Hoofdstuk 8: Coördinatie en techniektraining
I. Inleiding en definities Aandeel van coördinatie Techniek Situering van coördinatie en techniektraining
II. Componenten van coördinatie Het reactievermogen Het koppelingsvermogen Het oriëntatievermogen Het differentiatievermogen Het evenwichtsvermogen Wendbaarheid Ritmegevoel
III. Betekenis van coördinatie Onwikkelen andere basiseigenschappen Veiligheid Nieuwe bewegingen
IV. Het leren van een vaardigheid Aanleren Bewegingsidee Verfijnen van de uitvoering Automatische uitvoering Corrigeren van ‘oude’ fouten Verbeteren Intrinsieke FB Extrinsieke FB Optimaliseren
V. Techniektraining in de praktijk A. Classificatie van vaardigheden: zie tabel 129 B. Van theorie naar praktijk: richtlijnen Oefenen Bijsturen Supplementaire oefeningen Criteriumvaardigheid Bijzondere methodologische vaardigheden
B. Van theorie naar praktijk: Etappes in het aanleerproces Aanbrengen van nieuwe vaardigheid Verwerken van sporttechnische vaardigheid Optimaliseren van leerproces
Opdracht Startschot bij 100m sprint: Na een sprong op de balk het evenwicht herstellen: In de balsporten moet men zijn eigen positie ten opzichte van de teamgenoten en de tegenstrever kennen en kunnen veranderen: Verandering van greep bij judo: Ritmegevoel bij de aanval van hoogspringen: De speerwerper past zijn techniek lichtjes aan bij een veranderende windrichting: BAB: geen verdediger, dan kan je scoren en doorgaan: In handstand staan: Speerwerpen: tijdens de kruispas moet de arm gestrekt naar achter gebracht worden: Schijnbeweging van de tegenstander bij boksen: Ritmegevoel bij roeien: