DE PREVALENTIE EN HUIDIGE THERAPEUTISCHE BEHANDELING VAN PIJNLIJKE POLYNEUROPATHIE IN BELGISCHE DIABETESKLINIEKEN Poster voorgesteld op de 43e jaarlijkse.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Advertisements

Janine van Manen, Helene Andrea, Roel Verheul
Hier de titel van de presentatie
Kwetsbaarheid bij ouderen frailty
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
Geestelijke Gezondheid in Vlaanderen
Obesitas De obesitasepidemie en de evolutie van het aantal bariatrische ingrepen bij MLOZ-leden Dr. Katrien Van Rie Dr. Jan Van Emelen.
1 - RA patiënten – Februari 2009 REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE Patiëntenonderzoek Initiatief van met de steun van nv.
December 2007 Dimarso N.V., opererend onder de commerciële naam TNS Dimarso en hierna TNS Dimarso genoemd, beschikt exclusief over het auteursrecht van.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE
DE KLIMOPSTUDIE OUDEREN EN KANKER
Wat heeft een hartspecialist te maken met ROW?
De follow-up van NICU-kinderen met gehoorverlies na 3-5 jaar
1.
Vitamine D bij volwassen niet-westerse Nederlanders
Diabetes Project Vlaanderen module diabetespas
CFRD Harold de Valk Ferdinand Teding van Berkhout
Anatomische Bewegingsanalyse en Pathologie I
Diabetes en de hersenen
het welbevinden en gedrag van leerlingen.
Ontwikkeling van de insulineresistente mens
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Drugs- en alcoholverslaving
Van kwaliteit van ondersteuning naar kwaliteit van leven bij personen met een autismespectrumstoornis Doctorandus: Jo Renty Promotor: Prof. Dr. Herbert.
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
RISICOTAXATIE-INSTRUMENT (RITI-schaal)
Obesitas Een teveel aan lichaamsvet en daarmee een (ernstige mate van) overgewicht.
Reductil ® Overgewicht en CV risicofactoren Link tussen de taille-omtrek en het metabool syndroom.
Frits Wielaard Elize Kronenberg
Evelyne Louis Cluster oncologie
Het Terneuzen Geboorte Cohort
Brussel nader onderzocht
We zien poliklinisch veel patiënten met lage rugpijn, met of zonder uitstraling naar een been. Indien er geen operatie-indicatie is, overwegen we soms.
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
SSEP in de diagnostiek van meralgia paresthetica
Een bijzondere familie…
Kwaliteit van leven Prostaatkankerpatiënten Struikelen over levenskwaliteit. Louis Denis – Europa Uomo Eindhoven, 31 oktober 2007.
Obesitas & Schouderdystocie
Kinesiofobie bij lage-rugpijn: kan het eenvoudig en toch ‘’evidence-based? Prof.dr. Rob Oostendorp, Nancy Demolon MSc, Olaf van der Zanden MSc, Prof dr.
Screeningsinstrument Behandeling
Aanleiding onderzoek Ondervoeding sinds 2010 prestatie indicator (PI) voor revalidatiecentra Advies in PI: gebruik de SNAQ om te screenen Vragen van de.
Systematische terugkoppeling van Kwaliteit van Leven gegevens In de Klinische praktijk Welkom allemaal. Ik ben Lotte Haverman, psycholoog, sinds ruim een.
Ton Lenssen Fysiotherapeut/onderzoeker Afdeling fysiotherapie azM
De vangnetpopulatie in de Ziektewet: kenmerken en risicofactoren voor langdurig verzuim Het onderzoek.
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
Finn Reiestad en Jai Kulkarni
Doel onderzoek : ALGEMEEN : De kwaliteit van leven in de verschillende zorggroepen. Is er een verband tussen : veranderingen in fysieke, psychische en.
Die ziekte in mijn familie krijg ik die later ook?
Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding op de polikliniek
Naslagwerk: Gelukkig in de toekomst
Hoorcollege 3 Overgewicht Diabetes Jelle Wijma
Handelen bedrijfsarts bij werknemers met ischemische hartziekten
Kinderen & Jongeren met kanker
Samenwerking bij tandartsen algemene inleiding en situering van de huidige situatie. Paul De Hondt Stafmedewerker STV-Innovatie & Arbeid.
Diagnostische waarde van de anamnese om lumbosacrale wortelcompressie vast te stellen
Nierdialyse bij geriatrische patiënten Voordracht voor Maatschappelijk werkenden Catharina Ziekenhuis Eindhoven,
S YMPTOMEN EN BEHANDELING VAN OUDERE PALLIATIEVE PATIËNTEN MET KANKER Van Lancker, A., Beeckman, D., Van Den Noortgate, N., Verhaeghe, S., Van Hecke, A.
CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases De rol van persoonlijkheid bij het lichamelijk en psychisch welzijn van melanoom patiënten.
Oorzaken en statistieken van chronische nierinsufficiëntie in het dialyse centrum Suriname F.Chhangur Algemeen arts, dialyse centrum Suriname Oorzaken.
De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,
Effectiviteit van gedeelde besluitvorming in de huisartspraktijk bij diabetes type 2: OPTIMAAL studie Dr. R.C. (Rimke) Vos, Julius Centrum UMC Utrecht.
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Multidisciplinair Slaapcentrum Universitair Ziekenhuis Antwerpen Slaapapneu: evaluatie slaapkwaliteit en therapeutische effecten Prof. Dr. Johan Verbraecken.
Het effect van een preventieve behandeling van latente tuberculose-infectie op de levenskwaliteit van de patiënt LIEN JESPERS VUB, 4de Master HAGK Prof.
Disclosure belangen NHG spreker
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Disclosure belangen NHG spreker
Joan Schermer/Edgar van Mil & Bob Smit Helmond
Transcript van de presentatie:

