WAT EEN LANDSCHAP TAAK 1
ZEEKLEI 5.000 JAAR V. CHR. NEDERLAND ZAG ER UIT ALS EEN WADDENZEE
ZEEKLEI
ZEEKLEI
ZEEKLEI EILANDEN VOOR DE KUST BIJ VLOED KOMT ER ZEEWATER ACHTER DE EILANDEN HET ZEEWATER KOMT TOT RUST KLEIDEELTJES ZAKKEN NAAR DE BODEM
PLANTENGROEI OP HET NIEUWE LAND KOMT PLANTEN-GROEI. HET IS WEL DRASSIG EN NAT: MOERAS Figuur 9.25 Sedimentatiemilieus op de wadden en kwelders (naar Zagwijn 1986). De kustvlakte-afzettingen zijn grotendeels ontstaan in een waddenmilieu, dus in het bereik tussen laagwater en hoogwater. In een dergelijk milieu wordt het zand tweemaal per etmaal met de vloedstroom vanuit de zeegaten aangevoerd, en in en langs de geulen afgezet. Klei wordt alleen hoger op het wad afgezet, tijdens en direkt na de stroomkentering. Tijdens de kentering is het water rustig, zodat ook de fijnere (klei-) deeltjes kunnen bezinken. De hoogst opgeslibde delen (kwelders of schorren) worden alleen bij zeer hoge waterstanden, tijdens springtij of bij stormvloed, nog overstroomd. De kwelders zijn begroeid met zout-tolerante planten. 6
PLANTENGROEI
PLATENGROEI
LAAGVEEN
LAAGVEEN DE PLANTEN GAAN DOOD PLANTEN VERGAAN NIET ALS ZE ONDER WATER KOMEN PLANTEN WORDEN OMGEZET IN LAAGVEEN
LAAGVEEN
ONTGINNING VAN LAAGVEEN
LAAGVEEN ONTGINNING TURFSTEKEN
TURF
TURF
POLDERS EEN POLDER KUN JE HERKENNEN AAN HET PLATTE LANDSCHAP, ZONDER HEUVELS OF BERGEN. RONDOM DE POLDER LIGGEN DIJKEN. DIJKEN ZORGEN ERVOOR DAT DE POLDER NIET OVERSTROOMD. VAAK ZIJN ER WEILANDEN MET KOEIEN OF AKKERS WAAR ALLERLEI GEWASSEN VERBOUWD WORDEN, ZOALS KOREN OF ROGGE.
POLDERS DE DIJK ZORGT DAT ER GEEN WATER VANUIT DE ZEE IN DE POLDER KAN LOPEN. MAAR ALS HET LANG REGENT, DAN KAN EEN POLDER TOCH VOL LOPEN MET WATER. DAAROM WERDEN ER SLOTEN GEGRAVEN. IN EEN POLDER ZIJN HEEL VEEL SLOTEN. EEN SLOOT BRENGT HET REGENWATER WEER TERUG NAAR DE ZEE OF NAAR EEN RIVIER OF EEN KANAAL.
SLOTEN IN POLDERS
POLDERS
MOLENGANG
MOLENGANG
STOOMGEMAAL
STOOMGEMAAL
POLDERS
POLDERPEIL