Gebouwkenmerken en de effecten daarvan in statistiek en casuïstiek René Hagen Basis voor Brandveiligheid BVBSYMPOSIUM28 - VERSIE 14 OKTOBER
Basis voor brandveiligheid Opbouw document Basis voor brandveiligheid De onderbouwing van brandbeveiliging in gebouwen C: Bijlagen Bijlage A Kenschets gebouwen Bijlage B Analysemodel vluchtveiligheid Bijlage C Casuïstiek van branden Bijlage D Literatuurlijst A: Denkraam en aanpak brandveiligheid Hoofdstuk 1 Denkraam brandpreventie Hoofdstuk 2 Brandpreventie: van regelgeving naar risicogericht Hoofdstuk 3 Risicogerichte brandpreventie (FSE) Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsvoorzieningen en -maatregelen B: Kaders voor brandveiligheid Hoofdstuk 5 Risico’s bij brand Hoofdstuk 6 Wettelijk kader en doelen brandpreventie Hoofdstuk 7 Wetenschappelijke onderbouwing in historisch kader Hoofdstuk 8 Brand en brandverloop
Basis voor brandveiligheid Opbouw document Basis voor brandveiligheid De onderbouwing van brandbeveiliging in gebouwen C: Bijlagen Bijlage A Kenschets gebouwen Bijlage B Analysemodel vluchtveiligheid Bijlage C Casuïstiek van branden Bijlage D Literatuurlijst A: Denkraam en aanpak brandveiligheid Hoofdstuk 1 Denkraam brandpreventie Hoofdstuk 2 Brandpreventie: van regelgeving naar risicogericht Hoofdstuk 3 Risicogerichte brandpreventie (FSE) Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsvoorzieningen en -maatregelen B: Kaders voor brandveiligheid Hoofdstuk 5 Risico’s bij brand Hoofdstuk 6 Wettelijk kader en doelen brandpreventie Hoofdstuk 7 Wetenschappelijke onderbouwing in historisch kader Hoofdstuk 8 Brand en brandverloop
Risicofactoren in samenhang met gebouwengroep Meest bepalende risicofactoren Gebouwsoort 1 personen zelfredzaam kantoorgebouwen onderwijsgebouwen gebouwen met een publieksfunctie industriegebouwen 2 personen zelfredzaam en slapen logiesgebouwen 3 personen niet zelfredzaam en slapen gezondheidszorggebouwen cellen en cellengebouwen 4 bewoners zelfredzaam en slapen woongebouwen en woningen
Behandelde onderwerpen per gebouwsoort Brandoorzaken en gevolgen (statistiek en onderzoek) Risico’s voor repressief optreden Kenschets van de gebouwen aard gebruik populatie (overige) aandachtspunten Casuïstiek
Groep 1: personen zelfredzaam Gebouwen met een publieksfunctie Bijeenkomstgebouwen Horecagebouwen Sportgebouwen Stationsgebouwen Winkelgebouwen
Groep 1: personen zelfredzaam Statistiek laatste 10 jaar 5 doden per jaar inclusief Volendam (14) inclusief brandweerlieden (7) 27 in gebouwen met een publieksfunctie 24 in bedrijfsgebouwen 4 in winkelgebouwen
Groep 2: personen zelfredzaam en slapen Logiesgebouwen hotel motel vakantiebungalow jeugdherberg kampeerboerderij
Groep 2: personen zelfredzaam en slapen
Groep 2: personen zelfredzaam en slapen Statistiek grote hotelbranden jaren 70 jaarlijks ongeveer 200 hotelbranden laatste 10 jaar 2 doden Onderzoek vluchtgedrag slecht (ook uit ervaring)
Groep 3: personen niet zelfredzaam en slapen Gezondheidszorggebouwen verdeeld in cure en care, van ziekenhuis tot aangepaste woning De staat van de risicodrager staat centraal (Rivierduinen) Daardoor wordt de risicobeoordeling in de tijd een dynamisch proces (bejaardenhuizen)
Groep 3: personen niet-zelfredzaam en slapen
Groep 3: personen niet-zelfredzaam en slapen Statistiek jaarlijks ongeveer 1000 branden in gezondheidszorg en 300 in cellengebouwen laatste 10 jaar 10 doden in gezondheidszorg en 11 doden in cellengebouwen
Groep 4: bewoners zelfredzaam en slapen Statistiek jaarlijks ongeveer 7000 woningbranden laatste 10 jaar 46 doden per jaar2 doden aandeel doden woningbranden neemt toe relatief meer slachtoffers onder 65+
Groep 4: bewoners zelfredzaam en slapen
Casuïstiek van 18 recente incidenten Gebouwgroep Gebouwsoort 1 personen zelfredzaam discotheek parkeergarage winkel loods schoolgebouw theater bedrijfsgebouw 2 personen zelfredzaam en slapen hotel pension