DE PREVALENTIE EN HUIDIGE THERAPEUTISCHE BEHANDELING VAN PIJNLIJKE POLYNEUROPATHIE IN BELGISCHE DIABETESKLINIEKEN Poster voorgesteld op de 43e jaarlijkse bijeenkomst van de EASD, 17 - 21 september 2007, Amsterdam, Nederland

Steering Committee: Advisory Board: Prof. D. Bouhassira INSERM, Hôpital Ambroise Paré, Boulogne and Université Versailles-Saint-Quentin, France Prof. I.M. Colin CHR St-Joseph, Mons - UCL, Bruxelles Prof. Ch. Mathieu KUL, Leuven Dr. K. Van Acker St-Jozef Hospital, Bornem Advisory Board: Prof. M. Buysschaert Cliniques Universitaires St-Luc, Bruxelles Prof. F. Fery CHU Erasme, Bruxelles Dr. M. Giri UZ Gent Prof. A. Scheen CHU Sart-Tilman, Liège Dr. D. Ballaux UZ Antwerpen

Collaboration: Dr P. Arnouts Dr A. Beirinck Dr A. Bodson Dr J.-C. Daubresse Dr P. Decraene Dr L. Derdelinckx Dr S. Deweer Dr S. Driessens Dr I. Dumont Dr P. Felix Dr N. Gaham Dr C. Herbaut Dr F. Heureux Dr G. Hubermont Dr K. Kockaerts Dr G. Krzentowski Dr K. Laga Dr G. Lamberigts Dr C. Lemy Dr W. Maes Dr D. Nicolaij Dr A. Nollet Dr J.-C. Philips Dr R. Radermecker Dr J. Ruige Dr D. Scarnière Dr C. Soyez Dr M.-P. Stassen Dr P. Taelman Dr J. Tits Prof L. Van Gaal Dr D. Gysegem Dr S. Van Imschoot Dr I. Van Pottelbergh Dr G. Vanhaverbeke Dr C. Vercammen Dr A. Verhaege Dr B. Vets Dr E. Weber + co-workers

