Les 4 Inzichtvragen 1 t/m 3 WERKBOEK blz 15 en 16.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
H 29: Kostprijs bij heterogene producten
Een volledig voorbeeld
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Proef- en de saldibalans
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
De kolommenbalans De kolommenbalans bestaat uit: de proefbalans
Omzet.
Vorige les: wat is een rechtvaardige inkomensverdeling?
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
Welvaart Hoofdstuk 4.
Hoe komen producten tot stand?
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Economie VWO 3 Les 1 – Introductie Datum: Docent:
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
Inkomen verdienen.
Be Indelingen kosten.
Welvaart Hoofdstuk 4.
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Externe verslaggeving
Goedemiddag H3b.
Goedemorgen H3b.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Inkomen les 16 Inzichtvraag & 77 t/m 80
Les 3 opgave 11 t/m 15 Kennisvragen WERKBOEK blz 11.
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 8 37 t/m 46.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald.
Boekje: Kopen en Werken Hoofdstuk 1:
HAVO 5: Groei en inkomen Hoofdstuk 1: De vorming van inkomen
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Staat van middelen en bestedingen
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Coachingsessie week
J. Zonjee Toegevoegde waarde. Marktwaarde en toegevoegde waarde Overheid Bruto en netto.
Hoeveelheidsaanpassing II
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur.
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
(Naam bedrijf & logo) Lost het product/dienst een bestaand probleem op? 1.1 Zo ja, welke? 1.2 Zo, nee wie gaat dit product/dienst kopen? 2. Waaruit maak.
Hoofdstuk 2.
Herhaling Hoofdstuk 1.
Constant of Variabel? Kosten.
Exploitatiebegroting Deel 2
Zonneboilers - baten en kosten CWL ledenvergadering 22 September 2010.
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Opstellen begroting Openingsbalans.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
verwarring begrippen omzet of winst
Begroten & Budgetteren
Economische kringloop
Transcript van de presentatie:

Les 4 Inzichtvragen 1 t/m 3 WERKBOEK blz 15 en 16

2 Inzichtvraag 1 WW vader € 900 bruto Loon moeder € bruto Zoon/dochter € 44/€ 108 loon Huursubsidie € 38 Belasting € Primair inkomen € 1.852

3 Inzichtvraag 2a € spaarrek; 4% loon € ;erfenis € uitgaven € Primair inkomen: x 4% = €

4 Inzichtvraag 2b € spaarrek; 4% loon € ;erfenis € uitgaven € Vermogen eind van het jaar , – 75 = €

5 Inzichtvraag 3a verkocht voor € loon € ; rente € pacht € winst = omzet – alle kosten 30 – 16 – 4 – 2 = € 8.000

6 Inzichtvraag 3b: Res.rekening Lonen16.000Omzet Rente4.000 Pacht2.000 Winst8.000 Totaal30.000Totaal30.000

7 Inzichtvraag 3c omzet bloemenverk € inkoop bloemenverk € toegevoegde waarde = omzet – inkopen – = €

8 Inzichtvraag 3d Wat doet een bedrijf met toegevoegde waarde Verschaffen van primaire inkomens: lonen, huur, pacht en rente. Wat overblijft is de winst voor bedrijf zelf.

9 Inzichtvraag 3e toegevoegde waarde = omzet; dus… Geen inkopen grond- en hulpstoffen

10 Inzichtvraag 3f totaal Nationaal product = toegevoegde waarden: kweker veiling (50-30) bloemenverk (90-50) totaal€

Huiswerk Opdrachten 16 t/m 22 blz 18 t/m 20