Methodes voor de bepaling van de populatiedichtheid:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Toepassingen met integralen
toepassingen van integralen
havo A Samenvatting Hoofdstuk 9
Havo5 WA Extra opgaven.
Werking van ecosystemen
Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode.
Kun je complexe problemen oplossen.
Ecologie VWO 5.
Ecosystemen Hoofdstuk 3.
Inleiding: De bepaalde integraal
Het prijs- of marktmechanisme I
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 14
Assenstelsels en het plotten van Functies in LOGO
Populaties populatiedichtheid.
De organisatieniveaus van de ecologie
Abiotische en biotische factoren
Indonesië.
Basisboek BB 88: wereldecosystemen
Thema 3: Ecologie.
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 6
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 4
Populaties VWO 5.
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
Bouwfysica kouddak-constructie Warmte- en vochtberekening van een
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
Eigenschappen van hoeken
Doorsnede van een rivier
De omtrek van een cirkel
v(t) = v(0) + at v(6) = 0 + 46 v(6) = 24m/s Δx = vgem x t
Ecologie Basisstof 6: Successie Basisstof 7: Aanpassingen bij dieren Basisstof 8: Aanpassingen bij Planten.
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
6 Vaardigheden 6.1 Rekenvaardigheden Rekenen in verhouding
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Verdunningen berekenen
Hoofdstuk 11: Ecostromen
4 basis en kader, hele hoofdstuk
ECOLOGIE.
Ik mocht voor plannex een opdracht over de merel doen. Ik vond het gelijk leuk. Maar het was wel moeilijk.
Zuurgraad Verband pH en [H 3 O + ] – pH = - log [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH – pH = 3,56 Wat is [H 3 O + ] – [H 3 O + ] = 10 -pH = Hoe zit het met.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3.
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Ecologie Thema1.
ECOLOGIE.
Breking. . Lucht water Licht verplaats zich door de ene stof makkelijker dan de ander. Net zoals de honden die hier rennen Lichtsnelheid.
Biosfeer.
Ecologie' 17 .
Natuur in Nederland Hoe gaat het met de natuur in Nederland?
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Gemeenschaps- en systeemecologie (Ba3) Werkcollege Diversiteitsindices
Thema 3 ecologie.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Populaties Ecologie 7.4.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
De natuur in Nederland Hoe gaat het met de natuur in Nederland?
Kommagetallen vermenigvuldigen en delen
Transcript van de presentatie:

Methodes voor de bepaling van de populatiedichtheid: Populaties De populatiedichtheid is het aantal individuen van een populatie per eenheid van oppervlakte of volume (in water of bodem). Methodes voor de bepaling van de populatiedichtheid: Directe telling Kwadrantmethode (Lijn)Transectmethode Merken en terugvangen

Directe telling; b.v. bij kleine populaties (bomen, grote zoogdieren) Kwadrantmethode; telling van een steekproef; telling op een bepaald klein oppervlak. De totale populatie wordt vervolgens geschat door te vermenigvuldigen met de verhouding tussen het kleine oppervlak en het totale oppervlak waar de populatie thuis hoort. b.v. Op een weiland van 1 hectare komen op 1 m2 10 paardenbloemen voor. Hoe groot is de totale populatie op dit weiland?

(Lijn)Transect methode; Als een populatie voorkomt in een ecosysteem waarin er overgangen zijn in abiotische of biotische factoren dan zal de verspreiding van de populatie niet gelijk zijn over dat gebied. Door het uitzetten van een proefstrook (=transect) door het ecosysteem waarin de verschillende factoren in een gelijke verhouding terugkomen als in het ecosysteem kan toch de populatiegrootte in het ecosysteem bepaald worden.

Donkergroen gespikkeld = Bos Lichtgroen met schuine streepjes= gras Paars = heide Blauw met golfjes = sloot (=onderaan) Bruin = zandpad (Dunnere lijn langs bos) Zoek een juist passend lijntransect door dit gebied en teken dit op boven passend plaatje.

Merken en terugvangen; Voorbeeld van een berekening o Men vangt in een gebied 15 konijnen, merkt ze en zet ze terug. o Enkele dagen later vangt men 29 konijnen en daarvan zijn er 4 gemerkt. Bereken de populatiegrootte o Stel de populatiegrootte is X. o In de populatie is de verhouding gemerkt: totaal = 15 : X. o Bij de steekproef was de verhouding 4: 29.

o Beide verhoudingen zijn aan elkaar gelijk. Dus 15 : X = 4 : 29. o Hieruit volgt dat 4X = 15 x 29. Dus X = 435/4 = 109.