De koningen van Rome Aeneis 6.808-823 Afvaart van Aeneas De koningen van Rome Aeneis 6.808-823
De koningen van Rome In deze tekst wordt een aantal van de Romeinse koningen en andere beroemde leiders genoemd. Volgens de verhalen kende Rome zeven koningen (je hoeft ze niet allemaal uit je hoofd te kennen): Romulus Versloeg zijn tweelingbroer Remus en werd volgens de (753-716) mythe daarmee de naamgever en eerste koning van Rome. Verenigde Sabijnen en Latijnen. Toen Romulus ouder werd, wilde hij volgens de mythe het volk toespreken op het Forum, toen het plots heel donker werd en begon te stormen en onweren. Na een felle bliksemflits was Romulus plotseling verdwenen. Hij was een god geworden, daarvan was iedereen overtuigd.
2. Numa Pompilius (716-673) Reconstructie van de tempel van Vesta op het Forum Romanuim Was een Sabijn. Gekozen als koning toen Romulus ineens verdwenen was. Tijdens zijn bewind heerste er vrede. Diverse godsdienstige instellingen worden aan hem toegeschreven, bv het college van de Vestaalse Maagden Restanten van het huis van de Vestaalse Maagden
3. Tullus Hostilius (673-641) Zeer strijdlustige Latijn; wilde bewijzen dat de Romeinen het vechten niet hadden verloren en viel Alba Longa aan (verhaal van Horatii en Curiatii) Bouwde Curia Hostilia Door overwinningen gaf hij weinig meer om de goden en de eredienst. Goden zonden de pest over Rome, ook koning getroffen. Toen Tullus zich in zijn ellende tot de goden richtte, was Jupiter zo verontwaardigd, dat hij hem doodde met een bliksemschicht.
4. Ancus Martius (641-616) Vredelievende Sabijn Herstelde situatie van Numa Pompilius Voegde heuvel Janiculum aan Rome toe Bouwde eerste haven van Ostia Stierf zonder zonen en zijn adviseur kwam toen aan de macht De opgravingen van Ostia vanuit de lucht gezien
5. Tarquinius Priscus (616-578) Tarquinius krijgt de Sibyllijnse boeken aangeboden Etrusk (Etrusken toen macht over Italië!) Bekwaam en machtig vorst Bekend van verhaal van Sibyllijnse Boeken Wel eens conflict met de religieuze voorschriften. Toen een augur kritiek had, daagde hij deze uit een steen te splijten met een scheermes. De augur deed dat en sindsdien zijn de augures zeer belangrijke raadgevers in Rome. Wees adoptiefzoon Servius Tullius als zijn opvolger aan.
6. Servius Tullius (578-534) Ook Etrusk Deel van de muur van Servius Tullius in Rome Ook Etrusk Bekend als koning die de staat anders inrichtte: naar vermogen ipv afkomst Muur van Servius Tullius gebouwd Liet zijn dochters trouwen met de zonen van Tarquinius Priscus, maar werd van de troon gestoten door zijn oudste dochter en haar minnaar Lucius Tarquinius (later ‘Superbus’ genoemd). Volgens het verhaal reed zijn dochter zelf met een wagen over hem heen.
7. Tarquinius Superbus (534-509) Spotprent over Tarquinius Superbus Derde Etruskische koning Schrikbewind: hield zich niet aan wetten, Romeinen moesten als slaven werken aan gebouwen in Rome, mensen met kritiek werden gedood Verjaagd toen zijn zoon zich had vergrepen aan de zeer deugdzame Lucretia, de vrouw van zijn neef Daarna geen koningen meer, maar Republiek De verkrachting van Lucretia
808. Quis procul ille autem ramis insignis olivae. sacra ferens 808 Quis procul ille autem ramis insignis olivae sacra ferens? Maar wie is hij daar in de verte, opvallend door de takken van een olijf, de heilige [voorwerpen] dragend? 808 ramis olivae – olijftak als teken van de priesters (zie ook sacra). Degene die daar aankomt is dus godsdienstig. (Een Romeins priester was overigens niet celibatair. Het was gewoon een erebaan voor een hoge Romein). insignis – de bedoelde persoon is koning Numa Pompilius (zie volgende dia), die bekend stond om zijn godsdienstigheid.
