Hoofdstuk 13: De aardrevolutie (HB p88) 13.1. Kenmerken van de aardrevolutie Figuur: Perihelium, aphelium Duur van 1 revolutie= ………… Oplossing schrikkeljaren Eclipticavlak 13.2. Wetten van Kepler De eerste wet van Kepler: de bewegingen zijn ellipsvormig en de zon staat daarbij in één van de brandpunten van die ellips.
Praktisch gevolg: Hoe dichter de aarde bij de zon komt, … De tweede wet van Kepler: de verbindingslijn zon-planeet beschrijft in gelijke tijdsintervallen, sectoren van gelijke oppervlakte. Praktisch gevolg: Hoe dichter de aarde bij de zon komt, … De derde wet van Kepler: het kwadraat van de omlooptijd T van een planeet rond de zon is recht evenredig met de derde macht van de halve lange as a van de ellipsvormige baan. Of T² = a³ x constante duid aan op de figuur! Gevolg: ………………
13.4. de seizoenen Eclipticavlak Figuur: 13.3. schuine stand van de aardas Eclipticavlak Figuur: 13.4. de seizoenen
Conclusie: In de zomer is het warmer dan in de winter omdat: 1. de dagen dan langer zijn dan de nachten (er is dus meer zonne-energie beschikbaar) 2. de zonnestralen dan “rechter” invallen (grotere culminatiehoogte!) En…Hoe rechter de stralen invallen hoe…. en dus NIET omdat we dan dichter bij de zon staan, want we staan er net het dichtst bij (perihelium) in de winter!!!! Als formule voor het berekenen van de culminatiehoogte op een bepaalde plaats voor een bepaalde datum hebben we gevonden: CH=…………………………… Waarbij de declinatie als volgt varieert gedurende het jaar …
13.5. Seizoenen zorgen voor klimaatzones -klimaattypes -vegetatietypes - Tussen de evenaar en de keerkringen: …………………….…………...…………………… - Tussen de keerkringen en de poolcirkels: ……………………..………………………………. - Tussen poolcirkels en de polen: ………….……………………..……………………
Hoofdstuk 14: Het zonnestelsel (HB p) 14.1. schets 14.2. Onstaan van het zonnestelsel 14.3. planeten
Mercurius Moeilijk waarneembaar Gelijkt sterk op onze maan (ook geen atmosfeer dus veel kraters) rotatietijd 58 d omlooptijd 88 d Dit zorgt ervoor dat een dag op mercurius 176 d duurt!
Venus Dicht wolkendek (V- Vormig) CO2 zorgt er voor een broeikaseffect ( 480° en dus warmer dan Mercurius!) rotatieperiode: 243 dagen (voor de wolken slechts 4 dagen!)draait in omgekeerde richting om haar as! (retrograde rotatie
Aarde
Mars
Mars= de rode planeet Er is water aanwezig onder de vorm van ijskappen en permafrost Stucturen van uitgedroogde rivierbeddingen? Merkwaardige vorm van bepaalde inslagkraters "kanalen" van Mars. Manen van mars: Phobos en Deimos
Planetoïden
Jupiter
De rode vlek van Jupiter
Jupiter is de grootste planeet van ons zonnestelsel (beschermt ons voor inslagen!) Gasvormig, vermoedelijk met relatief kleine vaste kern Warmteoverschot Draaikolken zichtbaar in het wolkendek (rode vlek!) Bezit een ijle ring (maar is moeilijk zichtbaar) Manen: 16 bekende manen, waarvan 4 belangrijke Io Europa Ganymedes Callisto
Saturnus
Saturnus: planeet met de ringen Ook warmteoverschot Manen: Titan: bezit een atmosfeer! Nog een zevental middelgrote manen Tiental kleinere manen
Uranus heeft ook ringen rotatieas is 98° geheld heeft ook ringen Manen: Oberon, Umbriel, Titania, Ariel, Miranda
Neptunus Manen: Triton, N1, Nereid 'false-colour'-beeld van de planeet Neptunus. De rode kleur is het zonlicht dat wordt verstrooid door een nevelige laag rondom de planeet, het blauwgroen duidt op methaan en de witte vlekken zijn wolken, hoog in de atmosfeer. Manen: Triton, N1, Nereid Neptunus
Pluto ( met Charon, op de achtergrond: de zon)
14.4. De Kuiper-Gordel Vanaf 1992 zijn een hele reeks objecten ondekt buiten de baan van Pluto. 30 tot 100 AE 2e planetoïdengordel? Geeft een verklaring voor de herkomst van een aantal kometen (met korte periode) Allen dezelfde omlooptijd: 247 jaar= de omlooptijd van Pluto!
