ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kinderen met opvallend gedrag
Advertisements

ADD groep 3 bijeenkomsten
Yvonne Post Uiterweer Zelfrapportage bij volwassenen met een lichte of matige verstandelijke beperking.
Casus 1 Jongen, 11 jaar Aanmeldingsreden: PDD-NOS
ADHD groep 3 bijeenkomsten
ADHD-toolkit.
Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven
Namen van de Abers die de presentatie geven.
Lotte Van Dyck Tom Walgraeve
OPPOSTIONEEL OPSTANDGE GEDRAGSSTOORNIS, EXTERNALISEREND GEDRAG
ODD en CD, wat is dat?.
Er is meer aan de hand... Meervoudige problematiek
Frank en Raymond / Het Nieuwe Lyceum
Leerroute Gabrielschool. Module HGW bijeenkomst 1: 12 februari 2009
Duidelijk schrijven voor iedereen
Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees
Dieta Brandsma, neuroloog NKI-AvL 19e AvL symposium
Cluster 4 gerelateerde problemen
Ingrid van de Meerendonk Jeffrey ter Meulen
Motivatie leer- & gedragsproblematiek stoornissen & belemmering
ADHD Drukte om niets ?!.
ADHD : attention deficit and hyperactivity disorder
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Hoe gaan angst en depressie samen met ADHD?
ASS: wanneer zichtbaar?
Opvoeden van drukke kinderen
DCD Developmental Coordination Disorder
Hoe ga ik er in de les mee om?
Hoe ga ik er in de les mee om?
Een haperend geheugen.
Meten van intelligentie bij kinderen met ADHD
Marco van Gijzen & Allard Bouwmeester
Het Nieuwe Lyceum, 22 maart 2010
Gedrag en leren van kinderen met psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen Jan Bijstra (RENN4) Henderien Steenbeek (RUG)
HELP MIJN KIND IS DRUK! Welkom en voorstellen Karin Ariës
Zelfhulpgids naar werk
Attention Deficit Hyperactivity Disorder Martine Thys
Depressie bij ouderen.
oorzaken ‘hyperkinetisch gedrag’?
Informatie: gedragsproblemen.wikidot.com
Prikkelverwerkingsstoornis
Opvallend gedrag tijdens de overblijf
Wat met psychische stoornissen op school?
Ik had / heb ADHD Albert Einstein Jim Carry Bill Clinton Napoleon Bonaparte Salvadot Dali Walt Disney Henri Ford Paul de Leeuw Pablo Picasso.
Presentatie voor de ouderkamer Jeanne D’arc 25 februari 2015
MEE ‘s- Hertogenbosch Ondersteuning bij leven met een beperking.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Samenwerkend Leren Carola, Hennie en Anita.
College 3; persoonlijkheid en zelfstandigheid. Programma  Persoonlijkheid  Zelfstandigheid.
College 3; persoonlijkheid en zelfstandigheid.  Persoonlijkheid  Zelfstandigheid.
Siri Kruit Med.hro.nl/krusr
Presentatie DCD Ida Brouwer & Daniëlle Buis.
Waarom een psychiater Waarom een psychiater in NAH spreekuur? Dr. M.C. Kasius, psychiater voor Dr. N.H. Bouman, kinder-en jeugdpsychiater.
ADHD Hoe gaat het nu en hoe willen we het straks in Almere?
Staessen Justine 1BaTP B1 Boek : Een patiënt met Autisme Auteur : Martine Delfos.
Eddie Denessen* Henny van der Meijden* Lisanne Martens*
Floor, Nathalie, Chantal en Jill
BOSK Landelijke dag Cerebrale parese
Presentatie DCD Ida Brouwer & Daniëlle Buis.
Maatschappelijke zorg 2
Observeren en begeleiden van kleine groepen
© UNIEK IN DE KLAS.
ADHD ADHD, als chaos overheerst Hermien De Backer Peter Raeymaekers
Urotherapie bij gedrags-/ontwikkelingsstoornissen
Verschillende probleemgedragingen
Intensieve begeleiding
ADHD: zeker geen modegrill
ODD PDD-NOS PHIS NLD MRELD ADHD OCD DMDD DBD ADD Borderline DWL
Parkinson en vermoeidheid
Overzicht gedragingen per competentie
Transcript van de presentatie:

ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder 19-02-07

ADHD Nederlandse definitie van ADHD: aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Voornamelijk aandachts- en concentratiestoornissen (ADD) Voornamelijk hyperactiviteit en impulsiviteit Combinatie van de hierboven genoemde typen 2-8 % van alle schoolgaande kinderen tot 14 jaar 2-4 keer vaker bij jongens dan bij meisjes ( ook door onderdiagnostiek bij meisjes ) Meisjes vaker ADD ADHD > kenmerken meestal op jonge leeftijd ontstaan / blijven op hetzefde niveau ( andere stoornissen openbaren kenmerken zich later en wisselen ze meer) Diagnose officieel rond 7 jaar veel kenmerken al voor die tijd groot aantal kenmerken minstens een half jaar zowel school als thuis kind wordt erdoor belemmerd in funcioneren kenmerken zijn geen oorzaak van andere stoornis Alle drie de symptomen kunnen worden teruggebracht tot een vertraagde ontwikkeling van het remmen van gedrag.

