Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
TELLEN IN TAAL: de vorm van rekenen en redeneren
Advertisements

Niet echt maar mama zei dat ik naar school moest *hoest* *hoest*
Natuurlijke-Taalinterfaces
Woorden en tijd.....
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Deze Tantra komt uit het noorden van Indië, of je nu bijgelovig bent of niet. Neem toch een paar minuten de tijd. Ze bevat sommige boodschappen die goed.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Veelvoorkomende taalfouten 2
Mehmet.
HOOFDSTUK 3. HET TEGENSPEL.
“Het is niet altijd wat het lijkt.”
Discourse Analysis 2011 PROCESSING. PRONOUNS 3 Inleiding > Age differences in Adults’ Use of Referring Expressions. Petra Hendriks, Christina Englert,
Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie Henriëtte de Swart.
'Om mijn oud woonhuis peppels staan'
Inleiding taalwetenschap
Compositionaliteit, bereik en lambda’s
Dynamische Semantiek Voor beginners Henriëtte de Swart.
Semantiek 1.
Betekenis 2: Compositionaliteit, bereik en lambda’s
Dynamische Semantiek Henriëtte de Swart.
Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels
tijd lexicaal aspect aktionsart lokalisering op tijdsas
Mehmet. Mehmet, belt s‘morgens zijn Chef en zegt:
Natuurlijke-Taalinterfaces week 3 1. evaluatie van een formule in een model 2. vraag-antwoord dialogen 3. Modellen en applicaties.
Natuurlijke-Taalinterfaces week 5 Lambda-termen en Lambda-conversie.
“Het is niet altijd wat het lijkt.”
Natuurlijke-Taalinterfaces Week 1 -- Inleiding 2e trimester 2002/03 docent: Gosse Bouma
Gedragsrepertoire Denken over je denken
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
JUNIOR Mijn vriend.
Semantische Interpretatie Jurafsky & Martin (Ed. 1): Hoofdstuk 15
Les 3 Vragen vorige les De uitkomst De derde man (doet wat hij kan)
Het opbouwen van een data base
Taaloefeningen.
Kunstmatige Intelligentie, 2009/2010, 2e semester Taaltheorie en Taalverwerking Remko Scha Week 11 Discourse.
Voornaamwoorden Enkele opmerkingen over. Enkele opmerkingen over het en dat Voorlopig subject De Coolsingel, het/dat is een brede straat. De Coolsingel,
Taaloefeningen.
De appel valt niet ver van de boom.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
De werkloze… biedt zich aan bij Microsoft om toiletten te poetsen… Bihal Hij krijgt een onderhoud met de personeelschef.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
DEEL 1 LES 4 De basis Les 4 Snijden versie
Taal en logica Over het gebruik van eerste orde propositie/predikatenlogica voor de analyse van natuurlijke taal.
Semantische Complexiteiten van Natuurlijke Taal Cf. Jurafsky & Martin, Ed. 1: Sectie 14.4 (Ed. 2: Sectie 17.4)
Semantiek De studie van betekenis. Vragen Wat is betekenis? Betekenis van wat?
Wat gaan we doen vandaag?
Aspect en Temporele structuur van teksten
Aspect en Temporele structuur van teksten
Temporele structuur van teksten Henriëtte de Swart Variatie in Betekenis.
Temporele structuur van teksten Henriëtte de Swart Variatie in Betekenis.
Werkwoorden in de v.t. Reeks 1.
Verkeerde verwijswoorden
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
Briant College Fictie h4 Tijd. Briant College ­ Op welke manier een schrijver ‘tijd’ gebruikt in een verhaal. 2 Wat ga je deze les leren.
Docentinstructie: Het is aan te bevelen de eerste dia’s klassikaal te tonen en met uitleg te bespreken. Als na zes dia’s een korte demo van Celsius/Fahrenheit.
Taaloefeningen.
Janny van de Velden, Consulent veiligheid en gezondheid.
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 WATER
Betrekkelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les
Beste ath 4..
Welkom Havo 5..
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
GAME MAKER ONLINE Les 1 / Sokoban Michel Fiege.
Natuurlijke-Taalinterfaces
Transcript van de presentatie:

Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory

Natuurlijke-Taalinterfaces2 Semantiek en Context: Pronomina •Jan kocht een computer. •Hij had er snel spijt van. •Hij deed het niet –Voornaamwoord verwijst naar een NP in de voorafgaande zin.

Natuurlijke-Taalinterfaces3 Semantiek en Context: Pronomina •Jan kocht een computer.   x (computer(x) & kopen(j,x)) •Hij had snel spijt. •spijt(y)   x (computer(x) & kopen(j,x)) & spijt(y)  En vervang y door j …..

Natuurlijke-Taalinterfaces4 Semantiek en Context: Pronomina •Jan kocht een computer.   x (computer(x) & kopen(j,x)) •Hij deed het niet   x (computer(x) & kopen(j,x)) & doen(y)  En vervang y door x, en zorg dat  x bereik heeft over hele dialoog

Natuurlijke-Taalinterfaces5 Semantiek en context: ellipsis • Jan kocht een computer. • Marie ook. – Marie kocht ook een computer • Wanneer wilt U naar Assen reizen? • Om drie uur – Ik wil om drie uur naar Assen reizen • De interpretatie van elliptische zinnen hangt af van (wordt aangevuld met) materiaal uit de voorafgaande dialoog.

