Hoofdstuk 4. Europa in beweging.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leuvenselaan Bosch-Site Soldatenplein West-Grijpen Tiense suiker
Advertisements

Overgang van handelskapitalisme naar Industrieel kapitalisme
H3 Industralisatie en Ismen.
Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Hoofdstuk 4: Burgers en stoommachines
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
De Industriële Revolutie
India als opkomend land
4. Hoezo internationalisering?
Industriële revolutie
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
Kenmerken van de industriële samenleving
 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Kijk je op Wereldschaal naar Europa, dan is Europa rijk! Echter binnen Europa zijn er grote verschillen. Bijv. Londen en Albanie.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Productiemiddelen H8 B129 – B131 Stan & Boudewijn.
Hierdoor kon er efficiënter gewerkt worden en groeide de opbrengst
Indonesië.
Indonesië.
Indonesië.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Indonesië.
Indonesië.
7. Wat heeft de industrie nodig?.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
§ 5 JAPAN EN ANDERE TIJGERS
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Leuvenselaan Bosch-Site Soldatenplein Grijpen Tiense suiker
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Indonesië.
Paragraaf 4.4.  We waren laat met industrie.  Huisnijverheid was belangrijker:  Thuis goederen maken.
Industriële Revolutie
Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
2VMBO B/K Mens & maatschappij
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
Geschiedeniswerkplaats – 2KGT Hoofdstuk 2
Tijd van burgers en stoommachines,
Antwoorden herhalingsopgaven
Elementaire bedrijfskunde
HOOFDSTUK 3 Dorp  spookdorp. DOELEN HOOFDSTUK 3 Aan het einde van dit hoofdstuk weet je: - dat er grote verschillen zijn in Europa tussen plattelandsgebieden.
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
H9.1 De Industriële revolutie
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
5.1 Industriële Revolutie Tijd van burgers en stoommachines
Evolutie van de democratie in Nederland Met de Acte van Verlating van 1581 werd de onafhankelijkheid van de Republiek uitgeroepen, die na afloop.
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Milieuvervuiling,
Paragraaf 11.1 Een moderne wereld
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
Industrie en samenleving
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Toegevoegde Waarde 1 IntroFox.
Schaarste en welvaart Produceren en kiezen.
Vmbo 2 economie Goede producten?
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Blok 2 Milieuvervuiling,
§3.1 Industrie en samenleving
§2.1 Industrie en samenleving
Aantekening: hout Turf Steenkool
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 4. Europa in beweging

Wat zijn de grenzen van Europa ?

Paragraaf 4.1: Manchester en de Industriële revolutie

Manchester In de eerste paragrafen staat het Verenigd Koninkrijk centraal. Je begint in Manchester, waar ooit steenkool en stoommachines voor een revolutie zorgden. Zijn die productiemiddelen nog steeds zo belangrijk?

Manchester In de eerste paragrafen staat het Verenigd Koningrijk centraal. Je begint in Manchester, waar ooit steenkool en stoommachines voor een revolutie zorgden. Zijn die productiemiddelen nog steeds zo belangrijk? Welke revolutie? Industriële revolutie Wat zijn productiemiddelen? Om te produceren heb je drie productiemiddelen nodig: Arbeid, kapitaal en natuur. Arbeid (beroepsbevolking) Kapitaal: Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen etc. Natuur: grond, delfstoffen en water

Manchester Wat zijn productiemiddelen? Om te produceren heb je drie productiemiddelen nodig: Arbeid, kapitaal en natuur. Arbeid (beroepsbevolking) Kapitaal: Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen etc. Natuur: grond, delfstoffen en water Bij delfstoffen kun je onderscheid maken tussen: Ruwe grondstoffen (melk, graan, wol, ruwe aardolie etc.) Bewerkte grondstoffen, de zogenaamde halffabricaten.

Manchester Tegenwoordig: De sportstad van het Verenigd Koninkrijk Vroeger: Cottonopolis Verklaar deze naam ? De ooit zo toonaangevende textielindustrie was gevestigd in Manchester

De eerste industriestad Manchester was de eerste industriestad van de wereld. Het had alle productiemiddelen Arbeiders genoeg Geld van investeerders of adel. Steenkool in overvloed in de nabije omgeving Factoren die bepalen waar een bedrijf zich vestigt noemen we vestigingsfactoren/locatiefactoren. Vestigingsfactoren houden vaak verband met productiemiddelen!!!

Globalisering De locatiefactoren van vroeger zijn vandaag de dag totaal anders! Steenkool werd snel vervangen door elektriciteit! Het is vandaag de dag dus zoeken naar goedkope arbeidskrachten  Lagelonenlanden Daardoor veel bedrijven naar de lagelonenlanden vertrokken. Daardoor moet Manchester wel iets anders bedenken om werkgelegenheid te behouden. Wat deed Manchester? Omschakelen naar Dienstensector! Ook al probeert Manchester modern te worden, maar alle gebieden waar Industrie ooit domineerde blijven vandaag de dag achtergestelde gebieden (veel armoede, ellende etc).

Voor nu: Maken opdracht paragraaf 4.1 Maak Opdr 1 tm 4 START (HW) Maak opdr 1 t/m 10 (HW)