METHODEN RESULTATEN CONCLUSIE OBJECTIEVEN INLEIDING

Diabetische neuropathie INLEIDING OBJECTIEVEN METHODEN RESULTATEN CONCLUSION Diabetische neuropathie Diabetische polyneuropathie (DPN) is een van de meest voorkomende langetermijncomplicaties van diabetes, met een progressief verlies van de gevoeligheid, leidend tot neuropathische voetulceraties en chronische pijnsymptomen als belangrijkste klinische gevolgen. Het treft meer dan 50% van deze patiënten.(1-4) De kennis van de epidemiologie van pijnlijke diabetische polyneuropathie (PDPN) is beperkt. De beschikbare studies suggereren dat de prevalentie van PDPN schommelt van 8 tot 24%. (4-8) PDPN is geassocieerd met verliezen in vele aspecten van het leven van de patiënten: fysiek en emotioneel functioneren, affectieve symptomen en slaapproblemen. (9) Er is weinig gepubliceerd over de onafhankelijke risicofactoren geassocieerd met PDPN. De identificatie van deze risicofactoren is van cruciaal belang voor het nemen van de geschikte maatregelen ter voorkoming van neuropathische complicaties, zoals infecties en voetzweren, vooral bij patiënten met een hoog risico. (10) DPN en PDPN zijn nog steeds miskende en onvoldoende behandelde complicaties van diabetes. (4-8) De referenties 1-10 vindt u op het einde van deze slidekit

Diabetische neuropathie INLEIDING Diabetische neuropathie Veel voorkomende langetermijncomplicatie van diabetes (1) Heterogene groep van stoornissen (2,3) Meest voorkomend: distale symmetrische polyneuropathie Met betrokkenheid van dunne en/of dikke vezels Dunne vezel neuropathie veroorzaakt vaak pijn Dikke vezel neuropathie veroorzaakt gevoelloosheid en ataxie Significante bron van morbiditeit (bv. voetulceratie) en mortaliteit (4) Screening is aanbevolen (5) American Diabetes Association: clinical practice recommendations 2004. Preventive Foot Care in Diabetes (Position Statement). Diabetes Care 2004 Jan; 27(Suppl 1)S63-4. Dunne vezel neuropathie veroorzaken vaak pijn => zie volgende slide (1) Jensen et al. Diab Vasc Dis Res 2006, 3(2): 108 (2) Vinik et al. Nat Clin Pract Endocrinol Metab 2006, 2(5):269 (3) Boulton et al, Diab Care 2004, 27(6): 1458 (4) Carrington et al. Diabetes Care 2002, 25(11): 2010 (5) ADA Position Statement, Diab Care. 2004, 27(Suppl 1): S63

Diabetische neuropathie: Betrokkenheid van dikke en/of dunne vezels INLEIDING Diabetische neuropathie: Betrokkenheid van dikke en/of dunne vezels Niet-pijnlijke tactiele prikkels (vibratie, zachte druk…) Pijnlijke mechanische prikkels (speldenprik) Thermische prikkels Dikke gemyeliniseerde Ab vezels Dunne gemyeliniseerde Ad vezels Ongemyeliniseerde C vezels Dikke vezel neuropathie Dunne vezel neuropathie

Diabetische neuropathie kan pijnlijk zijn INLEIDING Diabetische neuropathie kan pijnlijk zijn = Pijnlijke diabetische neuropathie: Vaak te wijten aan dunne vezel neuropathie (1) Vaak zonder objectieve tekens van zenuwbeschadiging: EMG (-) Het hinderlijkste symptoom van diabetische neuropathie (2) Een van de meest voorkomende vormen van neuropathische pijn (2) Aanzienlijke impact op de levenskwaliteit (sociaal en psychologisch) (3,4) (1) Vinik et al. Nat Clin Pract Endocrinol Metab 2006, 2(5):269 (2) Vinik. J Clin Endocrinol & Metab 2005, 90(8): 4936 (3) Boulton et al. Diab Care 2005, 28(4): 956 (4) Galer et al. Diab Res Clin Pract 2000, 47(2):123