Oorzaken Biologische oorzaak Genetische oorzaak Bepaalde wetenschappers (Barkley) zien een regulatiestoornis in het inhibitiesysteem van de hersenen als de oorzaak van AD(H)D. Dit inhibitiesysteem wordt ook wel het ‘remsysteem’ genoemd, omdat in dit deel van de hersenen de ‘remmen ‘ zitten die ervoor moeten zorgen dat iemand niet op alle prikkels van buitenaf reageert en onbelangrijke prikkels selecteert en negeert. Deze ‘remmen’ worden gestuurd door neurotransmitters. Neurotransmitters zijn chemische stoffen die ervoor zorgen dat de hersencellen signalen of boodschappen aan elkaar kunnen doorgeven. De neurotransmitters die de ‘remmen’ sturen werken bij kinderen met AD(H)D minder effectief. Het inhibitiesysteem speelt een cruciale rol bij concentratie (ADD), de regulering van gedrag, bij de controle van impulsen en bij de planning van toekomstige handelingen. Daarnaast beinvloedt het inhibitiesysteem de emoties, het geheugen (ADD) en de motivatie (ADD) Brein functioneert anders > neuro-anatomisch ( bepaalde delen kleiner / niet a-symmetrisch) neuro-chemisch ( hogere aktiviteit dopaminetransporter – 70% / neemt niet af bij stijgen leeftijd) / medicatie heeft invloed op werking neurotransmitters dopamine en noradrenaline ADHD komt in sommige families vaker voor dan in andere families. Men gaat uit van een kwetsbaarheid in de erfelijke aanleg die kan worden versterkt door verschillende omgevingsfactoren. Broers en zusjes ADHD > kans 5 keer zo groot Tweedegraads familieleden > kans 2 keer zo groot Risico groter bij kk met laag geboortegewicht, meer dan 8 weken te vroeg geboren, meeroken of alcohol Problematische thuissituatie

ADHD : Prikkels remmen ( Bronowsky) Feiten scheiden van gevoelens Besef van verleden en toekomst Geinternaliseerde taal Analyse en synthese van informatie Binnenkomende informatie scheiden : persoonlijke betekenis van de gebeurtenis (gevoelens of emotionele reacties) tegenover inhoud van de informatie Niet leren van fouten > i.p.v. niet leren > zo snel reageren dat ze ervaringen uit verleden niet kunnen raadplegen > er niet achterkomen wat deze ervaringen hen hadden kunnen leren over de gebeurtenissen van dat moment Kk met ADHD praten veel > taal is minder op zichzelf gericht / minder innerlijke spraak > taal gebruiken voor beheersen van gedrag (aan regels gebonden gedrag) Reconstructie van informatie

ADD : informatieverwerking Geheugen Oog-hand coordinatie (snelheid) Verwerken van informatie Angstiger, banger, gevoeliger Meer dagdromen Futloos en traag Weinig belangstelling voor omgeving (cocentratie vs belangstelling) > missen van informatie / er niet meer bij horen Moeite met onderscheid relevante en minder relevante informatie > taakgericht werken moeilijk Minder problemen in contact met anderen Lagere dosis medicatie / reageren veel minder goed op medicatie dan kk met ADHD Barkley : problemen met het remsysteem : aandachtsproblemen hebben ook te maken met het remmen van gedrag > het remmen van de drang iets anders te gaan doen dan waar het kind op dat moment mee bezig is

Kenmerken aandachtsproblemen Niet letten op details / slordig Aandacht niet kunnen vasthouden Moeite met luisteren Moeite met instructies volgen Werk niet afmaken

Kenmerken aandachtsproblemen Moeite met organiseren werk Lange mentale inzet vermijden Vaak dingen kwijt Afgeleid door prikkels Vergeetachtig volgens de DSM IV Hebben een rommelige tafel en laatje Zuchten en steunen op voorhand Vragen zich voortdurend af waar ze dingen ook alweer hebben gelaten Zien een vlieg als eerste en volgen hem ook Weten vaak niet meer wat ze wanneer moesten doen

Kenmerken hyperactiviteit Motorische onrust Vaak opstaan Rennen en klauteren Moeite rustig bezighouden In volle aktie Veel praten

Kenmerken impulsiviteit Te snel antwoorden Moeite met op beurt wachten Onderbreken of storen

Aanpak algemeen Veiligheid/voorspelbaarheid Duidelijkheid en structuur Competentiegerichte benadering Afwisseling in- en ontspanning vaste regels/ afspraken zijn die bij het kind bekend zijn dagritmepakket > bespreken wanneer hiervan afgeweken wordt aandacht voor overgangssituaties ‘stop/denk/doe afspraken’ met pictogrammen / vraagtekenkaartjes dagprogramma/ weektaken/ een duidelijke afbakening van de werkstof met vaste afspraken materialen op een vaste plaats eigen tafel en stoel, vaste plek tijdens verschillende aktiviteiten een opdracht tegelijk / opdracht opdelen in deeltaken / herhalen instructie Vooral belangrijk om het kind steeds te bevestigen in wat goed gaat/ wat het al kan of beheerst. Dit zal zijn gevoel van eigenwaarde vergroten. Het kan groeien in zelfvertrouwen. Verhogen alertheid / tegemoetkomen bewegingsonrust Wiebelen negeren Af en toe aktiviteit toestaan Zitbal, kruk

