Lesplanning 3.2 blz. 46 + 47 Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz. 46 + 47 Zelfstandig werken,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H20:Voorraadwaardering
Advertisements

Samenvatting H5+H6 Maak de opgaven (ook bouwstenen)
Zelfstandig Leren Lezen
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
Opdracht Gerealiseerde omzet 125%
Opdracht Begroting - rekening.
14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan.
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
Proef- en de saldibalans
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
EMZ2 H1 De functionele indeling
Hoofdstuk 5: Werken voor de winst
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Omzet.
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
H1.2 Het exploitatieoverzicht 16 november 2012
H 22: Brutowinstopslagmethode
Welvaart Hoofdstuk 2.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Goedemiddag H3b.
Goedemorgen H3b.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Les 4 Inzichtvragen 1 t/m 3 WERKBOEK blz 15 en 16.
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3 Uitgedeelde stencil Rekentrainer!
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Een verandering = -Een afname -Een toename (nieuwe bedrag – oudste bedrag) : oudste bedrag X 100 =...%
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Lesplanning economie Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.6 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Bespreken proefwerk Uitleg docent 2.3
6.2 Maak je winst? Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
Hoofdstuk 2.
Stap 3; Constant of Variabel?
Exploitatiebegroting Deel 2
Goederen en inkoop H7 Rendement inkoopbeleid Ondernemer detailhandel.
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Economie H1 Omzet en winst Manager Handel.
Verkoopcijfers H1 Omzet en winst Eerste verkoper.
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Pag 137 t/m 143. Waar gaan we het vandaag over hebben? samenvatten vorige week / toets Prijsberekening in de detailhandel Maar nu eerst …….. Een filmpje.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
T4 ECONOMIE Hst 5 aan de slag!.
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
3.1 PRODUCTIE.
verwarring begrippen omzet of winst
Brutowinst en nettowinst
Vmbo 2 economie Goede producten?
Omzet en inkoopwaarde.
De brutowinstmethode  .
Welkom havo/vwo 3..
Welkom Havo/vwo 3..
Examenopgave Havo M&O opgave 3
Afzet = Aantal verkochte producten
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Omzet in kengetallen
BASISREKENVAARDIGHEDEN
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Transcript van de presentatie:

Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken, oordopjes verdienen? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.

Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode Inkoopwaarde = bedrag dat is betaald voor de inkoop van de goederen/ diensten Brutowinst = verschil tussen omzet en inkoopwaarde. Dus: omzet - inkoopwaarde Overige bedrijfskosten= kosten die nodig zijn om te produceren of om je winkel open te houden (elektriciteit, arbeid, enz.) Nettowinst = verschil tussen brutowinst en bedrijfskosten, dit is voor de eigenaar van het bedrijf/ winkel Dus: brutowinst - bedrijfskosten Omzet = AFZET x VERKOOPPRIJS afzet= aantal verkochte producten verkoopprijs = gemiddelde prijs per producht

VRAAG: Joyce verkoopt in haar kledingwinkel 5000 kledingstukken. Gemiddeld worden deze voor €44,- per stuk verkocht. De inkoopwaarde daarvan is €88.000,- en de overige bedrijfskosten zijn €77.000,- Wat is de omzet, de brutowinst en de nettowinst? Omzet = € ( €44 x 5000) Inkoopwaarde= € Brutowinst = € Overige bedrijfskosten = € Nettowinst =€ Brutowinst = omzet - inkoopwaarde Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten - - Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode Omzet = AFZET x VERKOOPRIJS afzet= aantal verkochte producten verkoopprijs = gemiddelde prijs per product

€ 90 x 200 = € €72 per schoen x 200 schoenen = € Totale brutowinst = totale omzet – totale inkoopwaarde € € = €3.600 Brutowinst = €3.600

Twee manieren uitrekenen

Omzet per schoen Inkoopprijs per schoen € 90 - €72 = €18 brutowinst per schoen Deel : geheel x 100 = …% €18 x 200 = €3.600 totale bruto winst Omzet = €90 x 200 = € Deel : geheel x 100 = ….% dus-> €18 : € 90 x 100 = 20% dus -> €3.600 : € x 100 = 20%