DE PREVALENTIE EN HUIDIGE THERAPEUTISCHE BEHANDELING VAN PIJNLIJKE POLYNEUROPATHIE IN BELGISCHE DIABETESKLINIEKEN Poster voorgesteld op de 43e jaarlijkse bijeenkomst van de EASD, 17 - 21 september 2007, Amsterdam, Nederland

OBJECTIEVEN Primair objectief: Secundaire objectieven: INLEIDING OBJECTIEVEN METHODEN RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN Primair objectief: Evaluatie van de prevalentie van neuropathie en neuropathische pijn in diabetesklinieken in België. Secundaire objectieven: Evaluatie van de impact van neuropathische pijn op de levenskwaliteit Identificatie van de aandoeningen geassocieerd met neuropathie / neuropathische pijn Demografische parameters Diabetesgerelateerde parameters, incl. andere langetermijncomplicaties CV risicofactoren Evaluatie van de therapeutische behandeling van neuropathische pijn

METHODEN Studiedesign Visuele Analoge schaal Neuropen DN4 SF-12 RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN METHODEN Studiedesign Visuele Analoge schaal Neuropen DN4 SF-12

Design Crosssectionele multicentrische studie in 40 diabetesklinieken RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Design Crosssectionele multicentrische studie in 40 diabetesklinieken Inclusiecriteria: 18 jaar of ouder duur van de diabetes ≥ 1 jaar type 1- of type 2-diabetes geïnformeerde toestemming Geen exclusiecriteria behave in staat zijn om met de onderzoeker samen te werken en de vragen te beantwoorden

Screening tool voor pijn: visuele analoge schaal RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Screening tool voor pijn: visuele analoge schaal “Evalueer de pijn in uw benen in de voorbije week door een verticaal streepje aan te brengen op de onderstaande lijn” De onderzoeker scoort de pijn in mm Score: ....... mm Geen pijn: 0 mm Ondraaglijke pijn: 100 mm

Screening tool voor neuropathie: Neuropen® RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Screening tool voor neuropathie: Neuropen® Gevalideerde screening tool voor neuropathie: Neuropen® (NP): Detectie van het distale gevoeligheidsverlies voor tactiele en pijnlijke prikkels Monofilament voor tactiele prikkel Neurotip voor pijnlijke prikkel Paisley et al. Diab Med 2002

Tactiele gewaarwording RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Screening tool voor neuropathie: Neuropen® Monofilament: Tactiele gewaarwording Neurotip™: Pijngewaarwording Test 5 plaatsen per voet Test 1 plaats per voet: De plantaire zijde van de hallux LINKERVOET RECHTERVOET Abnormaal: ≤ 8/10 Abnormaal: geen pijn Sensitiviteit: 80-90% Specificiteit: 60-80%

Neuropen®: pathofysiologische correlaten RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Neuropen®: pathofysiologische correlaten Niet-pijnlijke tactiele prikkels (vibratie, zachte druk…) Pijnlijke mechanische prikkels (speldenprik) Dikke gemyeliniseerde Ab vezels Dunne gemyeliniseerde Ad vezels Ongemyeliniseerde C vezels Monofilament (10 g) Neurotip™ (40 g)

Interpretatie van de Neuropen® test RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Interpretatie van de Neuropen® test Normale Neuropen® test (NP-): normale monofilamenttest (>8/10 plaatsen gevoelig voor aanraking) EN normale speldenpriktest (pijngevoel) in beide voeten Abnormale Neuropen® test (NP+): abnormale monofilamenttest (≤8/10 plaatsen gevoelig voor aanraking) EN/OF abnormale speldenpriktest (geen pijn) in minstens één voet In deze studie: NP+ gedefinieerd als ‘neuropathie’