Casuïstiek an 18 recente incidenten Gebouwgroep Gebouwsoort 3 personen niet zelfredzaam en slapen cellengebouw ziekenhuis GGZ-instelling zorgcentrum 4 bewoners zelfredzaam en slapend woonblok Woonhuis
Opbouw casuïstiek Naam, plaats en datum incident Beschrijving van het incident Brandveiligheidskenmerken incident Verwijzing naar ww.infopuntveiiheid.nl/naam voor volledige rapport(en)
Repressief optreden en gebouwgroepen Jaarlijks komt 1:20.000 brandweerlieden om het leven In alle fasen van de brandbestrijding (verkenning, redding, blussing, nablussing) 72% in gebouwgroep 1 (44% bij industriegebouwen) 6% in gebouwgroep 2 4% in gebouwgroep 3 6% in gebouwgroep 4
Preventie versus repressie Preventie wordt steeds meer maatwerk Maar ook repressie wordt steeds meer maatwerk automatische doormelding afwegingen opkomsttijden voertuigbezetting wijze van inzet (kwadrantenmodel) Hechten van relatie lijkt daardoor nog moeilijker geworden
Preventie versus repressie Interventie kenmerken Brand- kenmerken Mens- kenmerkenns- Gebouw kenmerken Mate van brandveiligheid Bouw- en installatie- techniek Psychonomie Brandfysica Bedrijfshulpverlening en brandweer Omgevings kenmerken
Defensieve buiteninzet Doel 1. Overslag voorkomen 2. Effecten (milieu en maatschappelijk) beperken Offensieve buiteninzet 1. Overlevingscondities verbeteren en veilige betreding mogelijk maken 2. Uitbreiding voorkomen 3. De brand blussen Offensieve binneninzet 1. Redding 2. Bestrijding rook en brand in compartiment Defensieve binneninzet 1. Ontruiming/redding aangrenzende (sub) brandcompartimenten mogelijk maken 2. Uitbreiding voorkomen, brand binnen (sub) brandcompartiment BUITEN BINNEN OFFENSIEF DEFENSIEF KWADRANTENMODEL
Defensieve buiteninzet DEFENSIEF KWADRANTENMODEL Defensieve buiteninzet Doel 1.Overslag voorkomen 2.Effecten (milieu en maatschappelijk) beperken Toelichting . Brandweerpersoneel wordt ingezet buiten het gebouw, buiten de valschaduw . Inzet is niet meer gericht op het brandende gebouw Criteria . Constructie zodanig dat gebouw kan instorten . Schadebeperking aan gebouw is niet mogelijk Voorbeelden gebouwtypen Elk gebouwtype Buiten Defensief Offensief Binnen
Offensieve buiteninzet OFFENSIEF KWADRANTENMODEL Offensieve buiteninzet Doel 1.Overlevingscondities verbeteren en veilige betreding mogelijk maken 2.Uitbreiding voorkomen 3.De brand blussen Toelichting Criteria Voorbeelden gebouwtypen Hoofdzakelijk bij bedrijfspanden, gebouwen zonder compartimentering en geschakelde gebouwen Buiten Defensief Offensief Binnen
Defensieve binneninzet DEFENSIEF KWADRANTENMODEL Defensieve binneninzet Doel 1.Ontruiming/redding aangrenzende (sub) brandcompartimenten mogelijk maken 2.Uitbreiding voorkomen, brand binnen (sub) brandcompartiment Toelichting Brandweerpersoneel wordt ingezet in het gebouw, in een naastgelegen (sub) brandcompartiment Buiten Defensief Offensief Binnen
Defensieve binneninzet DEFENSIEF KWADRANTENMODEL Defensieve binneninzet Criteria Sub)brandcompartiment kan (nog) niet veilig worden betreden vanwege brand- en/of rookontwikkeling Aangrenzende (sub)brandcompartiment moet veilig betreden kunnen worden In een gebouw bestaande uit meer dan één (sub)brandcompartiment Voorbeelden gebouwtypen Hoofdzakelijk cellengebouwen, gezondheidszorggebouwen, bijeenkomstgebouwen, hotels en hoogbouw Buiten Defensief Offensief Binnen
Offensieve binneninzet OFFENSIEF BINNEN KWADRANTENMODEL Offensieve binneninzet Doel 1.Redding 2.Bestrijding rook en brand in compartiment Toelichting Brandweerpersoneel wordt ingezet in het gebouw, binnen het brandcompartiment Criteria Brand- en rookverspreiding moet zodanig zijn dat het betreden van het brandcompartiment nog een aanvaardbaar risico is Voorbeelden gebouwtypen Hoofdzakelijk bij brand in woningen Buiten Defensief Offensief Binnen
Figuur .., Cascademodel Cascademodel
Wetenschappelijke onderbouwing in historisch kader brandwerendheid vuurbelasting compartimentering constructieve veiligheid veilige ontvluchting
DANK