De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ERFELIJKHEID.

Verwante presentaties


Presentatie over: "ERFELIJKHEID."— Transcript van de presentatie:

1 ERFELIJKHEID

2 Ongeslachtelijke voortplanting
-Vermeerdering door versmelting van twee geslachtscellen. Eén afkomstig van de ene ouder en de andere van de andere ouder. -Genotype van nakomelingen verschillend van dat van de ouders. Ongeslachtelijke voortplanting -Groei/vermeerdering door celdeling -Genotype van nakomelingen gelijk aan dat van de ouders. Stekken -Voorbeelden: Knollen en bollen

3 Erfelijke informatie - ligt op de genen
- de genen liggen op chromosomen - chromosomen zijn gepaard, dus óók de genen zijn gepaard - alle chromosoomparen zijn identiek, m.u.v de geslachts-chromosomen bij een man

4 Chromosomen-portret Vrouw Man

5 Lichaamscel van de mens: Geslachtscel van de mens:
Celdeling: “reductie” deling: chromosoomparen gesplitst “gewone” celdeling; copie geslachtscel Lichaamscel van de mens: Geslachtscel van de mens: 22 paar “gewone” chromosomen 22 “gewone” chromosomen 1 geslachtschromosoom 1 paar geslachtschromosomen

6 Verwarrend…………………… X Y X X X Y
Genen worden voor het gemak aangeduid met Letters De gebruikte letters kunnen wisselen maar meestal gebruiken we de A of B Echter …..óók de geslachtschromosomen worden aangeduid met letters. We hebben twee soorten: het ene is ongeveer half zo groot als het andere. X Y X X X Y

7 Let op! Ook een geslachtscel bevat een geslachtschromosoom.
Bijv. zaadcel/spermacel of eicel Er komt er maar één in voor, want de paren zijn gesplitst. Als een geslachtscel een X-chromosoom heeft kan deze van een jongen (zaadcel) of van een meisje (eicel) zijn. Let op: Een eicel heeft altijd een X en een zaadcel heeft 50% kans op een X-chromosoom Elke lichaamscel bevat twee geslachtschromosomen. Bijv. in een spiercel, zenuwcel, beencel enz. Het is een paar  dus 2x Als de chromosomen ongelijk van vorm zijn: is het een jongen. Namelijk een X en een Y Let op: In cellen van bijv. een haar kun je al zien of het een jongen of een meisje is.

8 Geslachtelijke voortplanting
De vrouwelijke geslachtscel (eicel) smelt samen met de mannelijke geslachtscel (zaadcel). + Vrucht = lichaamscel Zaadcel Eicel Hierdoor ontstaan nieuwe combinaties van de chromosoom-paren…. ….en dus ook…… nieuwe combinaties van de genen-paren + a A Aa

9 Tweelingen Eéneiige tweeling
Kernen van één eicel en één zaadcel smelten samen en je krijgt één bevruchte eicel. Daarna deelt deze bevruchte eicel zich in twee “bevruchte” eicellen. Ze hebben hetzelfde erfelijk materiaal. Kind 1 Kind 2 Twee-eiige tweeling Twee aparte eicellen worden bevrucht door de twee verschillende zaadcellen. Dus verschillende erfelijke eigenschappen bij zowel de eicel als de zaadcel en dus bij het kind. Kind 2 Kind 1

10 Begrippen Genotype Fenotype
De informatie voor erfelijke eigenschappen v/e organisme (informatie op de harde schijf) Fenotype Uiterlijke verschijningsvorm v/e organisme (wat zie je) Bepaald door: Genotype Invloeden uit het milieu

11 Begrippen 2 Homozygoot heterozygoot Dominant gen Recessief gen
Het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee gelijke genen. Homozygoot heterozygoot Het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen Dominant gen -Een gen dat altijd tot uiting komt in het fenotype (“baas”) -aangegeven met een HOOFDLETTER -een gen dat allleen tot uiting komt in het fenotype, als het dominante gen afwezig is (slaaf) Recessief gen -aangegeven met kleine letter

12 Hoe was het ook al weer?? De vrouwelijke geslachtscel (eicel) smelt samen met de mannelijke geslachtscel (zaadcel). + Vrucht = lichaamscel Zaadcel Eicel Hierdoor ontstaan nieuwe combinaties van de chromosoom-paren…. ….en dus ook…… nieuwe combinaties van de genen-paren

13 Kruisingsschema`s Een kruisingsschema van een kruising tussen een cavia die homozygoot dominant is voor een zwarte vacht (A) en een witte cavia : A A Homozygoot dominant: aa Homozygoot recessief: AA X aa P (parent) a A Geslachtscellen F1 (1e generatie) Aa