Screening tool voor neuropathische pijn: DN4 RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Screening tool voor neuropathische pijn: DN4 Gevalideerde screening tool voor neuropathische pijn: DN4 vragenlijst: Onderscheid maken tussen neuropathische en niet-neuropathische pijn bij patiënten met pijn in de benen Gebruik eerst de visuele analoge schaal (VAS) voor het evalueren van de pijnintensiteit Gebruik daarna de DN4 vragenlijst bij VAS+ patiënten (= patiënten met pijn) DN4 vragenlijst niet specifiek voor diabetische neuropathische pijn VAS+/DN4+ gedefinieerd als ‘neuropathische pijn’ VAS+/DN4- gedefinieerd als ‘pijn van niet-neuropathische oorsprong’ Bouhassira et al. Pain 2005; DN4=‘neuropathische pijn 4 vragen’ Bennet MI, Attal N, Backonja MM, et al. Using screening tools to identify neuropathic pain. Pain. 2007 Feb;127(3):199-203.

DN4 Vragenlijst Score ≥ 4/10 = neuropathische pijn Specificiteit: 90% RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN DN4 Vragenlijst Vraag 1: Vertoont de pijn één of meer van de volgende karakteristieken: Ja Nee Brandend gevoel Pijnlijk koudegevoel Elektrische schokken Score ≥ 4/10 = neuropathische pijn Vraag 2: Is de pijn in hetzelfde gebied geassocieerd met één of meer van de volgende symptomen: Ja Nee Kriebelingen Tintelingen Gevoelloosheid Jeuk Specificiteit: 90% Sensitiviteit: 83% Vraag 3: Is de pijn gelokaliseerd in een bepaald gebied waar het onderzoek op wijst: Ja Nee Hypo-esthesie bij aanraking Hypo-esthesie bij een prik Bouhassira et al. Pain 2005; DN4=‘neuropathische pijn 4 vragen’ Vraag 4: Wordt de pijn veroorzaakt of versterkt door: Ja Nee Wrijven

Tools – definities - interpretatie RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Tools – definities - interpretatie Definities Tools Interpretatie NP+ Abnormale monofilamententest of abnormale NeurotipTM test Neuropathie VAS+ VAS > 0 Pijn in de benen VAS+/DN4+ VAS > 0 en DN4 ≥ 4 Neuropathische pijn VAS+/DN4- VAS > 0 en DN4 < 4 Niet-neuropathische pijn NP+/VAS+/DN4+ Abnormale monofilamententest en/of abnormale NeurotipTM test, VAS > 0 en DN4 ≥ 4 Pijnlijke diabetische neuropathie

Evaluatie van de levenskwaliteit: SF-12 vragenlijst RESULTATEN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN Evaluatie van de levenskwaliteit: SF-12 vragenlijst SF-12 vragenlijst: meting van de algemene gezondheidstoestand een 12-item versie van de veel gebruikte SF-36 goede reproductie van de SF-36 scores, maar minder belastend voor de respondent Output: de Physical Component Score-12 (PCS12) = fysieke gezondheidstestand de Mental Component Score-12 (MCS12) = mentale gezondheidsstatus de scores gaan van 0 tot 100 (0 = de slechtste gezondheidstoestand) SF : short Form questionnaire Sundaram et al.; Quality of Life Research 2006 Ware et al.; Medical Care 1996

RESULTATEN Studiepopulatie Patiëntkarakteristieken CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN RESULTATEN Studiepopulatie Patiëntkarakteristieken Prevalenties van DPN en PDPN Geassocieerde factoren Impact op de QoL Huidige behandeling

Studiepopulatie 1216 diabetespatiënten werden gescreend CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Studiepopulatie 1216 diabetespatiënten werden gescreend 105 patiënten werden uitgesloten 42 met secundaire diabetes, 29 met een onbekend type van diabetes, 11 met een diagnose van diabetes sinds minder dan 1 jaar, 6 met onbekende leeftijd, 2 jonger dan 18 jaar, 6 met ontbrekende Neuropen® gegevens 9 met onvolledige DN4 vragenlijst 1111 diabetespatiënten kwamen in aanmerking 344 type 1-diabetespatiënten 767 type 2-diabetespatiënten Secundaire diabetes: vb zwangerschapsdiabetes

