Hoofdstuk 2 Selectie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Wat gebeurt er eigenlijk allemaal in en met de bloem?
Een Gen voor Homoseksualiteit?
Teylingen College 2012 Bloemen, vruchten, zaden.
BLOEMEN, ZADEN EN VRUCHTEN
Thema 4 DNA Ongeslachtelijke voortplanting.
Bloemen, vruchten, zaden
Levensvragen Over geluk…..
Thema: Voortplanting bij bloemplanten
Orchideeën Met haar wel soorten wereldwijd zou de orchideeënfamilie best de grootste bloeiende plantenfamilie kunnen zijn. Enkele daarvan zie je.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Als een goed voorbeeld van een ondersteunende factor vanuit de digitale hoek heb ik zelf een PowerPoint gemaakt voor het Thema Bloemen zaden vruchten.
B2 De bouw/functie van bloemen
Sociaal gedrag.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Thema 2 Planten Basisstof 1 K4
Tussentijdse evaluatie
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Die Nachtegaal serenade
De Tijger.
Vlinders Daphne voorbach
Thema 4 DNA 4.1 t/m 4.5.
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Ecologie Basisstof 6: Successie Basisstof 7: Aanpassingen bij dieren Basisstof 8: Aanpassingen bij Planten.
Erfelijkheid Thema 4.
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
De Bij Renzo Wage Groep 5.
Basisstof 1: De evolutietheorie
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Erfelijkheid.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 Soorten en namen. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Ik mocht voor plannex een opdracht over de merel doen. Ik vond het gelijk leuk. Maar het was wel moeilijk.
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
ERFELIJKHEID.
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Ecologie Thema1.
Paragraaf 4 Voortplanting bij planten
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Hoofdstuk 5 Seksualiteit. Ongeslachtelijke voortplanting 1 ouder aseksueel Ontstaan identieke nakomelingen aan ouder (DNA)  Klonen Voorbeelden:  Bacteriedeling.
Ontdekkingen in de zomer
PLANTEN voortplanting
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
ERFELIJKHEID.
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Les 6 Replicatie: voortplanting en genomics
Voortplanting bij planten (9,4)
Natuurlijke voortplanting en anatomie
Seksuele selectie.
Seksuele selectie.
ERFELIJKHEID.
Bloemen, vruchten, zaden
H4 Voortplanting § 1. Reductiedeling.
Hoofdstuk 5 Seksualiteit.
ERFELIJKHEID.
Bloemen, vruchten, zaden
Natuurlijke selectie.
Planten 4 VMBO BB Thema 1.
Vermeerdering.
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 2 Selectie

Evolutionaire Selectie Natuurlijke selectie kan op veel verschillende manieren plaatsvinden; Selectie op het omgaan met abiotische (niet-levende) milieufactoren, zoals temperatuur, vochtigheid, pH, samenstelling bodem, etc. Selectie op het omgaan met biotische (levende) milieufactoren, zoals het vinden en/of verzamelen van voedsel, voorkomen dat jijzelf wordt opgegeten (bescherming, camouflage, etc.) maar een hele belangrijke hierin is ook; Reproductieve selectie: hoeveel nakomelingen krijg je en hoe succesvol zijn zij? Succesvol is in dit geval hoeveel nakomelingen krijgen zij weer etc. etc.

Ongeslachtelijke voortplanting 1 ouder aseksueel Ontstaan identieke nakomelingen aan ouder (DNA)  Klonen Voorbeelden: Bacteriedeling Knollen en uitlopers bij planten (ook stekken) Enkele insecten (wandelende tak, bladluis) Ook enkele salamanders, hagedissen, slangen Meeste soorten kunnen ook gewoon geslachtelijk voortplanten

Ongeslachtelijke voortplanting Voordelen 1 ouder nodig, dus snel en minder inspanning noodzakelijk Als eigenschap gunstig is hebben alle nakomelingen deze Nadelen Alle nakomelingen zelfde eigenschap  kans op uitsterven indien nadelig

Geslachtelijke voortplanting Seksuele voortplanting Nakomeling krijgt helft genetisch materiaal van beide ouders (zaadcellen en eicellen) Nakomelingen uniek Niet altijd fysiek contact man en vrouw (bijv. vissen, planten)

Geslachtelijke voortplanting Voordeel Ontstaan nieuwe genetische combinaties  soms gunstig Nadeel Ontstaan nieuwe genetische combinaties  ongunstig (ziekte of slechte aanpassing) 2 ouders nodig Ongeslachtelijk Geslachtelijk X