14.5. kometen Staartsterren Bewegen in zeer excentrische banen om de zon Delen: (+ figuur) Kern: bestaat uit ijs en stof Coma: in de omgeving van de zon warmt de kern op en onstaat er een licht stralende waas rondom de kern De staart(en): materiaal dat loskomt van de komeet. geelachtig door de weerkaatsing van zonlicht
Komeet Halley: zichtbaar om de 76 jaar, (foto 1986)
14.7. Meteoroïden, meteoren en meteorieten 14.6. De Oortwolk Buitenrand (bolvormig) van ons zonnestelsel met restmateriaal. 10 000 tot 100 000 AE Kometen met lange periode 14.7. Meteoroïden, meteoren en meteorieten Worden vaak verward! Verschil?
Meteoren =Vallende sterren Door verbranding van deeltjes (vb:meteoroïden) in onze atmosfeer (door wrijving) Als het brokstuk niet helemaal verbrandt, kan een deel op de aarde tercht komen meteoriet Komen meestal in zwermen voor (bv: bij het kruisen van een komeetbaan, 12 aug)
14.8. De zon Grootte: diameter: 1 392 000 km. De diameter van de aarde is ongeveer … dus diameter zon …x de aarde. volume: … Hoeveel keer past de aarde dus in de zon? Energieproductie: Structuur:
14.7. De maan, natuurlijke satelliet Algemene gegevens 384 400 km van de aarde Weerkaatst zonlicht Onvoldoende aantrekkingskracht om een atmosfeer vast te houden. Er is dus ook geen breking van het licht ( geen licht verstrooiing) In de schaduw is het dus pikdonker! En koud! Ook het temperatuurverschil tussen dag en nacht is om die reden groot. Uitzicht Kraters en donkere vlakke gebieden (Maria) Extra gegevens door maanlandingen
Maria: maanzeeën (geen water!) Kraters: Door inslagen: komen vaak voor doordat er geen atmosfeer is. Secundaire kraters (komen voor in kraterrijen) Bodemonderzoek: relatieve tijdschaal Maanbodem Verpulverd gesteente Soms aaneengeklit Maria: maanzeeën (geen water!) Gesmolten gesteente kwam er aan de oppervlakte (lava): basalt: vandaar de donkere kleur Dikwijls in bekkens van grote kraters: cirkelvormig Hooglanden: heldere gebieden
Bewegingen van de maan: Onstaan van de maan: Uit de aarde? (door een grote inslag) Bewegingen van de maan: De maanrevolutie: maan draait rond de aarde siderische <->synodische tijd Ellipsvormige baan; aarde in 1 van de brandpunten (wetten van Kepler) Apogeum, perigeum Maanbaan helt 5°09’ met eclipticavlak! Snijpunten= knopen Gevolgen: de maan komt elke dag 50min later op Schijngestalten Maanrotatie: 27,3 d dark side of the moon!
De getijden
Factoren die getijden beïnvloeden Toepassingen van de getijden Invloed van de maan Grootste invloed! Hoogtij, laagtij Invloed van de zon Springtij, doodtij Factoren die getijden beïnvloeden Toepassingen van de getijden
Verduisteringen of eclipsen Schaduwkegel achter elk hemellichaam: Bestaat uit 2 delen:
Maan gaat door de schaduw van de aarde Geheel of gedeeltelijk Maansverduistering: Maan gaat door de schaduw van de aarde Geheel of gedeeltelijk Voorwaarden: Zon-aarde maan (volle maan) Op 1 lijn! Als de maan in één van de knooppunten staat Zonsverduistering: Maan komt voor de zon Gedeeltelijke, totale of ringvormige verduistering Zon-maan-aarde (nieuwe maan) 1 lijn Afstand maan- aarde