Patiëntkarakteristieken CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Patiëntkarakteristieken Tabel 1-1, 1-4, 1-5 N=1111 patiënten Type 1 Type 2 P-waarde Leeftijd (jaren) Geslacht (% vrouwen) Antropometrische karakteristieken BMI (kg/m2) Obesitas (%) Middelomtrek, mannen (cm) Middelomtrek, vrouwen (cm) Diabeteskarakteristieken Duur van de diabetes (jaren) HbA1c (%) Insulinegebruik (%)

Patiëntkarakteristieken CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Patiëntkarakteristieken Type 1 N=344 (31%) Type 2 N=767 (69%) P -value Tabel 1-8, 1-9, 1-10 Langetermijncomplicaties Nefropathie (%)2 Nierfunctiestoornis (%)3 Voetproblemen (%) Ulcus (%) Charcot (%) Amputatie (%) Nefropathie= microalbuminurie of proteïnurie Retinopathie= achtergrondretinopathie of proliferatieve retinopathie Nierfunctiestoornis = CrCl < 60 ml/min

Patiëntkarakteristieken CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Patiëntkarakteristieken Type 1 N=344 (31%) Type 2 N=767 (69%) P -value Tabel 1 TC p 0,06 LDL p 0,6 Cardiovasculaire complicaties (mmHg) Systolische bloeddruk (mmHg) Bloeddruk ≥ 130/85 mmHg (%) Lipidenparameters Totale cholesterol (mg/dl) Totale cholesterol ≥ 175 mg/dl (%) HDL-cholesterol (mg/dl) HDL-cholesterol ≤ 40 mg/dl voor mannen ≤ 50 mg/dl voor vrouwen (%) Triglyceriden (mg/dl) Triglyceriden ≥ 150 mg/dl (%) P-value is vergelijking type 1 en type 2

Patiëntkarakteristieken CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Patiëntkarakteristieken Gemiddeld waren de type 2-diabetespatiënten ouder, waren ze minder lang gediagnosticeerd met diabetes en hadden ze een iets betere glykemiecontrole. Ze hadden ook een hogere gemiddelde BMI, meer cardiovasculaire risicofactoren en vaker langetermijncomplicaties dan type 1-diabetespatiënten. Ze gebruikten insuline in meer dan 70% van de gevallen. Tabel 1 TC p 0,06 LDL p 0,6

1/3 neuropathie met neuropathische pijn CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Prevalenties 43% neuropathie (NP+) n = 478 n = 1111 diabetespatiënten** 1/3 neuropathie met neuropathische pijn (NP+/DN4+) n = 156 Over het algemeen lijden in de diabetesklinieken in België 14% van alle diabetespatiënten aan pijnlijke neuropathie = pijnlijke neuropathie Visualisatie, dezelfde kleur voor eerste balk en laatste balk **alle patiënten met data VAS,DN4 en NP

Prevalentie bij type 1- en type 2-patiënten CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Prevalentie bij type 1- en type 2-patiënten Type 2 n = 767 Type 1 n = 344 50,8 % neuropathie (NP+) n = 390 25,6% neuropathie (NP+) n = 88 1/3 pijnlijke neuropathie (NP+/DN4+) n = 137 1/5 pijnlijke neuropathie (NP+/DN4+) n = 20 Visualisatie en dezelfde kleur eerste balk en laatste balk 5,8% van alle type 1-patiënten - 17,9% van alle type 2- patiënten lijden aan pijnlijke neuropathie* * Na correctie voor de leeftijd en de duur van de diabetes, p=0,002

Prevalenties CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Neuropathie (NP+) Type 1 Type 2 Significantie* 25,6% 50,8% P = 0,0007 Pijnlijke neuropathie (NP+, VAS+, DN4+) Type 1 Type 2 Significantie 5,8% 17,9% P = 0,002 *Significantie na correctie voor de leeftijd en de duur van de diabetes

