Interacties tussen verschillende soorten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zeeleeuwen.
Advertisements

op ontdekking in de natuur
VOGELS BIJ DE VOEDERTAFEL
SLANGEN.
Relaties tussen organismen
Grote en wilde katten Emma Schipper.
Spreekbeurt van Romy Vonk Gr 6M
Nikki, Noëla en Jori Schooljaar de leerjaar a Niveau 4.
Biomassaliteit Henk Siepel. BIO BIOMASSALITEIT.
Gemaakt door Melissa van Lijssel
Dat Nederland klein is wisten we. Maar dat neemt niet weg dat er toch nog ruimte voor de natuur aanwezig is. Een impressie van de Nederlandse (vooral.
Vogels 1 Huismus Merel Kauw Spreeuw Wilde eend Kokmeeuw Ekster
Thema: Voortplanting bij bloemplanten
Vogels 1 Huismus Merel Kauw Spreeuw Wilde eend Kokmeeuw Ekster
Pauwentroon Powerpoint: Tilly
Verscheidenheid aan organismen in de natuur
Verscheidenheid aan organismen in de natuur
ga verder Met deze presentatie ga je veel vogels leren kennen.
DE IJSBEER.
De Tijger.
Thema 3: Ecologie.
Kusttypes rond de Noordzee.
VOGELS VAN BIJ ONS Door Roger Van Hamme
HERKEN DE VOGEL VOOR DE BASISSCHOOL
  Pinguïns!! Pinguïns leven in groepen. Ze zoeken met z'n allen naar voedsel in de zee. Op het menu staat meestal vis of kleine krabbetjes. De grote soorten.
Dat België klein is wisten we.
Woordenschat groep 5, thema 8, les 1
Ecologie Basisstof 6: Successie Basisstof 7: Aanpassingen bij dieren Basisstof 8: Aanpassingen bij Planten.
Overeenkomst broedvogelbevolking.
Soortenkennis Vick Hermsen
9 Januari, Rick den Dekker Wulp, Kievit, Grutto
7 februari 2014 – Jasper Mol Merel – Zanglijster – Nachtegaal
Kippen: Van ei naar kip niet ingesproken
HET ONTSTAAN VAN LANDBOUW EN LANDBOUWSAMENLEVINGEN
Hoe maak je zelf een kunstig nestje?
Verstoppertje spelen in het bos
Evolutie.
4 basis en kader, hele hoofdstuk
Thema 2 PLANTEN Basisstof 1 -De levenscyclus van een plant
Parasiet: Organisme dat in of op een levend wezen leeft en dat wezen schade toebrengt. Een parasiet haalt zijn voordeel hieruit. Waardplant of gastheerplant:
Regenwormen.
Leskaart indelen van organismen
De bouw van een plant.
De berberaap of magotaap Wetenschappelijke naam: macaca sylvanus.
De kip!. Hoe ziet een kip eruit? De kip Heeft ook veren, maar minder mooi gekleurd dan de haan. Kippen zijn er in veel verschillende kleuren. Kippen hebben.
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Ontdekkingen in de zomer
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn.
vogels met een kegelsnavel
Herfst Dieren in de tuin.
Groen is gras Genesis 1:9-13
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 1 KGT Lesweek 2
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 2 BK Lesweek 2
Ecologie' 17 .
Vogels.
Thema 5: werken 5a: Landbouw 5b: Noord Nederland
Ecologie Hoofdstuk 6.
Natuurlijke selectie.
Algemene bouw van bloemplanten
Vogels.
Dat België klein is wisten we.
LEZEN.
Dat Nederland klein is wisten we.
Transcript van de presentatie:

Interacties tussen verschillende soorten Voedselconcurrentie

Wat is voedselconcurrentie? Voedselconcurrentie = organismen van verschillende soorten die op het verschillende voedsel azen. Voedselconcurrentie Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voedselconcurrentie wordt beperkt door specialisatie.  Verschillende aanpassingen: snavel, poten, …

Voorbeeld 1: organismen op boomschors Voedselconcurrentie Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Boomkruiper Bonte specht Boomklever Voedselconcurrenten van de boomkruiper: boomkruiper heeft een priemsnavel; bonte specht en boomklever hebben een kortere, krachtige snavel.

Voorbeeld 2: organismen in slikken en schorren Voedselconcurrentie Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Strandloper Dwergplevier Scholekster Steltlopers zijn elkaars voedselconcurrenten in de slikken: oogjagers  korte snavel; tastjagers  lange snavel. Wulp

De boomkruiper kan met zijn priemsnavel tussen de fijne spleetjes van de boomschors.

Grote bonte specht Boomklever Met de korte, krachtige snavel kunnen ze niet bij de insecten tussen de fijne spleetjes van de schors.  Ze breken vruchten (noten, dennenkegels) open om de zaden eruit te halen.

Schorren: gronden die maar af en toe overstromen bij springtij. Slikken en schorren in het Zwin Schorren: gronden die maar af en toe overstromen bij springtij. Slikken: gronden komen droog te liggen als de zee zich terugtrekt bij eb.

Oogjagers: korte snavel; jagen op organismen op of net onder het sliboppervlak. Tastjagers: langere snavel; jagen op organismen die diep ingegraven zijn.

De strandloper en de dwergplevier zijn voorbeelden van oogjagers. Deze jagers kunnen hun prooi meestal zien tijdens het foerageren (= zoeken en vinden van voedsel).

De scholekster en de wulp zijn voorbeelden van tastjagers. Op hun beweeglijke snavelpunt bevinden zich gevoelige zenuwuiteinden zodat ze prooien kunnen voelen tijdens het foerageren (= zoeken en vinden van voedsel).