Klimaatsysteem van Köppen
Klimaatsysteem van Köppen 5 klimaatzones A t/m E met onderverdelingen. 1e letter kijkt naar temperatuur 2e letter naar neerslag (behalve bij E) A Gehele jaar boven 18 graden. B Gehele jaar boven 18 graden. C Temperatuur schommelt met seizoenen: Van -3 graden tot wel +25 graden. D Temperatuur schommelt extreem met seizoenen: Van diep onder het vriespunt (kouder dan -3) tot wel +30 graden. E (Bijna) gehele jaar koud.
Klimaatsysteem van Köppen 5 klimaatzones A t/m E met onderverdelingen. 1e letter kijkt naar temperatuur 2e letter naar neerslag (behalve bij E) A, C en D- klimaat krijgen een extra kleine letter: f = fehlt = droge tijd ontbreekt, neerslag in alle jaargetijden s = sommer = droge tijd in zomer (+- 3 maanden droog) w = winter = droge tijd in winter (+- 3 maanden droog) B- klimaat krijgt een extra hoofdletter als onderverdeling W = zeer droog - woestijn S = minder droog - steppe (3 maanden neerslag)
Klimaatsysteem van Köppen E- klimaat krijgt een extra hoofdletter 2e letter naar neerslag (behalve bij E, die kijkt naar temperatuur, breedteligging of hoogteligging) F = (eeuwige) sneeuw poolgebieden H = (eeuwige) sneeuw hooggebergte T = toendra (enkele maanden boven het vriespunt)
A Tropisch klimaat Af = warm, hele jaar regen [Tropen] As en Aw = warm, zomer of winter droog [Savanne]
B Droog klimaat BS = steppe, soms wat regen [Steppe] BW = hele droge woestijn [Woestijn]
C Zeeklimaat (maritiem) Cf = hele jaar neerslag [loofbossen] Cs = droge zomer [loofbossen] Cw = droge winter [loofbossen]
D Landklimaat (continentaal) Alleen op het Noordelijk Halfrond! Df = hele jaar neerslag [naaldbossen] Dw = droge winter [naaldbossen]
E Koud klimaat EF en EH = eeuwige sneeuw [‘koud’] ET = toendra [Toendra]
Klimaatgrafieken 1 Cf
Klimaatgrafieken 2 Dw
Klimaatgrafieken 3 ET
Klimaatgrafieken 4 Cw
Huiswerk: Maken paragraaf 2.1 Maken paragraaf 2.2 Maken paragraaf 2.3 Maken opdr 3,4, 6 t/m 11 Maken paragraaf 2.2 Maken opdr. 12 + 14 + 15 Maken paragraaf 2.3 Maken opdr. 16 t/m 20 + Slotopdracht