Natuurlijke selectie Charles Darwin (evolutietheorie) Demonstratie Nieuwe allelen-combinatie biedt voor en nadelen bij het overleven in een omgeving. Is deze eigenschap gunstig  uitbreiden onder soort Best aangepaste organisme produceren meeste nakomelingen = natuurlijke selectie

Seksuele selectie Het veroveren van de partner, seksuele selectie, is voorbeeld van natuurlijke selectie Man: Wil zoveel mogelijk genen doorgeven Vrouw: Wil beste genen ontvangen Leidt tot imponeergedrag mannetjes (uiterlijk en gedrag) Veel dieren paartijd

Strijd om de beste genen… Herten proberen met hun grote gewei het vrouwtje te imponeren. Dit kan leiden tot een echte strijd tussen twee mannetjes

Strijd om de beste genen… De fregatvogel lokt een wijfje met een combinatie van vorm en kleur. Met zijn zwarte verenkleed valt hij niet zo op. Maar hij heeft een keelzak die hij tijdens de paartijd kan opblazen tot een grote rode ballon. De rode kleur is voor een wijfje belangrijk: fregatvogelmannetjes met een minder fel gekleurde keelzak zijn meestal in een minder goede conditie, kunnen last hebben van parasieten of hebben een ondergeschikte positie. Een wijfje zal daarom  bij voorkeur kiezen voor een felrode ballonman!

Strijd om de beste genen… Om indruk te maken op een wijfje pronkt een mannetjespauw uitbundig met zijn lange, kleurrijke staart

Strijd om de beste genen… Sommige dieren vertonen alleen in de paartijd bepaalde kleurvlekken op hun lichaam. De mandril is zo'n dier. Normaal heeft het gezicht van een mannetjesmandril lichtblauwe en rozige tinten, maar tijdens de paartijd veranderen deze kleuren onder invloed van hormonen in felrood en felblauw. Zo heeft zijn gezicht dezelfde kleuren als zijn geslachtsorganen, wat extra prikkelend voor een wijfje is.

Strijd om de beste genen… Een prieelvogelmannetje heeft geen indrukwekkende versieringen aan zijn lijf die hij mee moet slepen. Om een wijfje te verleiden heeft hij een andere methode: Hij bouwt een opvallende baltsplaats waar hij voor gaat staan zingen en dansen.

Strijd om de beste genen… Omdat de vlinder 's nachts actief is, kan een deze mot geen mooie kleuren gebruiken, zoals de dagvlinders, om een wijfje te verleiden. Daarom lokt een mannetje een wijfje door feromonen uit te scheiden. Dat zijn geurstoffen die specifiek bij de partnerkeuze betrokken zijn.

Strijd om de beste genen… In de paringsperiode maakt het sprinkhaanmannetje hoge, tsjirpende geluiden door met zijn poten tegen zijn vleugels te wrijven. Zo verspreidt hij een min of meer regelmatige melodie. Wanneer de liefdeszang binnen het gehoorbereik van een naburig wijfje valt, beantwoordt ze hem door op een vrouwelijke manier terug te roepen: met een zachter en lieflijker getsjirp. Het sprinkhaanmannetje past hierop zijn melodie aan: zo ontstaat een vraag-en-antwoord spel

Strijd om de beste genen… Bij de zeeolifant doen de mannetjes een echt concurrentiespel. Hier kunnen zelfs slachtoffers bij vallen. De winnaar paart met alle vrouwtjes

Aparte vormen van voortplanting Honingbij Onbevruchte eicel  wordt dar Bevruchte eicel  wordt werkster Hermafrodiet 2-slachtig Wormen, sponzen, slakken Plantenwereld heel normaal (stamper/meeldraad)

Seksuele relaties Polygaam 1 man, meerdere vrouwen Veel zoogdieren (leeuw, chimpansee) Man vaak groter dan vrouw (imponeren) Groepsseks (extreem voorbeeld polygamie) Iedereen met iedereen Bijv. bonobo’s: alle conflicten afgehandeld met seksueel contact. Monogaam Veel vogels (1 broedseizoen), mens, gibbon Verder Homoseksualiteit o.a. bij bonobo’s, vogels, vissen, reptielen, inktvissen Soloseks

Huiswerk Maak opdracht 1 van basisstof 1