Natuurlijke-Taalinterfaces6 Semantiek en Context: Tijd en events •Jan kocht een computer. –Gebeurtenis speelt zich af in het verleden. •Thuis opende hij meteen de kast. –Kopen-event gaat vooraf aan Openen- event. •Dat beviel Marie niet. –Dat verwijst terug naar openen-event.

Natuurlijke-Taalinterfaces7 Predicaatlogica •Formule is waar/onwaar in een model, •Betekenis van een zin hangt niet af van voorafgaande zinnen of dialoog, •Weinig ruimte voor interpretatie in context, •Geen gebeurtenissen of events.

Natuurlijke-Taalinterfaces8 Discourse Representation Theory • Zin wordt geïnterpreteerd in een context, • Betekenis van een zin = – De informatie die een zin toevoegt aan een context, – Context Change Potential • DRT wordt gebruikt om allerlei discourse fenomenen te bestuderen. • Vandaag: pronomina.

Natuurlijke-Taalinterfaces9 Discourse Representation Structure • Een context wordt geformaliseerd als een DRS: • Een doos, met 2 compartimenten: • referents, • conditions • Nieuwe zinnen voegen informatie aan de DRS toe. X = jan computer(Y) kopen(X,Y) X Y Jan koopt een computer

Natuurlijke-Taalinterfaces10 Indefiniete NPs •In DRT introduceren indefiniete NPs (een computer) een nieuwe discourse referent. •In DRT bestaat er geen existentiële kwantor. X = jan computer(Y) kopen(X,Y) X Y Jan koopt een computer

Natuurlijke-Taalinterfaces11 Eigennamen •In DRT introduceren eigennamen (Jan, Pieper, Sabine) – een nieuwe discourse referent X en – een conditie X = naam X = jan computer(Y) kopen(X,Y) X Y Jan koopt een computer

Natuurlijke-Taalinterfaces12 Pronomina •Een pronomen introduceert – een referent Z, en – een conditie Z=X, waar X een accessible referent in de DRS is. X = jan computer(Y) kopen(X,Y) spijt(Z) Z = X X Y Z Jan koopt een computer. Hij heeft spijt

Natuurlijke-Taalinterfaces13 Pronomina X = jan computer(Y) kopen(X,Y) doen(Z) Z = Y X Y Z Jan koopt een computer. Hij doet het niet • Resolutie van pronouns kan ambigu zijn

Natuurlijke-Taalinterfaces14 Implicatie & Inbedding •Een NP met een universele kwantor of •een als-dan zin, •introduceert een implicatie. •De antecedent en consequent zijn zelf weer DRS-en.

Natuurlijke-Taalinterfaces15 Implicatie X = Jan Computer(Y) Kopen(X,Y) X Y Spijt(Z) Z = X Z Als Jan een computer koopt, dan krijgt hij spijt n.b. X is een accessible referent voor Z

Natuurlijke-Taalinterfaces16 Accessibility • Een pronomen X introduceert een conditie X=Y, waar Y een referent is in een DRS die accessible is vanuit de DRS die X bevat. • DRS A is accessible vanuit B als – A = B (accessibility is reflexief), of – C is accessible vanuit A en B vanuit C (transitief)  A  B (antecedenten zijn accesible vanuit consequent), of  A bevat de conditie ¬B, B v C, C v B, of B  C (voor een C).

Natuurlijke-Taalinterfaces17 Voorbeelden •Jan bezit een computer. Hij is blij. •*Geen computer werkt. Hij is stuk. •*Alle vrouwen bezitten een computer. Ze is blij. •Als een boer een ezel bezit, dan slaat hij hem.

Natuurlijke-Taalinterfaces18 Negatie  Hd(X) Kapot(X) Heeft(Z,X) Z = ??? Z X computer(Y) werkt(Y) Y Geen computer werkt. Hij heeft een kapotte HD. Y is geen accessible referent voor Z.

Natuurlijke-Taalinterfaces19 Implicatie werken(Z) Z = ?? Z vrouw(X) X slapen(X) Alle vrouwen slapen. Ze werkt. X is geen accessible referent voor Z

Natuurlijke-Taalinterfaces20 Implicatie boer(X) ezel(Y) bezit(X,Y) X Y Slaan(Z,V) Z = X V = Y Z V Als een boer een ezel bezit dan slaat hij hem. n.b. Y is een exist var in antecedent, maar Kan toch een variabele binden in consequent

Natuurlijke-Taalinterfaces21 Semantiek •Een model M maakt een DRS D waar als: –Er een manier is om de referenten in D aan objecten in M te verbinden, zodat alle condities waar zijn in M.  A  B is waar wanneer alle manieren om A waar te maken in M een manier om B waar te maken in M opleveren.

Natuurlijke-Taalinterfaces22 Huiswerk •Lees B&B, deel II, hoofdstuk 1