14 Volledig kruisingsschema
aa AA X P (parent) a A Geslachtscellen Aa F1 (1e generatie) Aa Aa X A óf a A óf a Geslachtscellen A a F2 (2e generatie) A AA Aa a Aa aa

15 F2 A a A AA Aa a Aa aa aa Welke genotypes zien we in de F2? AA Aa 1 In welke verhouding? 1 : 2 : 25% 50% 25% Wit Zwart Welke fenotypes zien we in de F2? : 3 1 In welke verhouding? 25% 75%

16 Wat kan je van de ouders vertellen van iemand met een bekend genotype?
Aa De ene ouder heeft minimaal een A (A?) De andere ouder heeft minimaal een a (a?) Deze persoon heeft een broer met aa. Geeft je dit nu meer informatie? Je weet nu dat beide ouders een a hebben!! Gecombineerd met de eerdere info (Aa) De ene ouder heeft een A en een a (a?) De andere ouder heeft minimaal een a

17 Gegevens: Bruin haar is dominant over blond haar.
Wat zou een juiste benaming voor het gen voor bruin haar zijn??? A óf B, of C etc Vul in onderstaande stamboom in wat je weet!! a a A a - - - - A a A a a a - - - - - -

18 A A A a A a A A a a A A A Vader en/of moeder heeft een a - - - - - -
- - - - A a - - A a A A - - - - - - a a - - A A A - - - - - -

19 mutaties Mutatie = Plotselinge verandering van het genotype door een beschadiging aan een gen In een lichaamcel? Meestal geen problemen Eventueel ongeremde groei v/d cel – kanker Het blijft beperkt tot één individu Eventueel ongeremde groei v/d cel In een geslachtscel? Mogelijk doorgegeven aan het nageslacht Mutageen = chemische stof die het DNA beschadigd.

20 Mutaties Gevolgen atoombom Hiroshima

21 Kanker Kanker is een kwaad aardig gezwel
Een gezwel ontstaat door ongeremde celdeling. Uitzaaiing (metastase) de kankercellen komen in de rest van het lichaam en delen daar verder. Kwaadaardig gezwel De gevormde cellen dringen omliggend weefsel wel binnen. Goedaardig gezwel De gevormde cellen dringen omliggend weefsel niet binnen.

22

23 Erfelijkheidsonderzoek
Door onderzoek naar genen van de mens weten we waar erfelijke eigenschappen liggen. Door onderzoek kunnen we zien of iemand een erfelijke eigenschap bezit en risico loopt.

24 Genetisch advies Meeste genen voor erfelijke ziekte recessief
Drager: draagt het recessiefe gen, niet ziek. Risicogroep: beide ouders zijn drager Genetisch advies: geeft de kans aan dat een kind wordt geboren met de erfelijke afwijking.

25

26 Echoscopie

27 Vlokkentest

28 Vruchtwaterpunctie

29 Wat kunnen we met deze kennis doen??
Veredeling Alleen individuen met gunstige eigenschap gebruiken om mee te fokken. = Kunstmatige selectie: Genetisch advies Onderzoek naar de kans dat iemand een kind met een bepaalde erfelijke ziekte of afwijking krijgt. Prenataal onderzoek Vóór de geboorte wordt onderzocht of een kind een afwijking heeft (echoscopie, vlokkentest, vruchtwaterpunctie) Biotechnologie

30 Kunstmatige selectie Handelaar: oranje vlinders zijn meer waard.
Alleen met oranje vlinders voortplanten

31 Biotechnologie techniek waarbij organismen worden gebruikt om producten te vervaardingen voor de mens * Productie van voedingsmiddelen,hormonen en geneesmiddelen Voorbeelden: Gist Bier, brood, wijn Bacteriën: Yoghurt, zuurkool * Genetische modificatie: Erfelijke eigenschappen verandert Recombinant DNA-technieken: DNA van het ene organisme inbouwen in een ander organisme * Kloneren Uit één cel vele nakomelingen laten komen Alle nakomelingen zijn genetischidentiek aan elkaar * Misdaadbestrijding door DNA onderzoek

32 Recombinant-DNA-techniek
In het DNA van een organisme nieuwe erfelijke informatie inbrengen

33 Recombinant DNA techniek
Soort B Soort A -Grote oogst -Té klein voor verkoop Transgeen -Grote aardappelen -Grote oogst -Ongevoelig voor ziekten -Grote aardappelen -Gevoelig voor ziekten -Ongevoelig voor ziekten

34 Klonen

35 5

36 Maar pas op………………………………

37

38

39

40

41

42

43

44

45


Download ppt "ERFELIJKHEID."

Verwante presentaties


Ads door Google