Zelfstandige ondernemers in nood Ook zij kennen armoede Onderzoek in opdracht van Unizo Johan Lambrecht en Wouter Broekaert Studiecentrum voor Ondernemerschap (SVO), Hogeschool-Universiteit Brussel Persontmoeting, Brussel, 16 december 2010
Structuur: zes vragen 1.Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? 2.Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? 3.Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? 4.Wat leren buitenlandse cijfers? 5.Hoe belanden zelfstandigen in armoede? 6.In een notendop 7.Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december 20102
3 1. Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? 1. Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens België Totaal aantal zelfstandigen Gemiddeld jaarinkomen (€) Standaarddeviatie (€) Eerste kwartiel (25%) (€) Mediaan (50%) (€) Derde kwartiel (75%) (€) Gemiddeld uurloon (€) Mediaan uurloon (€)
Lorenz-curve: 70 % van de zelfstandigen bezit slechts 35% van de inkomenstaart 16 december Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
Maatstaf voor inkomensongelijkheid (0 = perfecte gelijkheid, 1 = meest extreme ongelijkheid) = Gini- coëfficiënt 0,5 binnen de groep van de zelfstandigen t.o.v. 0,3 voor de totale Belgische bevolking 16 december Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld?
16 december Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens Inkomens in Brussels Gewest, Antwerpen-stad en Gent-stad ongelijker verdeeld Jaarinkomens in euro (2006) Primaire sectorIndustrieHandel Vrije en intellectuele beroepen Diensten Eerste kwartiel (€) Mediaan (€) Derde kwartiel (€) Gini-coëfficiënt
Jaarinkomen van hoogste 10 % verdieners is 18 keer hoger dan jaarinkomen van laagste 10 % verdieners 16 december Hoe zijn de inkomens van de zelfstandigen in hoofdberoep verdeeld? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
16 december Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
16 december Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens GeslachtInkomensgroep ManLaag* Midden Hoog Zeer hoog VrouwLaag Midden Hoog Zeer hoog Totaal * In absolute aantallen met daaronder percentages
16 december Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? 2. Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens (2006)
16 december Verschillen de inkomens volgens leeftijdsklasse, geslacht, sector en gewest? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens (2006)
16 december Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens Armoedegrens jaarinkomen (60% van mediaaninkomen na belastingen) / Absoluut aantal armen / Percentage armen / Meeste zelfstandigen blijven in dezelfde inkomensklasse het jaar erna
16 december Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
16 december Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
16 december Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? * Zelfstandigen met minstens 7 jaar inkomen in 2006 Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens
16 december Hoeveel zelfstandigen kennen armoede? * Rijpercentage ° Kolompercentage Bron: Eigen berekeningen op basis van RSVZ-gegevens (2006) Land- en tuinbouw en visserij IndustrieBouwHandelHoreca Vrije en intellectuele beroepen DienstenTotaal 0 jaar * ° jaar >4 jaar Totaal
4. Wat leren buitenlandse cijfers? -VS: mediaaninkomen ondernemer beduidend lager dan loon voor dezelfde activiteit en dezelfde duur -VK: een zelfstandige meer dan 3 x meer kans om in laagste deciel van inkomensverdeling te zitten -NL: kans om onder armoedegrens te vallen 4 x zo hoog voor zelfstandigen dan voor werknemers (ook zo voor België) 16 december
5. Hoe belanden zelfstandigen in armoede? - Concurrentie - Te grote lasten - Aanslepende openbare werken - Econ. crisis - Ontoereikende managementkennis en ontoereikende kennis over regel- en wetgeving - Onbezonnen en naïef zakendoen - Slechte start - Slechte begeleiding 16 december
6. In een notendop Inkomensverdeling zelfstandigen veel ongelijker dan die van totale Belgische bevolking Vrouwelijke zelfstandigen en zelfstandigen in horeca en dienstensector zitten vaker in laagste inkomenscategorie Veel zelfstandigen kennen minstens 1 jaar een zware inkomensachteruitgang en kunnen zo onder de armoedegrens vallen Ongeveer 15 % van de zelfstandigen verkeert in grote nood Meerdere interne en externe factoren veroorzaken armoede bij zelfstandigen 16 december
7. Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december Een positiever ondernemersklimaat Lagere lastendruk Huidige druk = voor 64% van ondernemers (zeer) belangrijk probleem Vereenvoudiging regelgeving en ondersteuning Begeleiding door administratie Overheid als betrouwbare partner (vb. gevolgen openbare werken)
7. Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december Een goede start voor ondernemers Uitvoering maatregel advies voor pré-starters : Was opgenomen in WIP (Werkgelegenheids- en Investeringsplan) Nu ook in APO (Actieplan Ondernemerschap)
7. Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december Betere sociale zekerheid voor ondernemers in nood Faillissementsverzekering verbeteren Faillissementsverzekering uitbreiden tot overbruggingsrecht Meer sociale rechten bij betalingsproblemen
7. Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december Betere preventie- en faillissementsaanpak Preventief Bedrijfsbeleid verbeteren WCO : ondernemingsbemiddelaar Faillissementswetgeving : betere samenwerking tussen curator en ondernemer
7. Welke beleidsaanbevelingen formuleert Unizo? 16 december Geïntegreerde en integrale begeleiding Geïntegreerde aanpak met structurele ondersteuning voor Tussenstap Opvang door OCMW’s versterken