Nosco crines incanaque menta 810 regis Romani primam qui legibus urbem fundabit, Curibus parvis et paupere terra missus in imperium magnum. Ik herken de haren en de grijze baard van de Romeinse koning die de stad in haar prille begin zal grondvesten op wetten, uit het kleine Cures en een arme landstreek gezonden naar een grote heerschappij. 810 regis Romani - nl. de 2e koning van Rome, Numa Pompilius primam – congrueert met ….? urbem 811 fundabit – welke tijd en waarom? futurum, omdat het op het moment dat Anchises dit vertelt nog moet gebeuren. Curibus – Cures, Sabijns stadje in de omgeving van Rome
Cui deinde subibit 813. otia qui rumpet patriae residesque movebit Cui deinde subibit 813 otia qui rumpet patriae residesque movebit Tullus in arma viros et iam desueta triumphis 815 agmina. Na hem zal vervolgens Tullus komen die de rust van het vaderland zal verbreken en de mannen, die zonder bezigheid waren, en de troepen die de triomfen al ontwend waren, zal aanzetten tot de strijd. 812 Cui – relatieve aansluiting; verwijst naar ……..? (810) regis Romani 813 resides – vormt inhoudelijk een tegenstelling met ….? movebit in arma 814 iam desueta – waarom waren de Romeinen de triomfen ontwend? omdat er tijdens de vorige koning, Numa Pompilius, vrede heerste. 815 agmina – lijd. vw bij movebit
815. Quem iuxta sequitur iactantior Ancus 815 Quem iuxta sequitur iactantior Ancus nunc quoque iam nimium gaudens popularibus auris. Onmiddellijk na hem volgt de nogal (te) verwaande Ancus die zich ook nu al te zeer verheugt in de volksgunst. 815 Quem - relatieve aansluiting; verwijst naar ……..? Tullus (814) iactantior – comparativus. Wat waren ook al weer de vertaalmogelijkheden van de comparativus? 1. verwaander 2. nogal verwaand 3. te verwaand (2 en 3 zijn hier het beste) 816 nunc quoque – nl. in de onderwereld.
817. Vis et Tarquinios reges animamque superbam 817 Vis et Tarquinios reges animamque superbam ultoris Bruti, fascesque videre receptos? Wil je ook de Tarquinische koningen zien en de trotse geest van de wreker Brutus, en de herwonnen roedenbundels? 817 vis – 2e ev praes. van velle (volo, vis, vult, volumus, vultis, volunt) Tarquinios reges – welke koningen waren dat ook alweer? Tarquinius Priscus en Tarquinius Superbus 818 ultoris Brutus – Tarquinius Superbus wordt verjaagd door Brutus het einde van de Koningstijd en begin van Republiek (die toevallig ook eindigt met Brutus, nl. degene die Caesar vermoordt – Et tu, Brute) fasces – symbool van macht van hoogste magistraten; ze krijgen die nu a.h.w. terug, nu de koningen verdreven zijn
Het verhaal van Lucretia Tarquinius Superbus was al niet populair door zijn dictatoriale bewind. Over zijn einde vertellen de Romeinen het volgende verhaal. Ook de zonen van Tarquinius misdragen zich. Eén zoon, Sextus Tarquinius, hoort van zijn neef Collatinus over hoe deugdzaam zijn vrouw Lucretia is. Onverwachts gaan ze thuis kijken. En inderdaad: Lucretia zit hard te werken aan typisch vrouwelijke bezigheden. Sextus wordt verliefd op Lucretia en benadert haar in haar kamer. Natuurlijk weigert ze, maar Sextus verkracht haar en dreigt een dode slaaf naast haar te leggen (alsof ze samen betrapt zijn; schande: met een slaaf…). Lucretia kan met de schande van de verkrachting niet leven, licht haar vader en man in en pleegt dan zelfmoord. Collatinus en Brutus nemen wraak, vermoorden Sextus en verjagen zijn vader. Zij worden de eerste consuls van Rome.
Consulis imperium hic primus saevasque secures 820 Consulis imperium hic primus saevasque secures 820 accipiet, Deze (man hier) zal als eerste het gezag van de consul en de grimmige bijlen ontvangen 819 hic – wie wordt bedoeld? Brutus
820. natosque pater nova bella moventes 820 natosque pater nova bella moventes ad poenam pulchra pro libertate vocabit, 822 infelix, utcumque ferent ea facta minores: en hij zal als vader zijn zonen die nieuwe oorlogen in beweging zetten tot een straf dagen (roepen) ter wille van de prachtige vrijheid, de ongelukkige, hoe gunstig ook maar het nageslacht deze daad zal beoordelen: 820 nova bella – nl. het plan om Tarquinius Superbus weer aan de macht te brengen 821 ad poenam vocabit – Brutus liet zijn eigen zoon hiervoor ter dood veroordelen 822 infelix – enjambement, extra nadruk Waarom was Brutus ongelukkig? (Omdat zijn zonen zo’n grote misdaad hadden gepleegd, dat) hij ze ter dood moest veroordelen Waarom zou je niet verwachten, dat Brutus ongelukkig wordt genoemd? (paradox) Hij heeft een daad gepleegd, die iedereen nu nog roemt
823. vincet amor patriae laudumque immensa cupido 823 vincet amor patriae laudumque immensa cupido. liefde voor het vaderland zal overwinnen en oneindig verlangen naar roem. 823 vincet – futurum laudum – gen mv (dichterlijk meervoud; genitivus obiectivus bij cupido) vincet amor patriae – de liefde voor het vader- land wint het dus van de liefde voor zijn zoons Waarom besteedt Anchises zoveel aandacht aan deze Brutus? Ook hij heeft het belang van Rome voor zijn eigen belang laten gaan (pietas). Dat moet Aeneas ook doen, bij hem moet ook de amor patriae overwinnen.