Onderzoek door lerarenopleiders: praktijkgericht en academisch? Anja Swennen, Vrije Universiteit Amsterdam VELON congres 2014 1
docenten hoger onderwijs Aanleiding Mijn eigen achtergrond en ervaring Zwakke positie van (praktijk)onderzoek van lerarenopleiders Van oppermeesters tot docenten hoger onderwijs De ontwikkeling van het beroep en de identiteit van lerarenopleiders Anja Swennen VELON congres 2014
Kloof academisch onderzoek en praktijkonderzoek Leraren(opleiders) nemen zelden kennis van de resultaten van academisch onderzoek en academisch onderzoek beïnvloedt de praktijk van het onderwijs nauwelijks Academici op hun beurt nemen onderzoek dat wordt uitgevoerd door leraren zelden serieus: “Most academics who are involved in the teacher (education) research movement around the world have marginalized the process of school- based inquiry by teachers as a form of teacher (education) development but do not consider it as a form of knowledge production” (Zeichner, 1995, p. 153). VELON congres 2014
Ideaaltypische kenmerken ‘echte’ professies Prestige Sterke monopoliepositie (wie mag opleiden en examineren?) Autonomie zeggenschap over de inhoud (curriculum) van de opleiding Academische kennisbasis VELON congres 2014 4
Ideaaltypische kenmerken ‘nieuw’ professionalisme Prestige en expertise Kwaliteit van individuele beroepsuitoefening: profesionaliteit Monopolie Beperkte autonomie Academische en professionele kennis Professionele ontwikkeling VELON congres 2014 5
Academische kennis Legitimeert het beroep Geeft prestige aan het beroep Belegd bij een speciale groep binnen de professie: Custodians of academic knowledge Door zijn aard niet per se bruikbaar Draagt bij aan theorievorming (Abbott, 1988) In deze tien minuten wil ik vooral iets vertellen over het eerste deel van het onderzoek, het historische deel. Ik heb de veranderingen in het beroep van lerarenopleider onder meer beschreven vanuit het perspectief van drie ideaaltypische kenmerken van ‘echte’ professies. Echte professies zijn professies zoals die van arts en jurist. Het eerste kenmerk van een echte professie is de sterke monopoliepositie van het beroep, dat wil zeggen dat alleen erkende beroepsuitoefenaars het beroep mogen uitoefenen – zo mag alleen een gediplomeerde arts het beroep van arts uitoefenen. Het tweede kenmerk is de grote autonomie van de beroepsbeoefenaars, dat betekent dat ze zeggenschap over alle aspecten van het beroep. In het geval van het beroep van lerarenopleider heb ik vooral gekeken naar de mate waarin lerarenopleiders zeggenschap hebben over de inhoud van het curriculum van de opleiding. Vooral het macrocurriculum, dat is het curriculum zoals dat in de wet is vastgelegd. Tot slot heb ik gekeken naar het bestaan van een professionele en academische kennisbasis voor de beroepsgroep. Het bestaan van academische kennis – kennis die met name op universiteiten wordt ontwikkeld - wordt door sommigen gezien als het belangrijkste kenmerk van een echte professie. VELON congres 2014 6
Leden van echte professies, zoals medici, nemen direct kennis van academische kennis door middel van lange en zware opleidingstrajecten die worden verzorgd door de beroepsgroep Leraren en lerarenopleider nemen indirect kennis van academische kennis: Universitaire Onderwijsinstituten als het eerdere IVLOS en huidige ICLON, VELON Sterke scheiding tussen onderzoekers van onderwijs en leraren en lerarenopleiders VELON congres 2014
Veranderende opvattingen over (academische) kennis Onderzoek moet bruikbare kennis opleveren Kennis moet worden ontwikkeld voor professionals Kennis moet worden ontwikkeld door professionals In deze tien minuten wil ik vooral iets vertellen over het eerste deel van het onderzoek, het historische deel. Ik heb de veranderingen in het beroep van lerarenopleider onder meer beschreven vanuit het perspectief van drie ideaaltypische kenmerken van ‘echte’ professies. Echte professies zijn professies zoals die van arts en jurist. Het eerste kenmerk van een echte professie is de sterke monopoliepositie van het beroep, dat wil zeggen dat alleen erkende beroepsuitoefenaars het beroep mogen uitoefenen – zo mag alleen een gediplomeerde arts het beroep van arts uitoefenen. Het tweede kenmerk is de grote autonomie van de beroepsbeoefenaars, dat betekent dat ze zeggenschap over alle aspecten van het beroep. In het geval van het beroep van lerarenopleider heb ik vooral gekeken naar de mate waarin lerarenopleiders zeggenschap hebben over de inhoud van het curriculum van de opleiding. Vooral het macrocurriculum, dat is het curriculum zoals dat in de wet is vastgelegd. Tot slot heb ik gekeken naar het bestaan van een professionele en academische kennisbasis voor de beroepsgroep. Het bestaan van academische kennis – kennis die met name op universiteiten wordt ontwikkeld - wordt door sommigen gezien als het belangrijkste kenmerk van een echte professie. VELON congres 2014 8
Praktijkgericht onderzoek door lerarenopleiders Inquiry as Stance: verbeteren van de opleiding en het eigen handelen als lerarenopleider (Cochran-Smith & Lyttle, 2009) Professionele ontwikkeling Kennis van het domein (Aelterman, Van den Berg en Snoek (2004) Publicaties: intern hogeschool, Internet, vaktijdschriften,TvL en sporadisch in internationale wetenschappelijke tijdschriften VELON congres 2014 9
Is het erg? Nee, want door praktijkgericht onderzoek van lerarenopleiders wordt de lerarenopleiding steeds beter Nee, want de het onderzoek zoals dat wordt gedaan zal de norm worden van al het onderwijsonderzoek Ja, want de bevindingen van het onderzoek zijn alleen bekend binnen de lerarenopleiding (lokale kennis) Ja, want er is weinig theorievorming en er wordt nauwelijks voortgebouwd op eerder onderzoek VELON congres 2014
Moeten we wat en wat dan? 1. Onderzoek van opleiders versterken Beter kennis nemen van elkaars onderzoek en academisch onderzoek Onderzoek van lerarenopleiders ondersteunen Onderzoek van lerarenopleiders beter organiseren, zodat krachten en middelen worden gebundeld en gezamenlijk thema’s kunnen worden onderzocht 2. Beter nadenken wat er met onderzoek moet gebeuren Verbeteren opleiding, wat dan? Publiceren? Waar dan en waarom? 3. Relatie met academisch onderzoek versterken (Betere) allianties aangaan met academici VELON congres 2014