Hoofdstuk 6: QUIZ!
Wat is geen stofeigenschap? 30 seconden de tijd! Vraag 1 Wat is geen stofeigenschap? A: geur B: vorm C: dichtheid D: smeltpunt E: oplosbaarheid
Vraag 2 30 seconden de tijd! Wat is diffusie? A: 2 vloeistoffen verspreiden zich regelmatig door elkaar heen. B: 2 vloeistoffen verspreiden zich onregelmatig door elkaar geen. C: 2 vloeistoffen mengen niet. D: 2 vloeistoffen mengen goed.
Vraag 3 Welke eigenschappen moeten moleculen hebben om de proefjes met diffusie en het oplossen te kunnen begrijpen? A: Moleculen zijn rond B: Moleculen zitten in een suikerklontje vaster dan in siroop C: Moleculen bewegen D: Moleculen verschillen 20 seconden de tijd!
Suiker wordt opgelost in water. Deze mix van stoffen is een: 20 seconden de tijd! Vraag 4 Suiker wordt opgelost in water. Deze mix van stoffen is een: Mengsel Oplossing Zuivere stof Mengsel en Oplossing Mengsel en zuiver stof Oplossing en zuivere stof Mengsel, oplossing en zuivere stof
30 seconden de tijd! Vraag 5 Een vloeistof wordt verwarmd en zet daardoor uit. Leg uit wat er gebeurt met de afstand tussen de moleculen Neemt af Blijft het zelfde Neemt toe
30 seconden de tijd! Vraag 6 Welke van de gemaakte veronderstellingen in het molecuulmodel heb je nodig om het volgende te verklaren? - Parfum verspreidt zich snel door de lucht Moleculen: bewegen op een zelfde plaats bewegen harder als T toeneemt bewegen trekken elkaar aan
30 seconden de tijd! Vraag 7 Welke van de gemaakte veronderstellingen in het molecuulmodel heb je nodig om het volgende te verklaren? - Een zeepbel blijft bestaan. Moleculen: bewegen op een zelfde plaats bewegen harder als T toeneemt bewegen trekken elkaar aan
30 seconden de tijd! Vraag 8 In het vriesvak zit vaak een witte aanslag aan de zijkanten. Door welke faseovergang zijn deze ijskristallen ontstaan? Smelten Stollen Verdampen Condenseren Rijpen Sublimeren
Een hoeveelheid ether heeft een temperatuur van 175 K. 1 minuut de tijd Vraag 9 Een hoeveelheid ether heeft een temperatuur van 175 K. Is de ether dan een: Vast (s) vloeistof (l) gas (g) Tip: gebruik binas tabel 15 of 16
2 minuut de tijd Vraag 10 De oppervlaktetemperatuur van Pluto is 220 graden Celsius (493 K). - Stikstof heeft een kookpunt van 77K en een smeltpunt van 63K. - Zuurstof heeft een kookpunt van 90K en een smeltpunt van 55K In welke fase bevinden de 2 stoffen zich op Pluto? Vast (s) vloeistof (l) gas (g)
PAUZE De tussenstand…
Vraag 11 20 seconden de tijd! Hoeveel gram is 0,68 kg? 6,8 g 68 g
Vraag 12 20 seconden de tijd! Hoeveel cm3 is 10 mL? 1 cm3 10 cm3
Welke van onderstaande stoffen heeft de grootste dichtheid? 1 minuut de tijd! Vraag 13 Welke van onderstaande stoffen heeft de grootste dichtheid? Goud, koper, Lood, zilver Tip: gebruik Binas tabel 15
Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. 2 minuut de tijd! Vraag 14 Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. Bereken het totale volume van het maatglas (Tip: gebruik BINAS tabel 15)
Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. Vraag 14 Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. Bereken het totale volume van het maatglas m = 0,235 kg = 235 gram! ρ = 2,6 g/cm3 V = ? V = m/ρ V = 235 / 2,6 = 90,38 cm3
Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. Vraag 15 Pim heeft een stukje ebbenhout (dichtheid = 1,26 g/cm3) in zijn handen. Als hij het stukje hout in een maatcilinder met water laat zakken, zinkt het. Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. Bereken de massa van het blokje eikenhout 2 minuut de tijd
Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. Vraag 15 Pim heeft een stukje ebbenhout (dichtheid = 1,26 g/cm3) in zijn handen. Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. ρ = 1,26 g/cm3 V = 85 – 60 = 25 mL m = ? m = V * ρ m = 25 * 1,26 = 31,5 gram
Een cilindrisch maatglas heeft een 3 minuut de tijd! Vraag 16 Een hoeveelheid kwik met en volume van 40,74 cm3 wordt in een cilindrisch maatglas gegoten. Een cilindrisch maatglas heeft een Diameter (d) van 6,0 cm. Bereken hoe hoog de vloeistof in het maatglas staat. (Tip: - gebruik BINAS tabel 4 en 5)
d = 6,0 cm (diameter cirkel). Vraag 16 V =40,74 cm3 d = 6,0 cm (diameter cirkel). Volume = Opp x hoogte Opp = 0,25π x d2 = 0,25π x 62 = 28,27 cm² 40,74 cm³ = 28,27 cm² x hoogte Hoogte = 40,74 cm³ / 28,27 cm² = 1,44 cm
En de winnaars zijn…