Hitler komt aan de macht Paragraaf 3.3
Nationaalsocialisten. Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) Aan de macht in 1933 Wat waren hun ideeën:
1. Politiek: 1 volk dat hetzelfde denkt. Iedereen moet de leider blind volgen, zonder twijfelen. Democratie afschaffen
2. Eigen land: “Lebensraum” Alle Duitssprekende mensen in 1 land Geweld gebruiken om 1 rijk te krijgen Duitsland moest weer machtig worden.
3. Rassenleer: Verschil tussen hogere en lagere rassen: Joden verwijderen. Zij kregen overal de schuld van ( WO I, crisis) Hoogste ras: Arische ras: Blond haar, blauwe ogen. Antisemitisme bestond al langer.
Italië: Fascisten. Leider Mussolini Ook extreem nationalistisch Tegen democratie 1 sterke leider Verschil met Duitsland: Geen rassenleer Geen Jodenhaat
Nazi’s aan de macht? Na 1929: meer aanhangers door crisis. Hitler beloofde werk en voedsel. 1933 verkiezingen: 44 % van de stemmen. Geen meerderheid, maar wel grootste partij. Hitler werd minister.
Rijksdagbrand 27 feb. 1933: de Rijksdag vliegt in brand. Hitler geeft de communisten de schuld. Duitsers zijn zo bang dat ze een wet tekenen, waardoor Hitler “tijdelijk”alle macht krijgt. alle andere politieke partijen zijn verboden, behalve de NSDAP. Hitler is nu een dictator
Dictatuur 1 leider 1 partij Via media (krant, radio, film) ideeën verspreiden. Op school: positief over nazi’s praten. SA en SS moesten mensen bedreigen en oppakken.
Nationaalsocialisme in NL: 1931: NSB: Nationaal Socialistische Beweging. Leider: Anton Mussert Was het eens met NSDAP in Duitsland.
1 leider moest alle macht hebben. Geen Jodenhaat
NSB Wordt tijdens de bezetting de enige toegestane partij.
einde