Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Ecosystemen in Nederland
Advertisements

Relaties tussen organismen
Bron afbeelding: Mieke Eggermont
Werking van ecosystemen
Samenlevingsrelaties: Symbiose
competitie of concurrentie
Ecologie VWO 5.
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
De organisatieniveaus van de ecologie
Abiotische en biotische factoren
Thema 3: Ecologie.
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Ecologie Basisstof 6: Competitie en cooperatie
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
LEVENSKENMERKEN.
Terreinstudie.
Welkom bij de bio Quiz Begin.
Ecologie Basisstof 6: Successie Basisstof 7: Aanpassingen bij dieren Basisstof 8: Aanpassingen bij Planten.
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Voedselrelaties.
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Module Ecologie PP5 Ecosystemen..
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Hoofdstuk 11: Ecostromen
12 Aanpassen of verdwijnen
Ecologie.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
4 basis en kader, hele hoofdstuk
ECOLOGIE.
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3.
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Stofwisseling Thema 1.
BOSBIOTOOP FACTOREN.
Ecologie Thema1.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
ECOLOGIE.
Hoe ontstaat een wolk?. Samenstelling van de atmosfeer.
Hoofdstuk 3 Ecosystemen.
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn.
Hoofdstuk 3 Ecosystemen.
Biosfeer.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Trailer 'dansen op de vulkaan'
Hoofdthema’s in de biologie
Les 2 Ecologie Meneer Van de Loo Vakdidactiek: Biologie met ICT
Ecologie' 17 .
H02 Soorten en Populaties
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Thema 3 ecologie.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Populaties Ecologie 7.4.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Successie.
Ecologie.
Voorbereiding op de biologie toets
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Ecologie Basisstof 6: Competitie en cooperatie
Successie.
Thema 1: Stofwisseling de werking van enzymen.
Transcript van de presentatie:

Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch

Ecologie: “De ecologie bestudeert de dynamiek van de wisselwerking tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen (de biotische milieufactoren) en de relaties tussen organismen, populaties, levensgemeenschappen of landschappen en de niet-biologische omgeving (de abiotische milieufactoren).”

Niveaus van de ecologie 1.Individu (bv. Een olifant) 2.Populatie ( kudde olifanten)  onderling voortplanten 3.Levensgemeenschap (populatie olifanten met populatie leeuwen) 4.Ecosysteem (levensgemeenschap en a-biotische factoren samen ) 5.Biosfeer (alle ecosystemen aarde samen)

Habitat= de werkelijke ruimte bijv. de waterkant Biotoop = uniform gebied, geschikt voor bepaalde organismen bijv. naaldbos Habitat= de werkelijke ruimte bijv. de waterkant Niche (nis)= functionele plaats in een biotoop/ecosysteem bijv. Voedsel, holen graver, roofdier etc. Binnen het habitat bezet elk individu een deel van het gebied: een territorium

Voorbeeld: de rode eekhoorn Biotoop = gemengde bossen en naaldbossen Habitat = in en om de bomen Niche = eten van nootvruchten, verstoppen hiervan (zaadverspreiding), voedsel voor roofvogels en vossen. Concurrent voor wilde zwijnen, muizen…

Abiotisch: 1 Temperatuur Beinvloeding tijdstip ontkieming zaden, bloei Enzymwerking Warmbloedig Groot tolerantiegebied Koudbloedig  Klein tolerantiegebeid

Abiotisch: 2 Licht Energiebron (fotosynthese) Warmte Beïnvloeding van tijdstip trek, bloei, ontkieming van zaden

Abiotisch: 3 Lucht Samenstelling (CO2, O2 etc) Beweging (wind) Luchtvochtigheid

Abiotisch: 4 Water Stroming?, Diepte? Samenstelling, osmotische waarde, pH, bouwstof / oplosmiddel, grondstof

Abiotisch: 5 Bodemgesteldheid Structuur Doorlaatbaarheid (lucht/water) Vermogen water vast te houden Gehalte organische stoffen (humus) Samenstelling (pH, nitraten)

Optimumkromme Minumum Maximum Optimum

Tolerantiegebied Tolerantiegrens

Tolerantie en beperkende factor Tolerantiegrenzen - tolerantiegebied soort heeft voor een abiotische factor zijn kenmerkende tolerantiegebied. bepalen het verspreidingsgebied (= gebied waar soort voorkomt) per abiotische factor optimumkromme met: Minimum / optimum / maximum - waarde Beperkende factor= de abiotische factor die het verst van de optimumwaarde ligt