4.Have you any idea who [make] that terrible noise? 5.My sister [ring] me up every day.

I was working/I worked 6.I (read) a book when suddenly the light (go) out 7.She [fall] while she [run] after a bus. 8.When I [go] out the sun [shine]. 9.The maid [lay] the table for dinner while you [wash] your hands. 10.Large crowds [wait] at the station when the Prime Minister [arrive]. 11.While you [play] the piano I [write] a letter. 12.The ship [sink], so all the passengers [jump] into the boats.

I was working/I worked 6.We [walk] to the station when it [begin] to rain. 7.We [walk] under a bridge when the storm [break]. Kies je juiste: 14.How long (did you wait/have you been waiting/were you waiting) here? 15.This time next week I will be skiing/will ski in Switzerland. ©BtB