Hoofdstuk 3 Zuidoost-Azië als ontwikkelingsgebied Paragraaf 6 t/m 10
Inhoud Zuidoost-Azië als kolonie en als strijdtoneel (par. 6) Koloniaal verleden en ontwikkeling (par. 7) Natuurlijke hulpbronnen en ontwikkeling (par. 8) Industrialisatie en ontwikkeling: economische tijgers (par. 9) Het model van de Vliegende Ganzen (par. 10)
Zuidoost-Azië als kolonie en als strijdtoneel
Littekens
Koloniaal verleden en ontwikkeling Dekolonisatie Neokolonialisme Centrum-periferieverdeling Fragmentarische modernisering Economisch dualisme
Fragmentarische modernisering
Natuurlijke hulpbronnen en ontwikkeling Delfstoffen Ertsen Fossiele energiebronnen Bodemvruchtbaarheid Potenties en realiteit
Bodemgebruik in Zuidoost-Azië
Industrialisatie en ontwikkeling: economische tijgers Bedrijven zoeken naar de optimale locatie De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s De babytijgers: de tweede generatie NIC’s
Aandeel handel in het BNP (in %)
ruilvoetverslechtering importsubstitutie
Exportgeoriënteerde industrialisatie EPZ’s Global shift
Het model van de Vliegende Ganzen Rurale differentiatie door de-agrarisatie Het model van de Vliegende Ganzen De veerkracht van Zuidoost-Azië
Rurale differentiatie door de-agrarisatie Bevolkingslandbouw / commerciële landbouw Agrarisch transitie – De-agrarisatie - Rurale differentiatie Urbanisatie – informele sector
Het model van de Vliegende Ganzen
Generalisaties van paragraaf 6 t/m 10 Ertsen en mineraalrijke bodems / (paleo) vulkanisme Veel reliëf / alleen kust- en riviervlakten bewoonbaar Natte tropen / intensieve landbouw / hoge bevolkingsdichtheden Zuidoost-Azië: een ‘werkplaats’ van de wereld Industrialisatie van low-tech tot high-tech Relatie technische ontwikkelingsniveau / afhankelijkheid van het milieu Het centrum bepaalt aard en intensiteit van de relaties Corrupte staten / ruimtelijke afwenteling