Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H 36 (Havo)/ H 43 (Vwo): Solvabiliteit
Advertisements

Procenten Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop prima rekenen met procenten Elke keer als je klaar bent met lezen, klik je op een toets.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Rekenen met procenten Rekenen met procenten.
Cirkels…omtrek en oppervlakte
Een volledig voorbeeld
Lesplanning • Binnenkomst • Intro • Vragen huiswerk • Uitleg docent 2.5 • Zelfstandig werken, met radio?? • Afsluiting van de les. • Lokaal verlaten.
H 27: Kostprijs bij homogene productie.
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Hoofdstuk 6 - Boekhouden
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
Rekenen met procenten Rekenen met procenten.
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
De toets data 2kb juni 2kc juni 2kd 20 juni 2ke 17 juni   2ma 19 juni
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Hoofdstuk 2: § 2.1: Procenten
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
REKENEN.
Regels voor het vermenigvuldigen
Goedemiddag H3b.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 16 Inzichtvraag & 77 t/m 80
A5 Management & Organisatie
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3 Uitgedeelde stencil Rekentrainer!
Samenvatting Wat moet je leren/ oefenen? Heel hoofdstuk 2
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Lesplanning 6.4, blz Binnenkomst. Ging dit goed? Intro. Bespreken proefwerk hoofdstuk 5 Uitleg docent paragraaf 6.4, blz Zelfstandig.
Lesplanning 1.2 Binnenkomst Intro Uitleg docent Zelfstandig werken, oordopjes verdienen? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Een verandering = -Een afname -Een toename (nieuwe bedrag – oudste bedrag) : oudste bedrag X 100 =...%
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Lesplanning 6.7 Deze les oefenen met moeilijke opgaven met behulp van 6.7 Volgende les samenvatting 24 april proefwerk hoofdstuk 6.
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Pietje heeft op 1 januari 2008 een bedrag van € 400 op een spaarrekening gezet. De rente is 3,5%. Hij laat de rente op de rekening staan. Op 1 januari.
Lesplanning economie Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.6 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning Binnenkomst Intro Bespreken proefwerk Uitleg docent 2.3
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.3 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.4 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Wat moet je elke les bij je hebben? handboekwerkboek Potlood: hiermee maak je de opgaven. Pen: hiermee kijk je na, je verbetert fouten met pen en gumt.
Vraagje: Is deelbaar door 2? En door 3? En 4? En 6?
Les voor groep 8 Pak je stoel en kom aan de instructietafel
Informatieavond OBS De Werkschuit

Gebruik grafische rekenmachine bij M&O via de TVM-solver
Samenvatting hoofdstuk 1
Conjunctuur.
1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV)
Algemene Ondernemersvaardigheden
Algemene Ondernemersvaardigheden
Vraagstuk: korting ( type 1)
Algemene Ondernemersvaardigheden
Drill Getaldictee 2 234, ,07 549, , ,
Interest berekeningen
Procentuele afname berekenen
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Exponentiele toename en afname
verwarring begrippen omzet of winst
H3 Financiering van een bedrijf
Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie
Rekenen MZ4.
Transcript van de presentatie:

Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Uitleg docent 2.7, paragraaf 6 doen we niet! Zelfstandig werken, oordopjes?? Lokaal verlaten.

Procentrekenen Pietje leent €30.000 bij de bank. Hij moet 6,75% rente per jaar betalen. Hoeveel moet Pietje per jaar aan rente betalen? €30.000 = 100% 1%= €30.000/ 100 1% = €300 6,75% = €300 x 6,75 6,75% = €2025 Dus Pietje betaalt €2025 rente per jaar

Een verandering = Een afname Een toename Procenten uitrekenen van het totaal:

Voorbeeld: Ibrahim koopt een paar sportschoenen die afgeprijsd zijn van €85 naar €59,50. Hoeveel procent bedraagt de korting? Nieuw: €59,50 Oud: €85 ( ) (€59,50 - €85) : €85 X 100 = -30 korting = 30% LET OP, GEBRUIK DE HAAKJES! Anders is het antwoord fout.

5 Er werken in een dorp 240 mensen als ambtenaar 5 Er werken in een dorp 240 mensen als ambtenaar. In totaal wonen er 6000. Hoeveel procent werkt als ambtenaar? Schrijf de berekening hieronder op 240 : 6000 x 100 = 4 4% van de werkenden zijn ambtenaar

Bereken hoeveel procent Pietje in 2010 meer verdiende dan in 2009. 1. Pietje heeft in het jaar 2010 € 28.000 verdiend. In 2009 verdiende hij € 26.000. Bereken hoeveel procent Pietje in 2010 meer verdiende dan in 2009. 1A Welke formule gebruik je? (nieuw - oud) : oud x 100 = …..% 1B Schrijf de berekening hieronder op (28.000-26.000):26.000 x100 = 7,7 % dus zijn loon stijgt met 7,7% 2. Pietje heeft dus € 28.000 verdiend. In totaal verdiende iedereen bij dat bedrijf € 300.000 Hoeveel procent was het loon van Pietje van het totaal? 2A Welke formule gebruik je? Deeel : geheel x 100 = ……% 2B Schrijf de berekening hieronder op 28.000 : 300.000 x 100 = 9,3%

Hoeveel procent is €300 van €1200? Wat is de verandering in procenten als het bedrag stijgt van €350 naar €450? Hoeveel is 18,75% van €350? 300/1200 x 100= 25% (450-350) / 350*100= 28,6% 350 /100*18,75= €65,6