Geassocieerde factoren - PDPN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Geassocieerde factoren - PDPN Multivariate analyse van PDPN en patiëntkarakteristieken OR (95% CI)* P-waarde* Geslacht (vrouw) Leeftijd (per 10 jaar) Diabetes type (type 2) Duur van de diabetes (per 5 jaar) Roken Obesitas Bloeddruk ≥ 130/85 mmHg Totale cholesterol ≥ 175 mg/dl HDL-cholesterol ≤ 40 mg/dl voor mannen, ≤ 50 mg/dl voor vrouwen Triglyceriden ≥ 150 mg/dl Nefropathie Retinopathie *gecorrigeerd voor de leeftijd en de duur van de diabetes

Geassocieerde factoren - PDPN CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Geassocieerde factoren - PDPN De multivariate analyse toonde aan dat de leeftijd, de duur van de diabetes, obesitas, een lage HDL-C, hoge triglyceriden en nephropathie allemaal onafhankelijk geassocieerd waren met PDPN

CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Impact op de QoL Multivariate gecorrigeerde gemiddelde QoL scores bij patiënten met pijn (VAS>0) Fysieke QoL score (PCS12) volgens het type van de pijn Gemiddelde fysieke QoL score (PCS12) Mentale QoL score (MCS12) volgens het type van de pijn Gemiddelde mentale QoL score (MCS12)

Pijnlijke neuropathie: Impact op de QoL CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Pijnlijke neuropathie: Impact op de QoL De multivariate analyse van de QoL scores toonden aan dat PDPN op een onafhankelijke wijze zowel de fysieke als de mentale QoL beïnvloedt, zelfs na correctie voor de pijnintensiteit. Een slechtere fysieke QoL was ook geassocieerd met de leeftijd en de BMI, terwijl een slechtere mentale QoL geassocieerd was met het vrouwelijke geslacht, roken, de BMI en de duur van de diabetes. DPN alleen had geen statistisch significant effect op de fysieke of mentale QoL scores.

Therapeutische behandeling van neuropathische pijn CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Therapeutische behandeling van neuropathische pijn Tabel 22 Deel 2 Neuropathische pijn Eender welke pijnmedicatie (%) WHO eerste ladder: Totaal Aspirine Paracetamol NSAID COX-2-inhibitoren WHO tweede ladder WHO derde ladder Adjuvantia: Totaal Anticonvulsiva Antidepressiva Corticosteroïden WHO tweede ladder: codeïne, propoxyfen, tramadol WHO derde ladder: opioïden

Therapeutische behandeling van neuropathische pijn CONCLUSION OBJECTIEVEN INLEIDING METHODEN RESULTATEN Therapeutische behandeling van neuropathische pijn Bijna één op twee patiënten met neuropathische pijn werd niet behandeld voor zijn pijn. • Meer dan een derde van de patiënten kreeg WHO ladder I medicaties die niet geïndiceerd zijn voor DPNP volgens de EFNS richtlijnen. • Slechts ¼ van de patiënten behandeld voor pijn kreeg anticonvulsiva of antidepressiva voorgeschreven. Tabel 22 Deel 2 Attal N., Cruccu G., Haanpäa M., et al. EFNS guidelines on pharmacological treatment of neuropathic pain. European Journa l of Neurology 2006; 13: 1153-1169.

Te onthouden boodschap INLEIDING OBJECTIEVEN METHODEN RESULTATEN CONCLUSIE Te onthouden boodschap Een significant aandeel van de diabetespatiënten lijdt aan neuropathie en pijnlijke neuropathie. • De diagnose kan op een betrouwbare manier gesteld worden met specifieke klinische hulpmiddelen die geen bijzondere expertise vereisen. • Neuropathie en pijnlijke neuropathie zijn voornamelijk complicaties geassocieerd met type 2-diabetes. • Pijnlijke diabetische neuropathie is vaak geassocieerd met andere complicaties, alsook met wijzigbare risicofactoren waaronder enkele die gerelateerd zijn aan het metabool syndroom (obesitas, HDLc en triglyceriden). Er dient een meer adequate behandeling van neuropathische pijn te worden overwogen bij patiënten met PDNP.

Referenties