Aanpak aandachtsproblemen Oogcontact maken Aanraken Actieve betrokkenheid Opdrachten arceren Schrijven met kleuren Afwisseling in activiteit Overzicht / structuur bieden Extra tijd geven

Basisbehoeften leerling Veiligheid en acceptatie (relatie) Positief zelfbeeld (competentie) Zelf keuzes maken (autonomie)

Tegemoet komen aan basisbehoeften Interactie Instructie Klassenorganisatie Interactie > contact met het kind / ergenis Voelt het kind zich veilig en gewaardeerd ? (relatie) Ervaart het kind zich competent ? (competentie) Ervaart het kind dat er vertrouwen is in zijn probleemoplossend vermogen ? (autonomie) Instructie > kind kan zich niet concentereren / stof sluit niet aan / kind heeft moeite met zelfstandig werken Is er contact met het kind tijdens instructiemomenten ? (relatie) Is de instructie op niveau ? (competentie) Zijn er mogelijkheden om zelfstandig met opdrachten/taken om te gaan ? (autonomie) Klassenorganisatie > veel mogelijkheden voor storend gedrag ( regels niet kennen of naleven, moeite met overgangssituatues, veel van de plaats lopen en anderen storen, onvoldoende tijd voor extra aandacht voor het kind) Planmatig werken : voldoende aandacht organiseren (relatie) tijd om kinderen zich bekwaam te laten voelen ( competentie) ruimte om zelfstandig te kunnen handelen (autonomie)

Co-morbiditeit Oppositioneel gedrag Ticstoornissen PDD-nos Angststoornis Depressie Slaapstoonissen Leerstoonissen DCD Kan op bijkomende stoornis 10 keer zo groot ! ODD > 1/3 tot 1/2 van ADHD kk 70% van kk met ticstoornis > ADHD ADHD > 10% ticstoornis 25% van kk met ADHD (vooral meisjes) > angstkachten ( depressie in mindere mate) > moeilijk te bepalen welke stoornis primair is en welke secundair Kans op depressie 5/6 keer zo groot Kan op angststoornis 3 keer zo groot Grote overlap PDD-nos en ADHD > vaak na ene diagnose de andere Slaapstoornis > voor of na medicatie 20-30 % van kk met ADHD hebben leerstoornis > dyslexie (voornamelijk), dyscalculie

Behandeling : medicatie Dopamine Medicatie en gedragstherapie Duur van medicatiegebruik Bijwerkingen Effectiviteit ADHD > tekort aan dopamine in hersenen ADHD : Zonder medicatie heeft gedragstherapie geen zin ADD : alleen medicatie om concentratie te vergroten Medicatie bij jonge kk (vanaf 6 jaar) > tien jaar aan vast Omslagpunt bij 17 jaar ( de helft ontgroeit het probleem / van de andere helft leert 50% ermee leven en 50% blijft zodanig last houden dat ze medicatie meten gebruiken) Uiteindelijk neemt 25% nog medicatie Inslaapproblemen / afvallen door verminderde eetlust Bij 70-90% van de kinderen verbetering in gedrag, studieresultaten en sociale aanpassing. Goede reactie afhankelijk van aanwezigheid andere problemen. Combinatie met gedragstherapie / mediatietherapie is belangrijk en vergroot de effectiviteit aanzienlijk

Externe hulp Gedragsvragenlijsten (AVL) Verwijzing huis- of schoolarts voor diagnostisch onderzoek kinderpsychiatrische setting (Bascule, GGZ BuitenAmstel) Gedragstherapie en medicatie Poli ADHD Bascule – 020-8901900 (mevr. M. Oostveen) ADHD-symptomen zijn sterk contextgebonden. Dat betekent dat het zowel voor de diagnose als voor de hulpverlening noodzakelijk is niet enkel kindkenmerken in kaart te brengen, maar voldoende nauwkeurig de interactie met de schoolcontext (klasgroep, onderwijsstijl van de leerkracht...) en gezinscontext (opvoedingsstijl, opvattingen over opvoeding, woonsituatie…) te beschrijven. Gedragsvragenlijsten kunnen onder supervisie van een psycholoog/orthopedagoog door leerkracht en ouders ingevuld worden om een beeld te krijgen van de problematiek en mogelijke AD(H)D kenmerken van de leerling

Verdere informatie Kinderen met speciale rechten – LPC Diagnose ADHD- R.A. Barkley www.kmsr.nl http://leerlingzorgbao.kennisnet.nl/orthotheek/gedrag/adhdadd ADHD is niet een probleem met weten wat te doen : het is een probleem met te doen met wat je weet