Herhaling Examenstof M&O Domein C Financiering van activiteiten
Hst 14 Enkelvoudige Interest Interest is rente De vergoeding voor het (uit)lenen van geld. Enkelvoudige interest Alleen interest over het oorspronkelijke bedrag Dus geen rente over rente
Hst 14 Enkelvoudige Interest Voorbeeld De enkelvoudige interest van 2000 tegen 5% in 2 jaar is 2000 * 0,05 * 2 = 200 Formule Int.= K x P x T 100 x c K =kapitaal P = Interest% T = Tijd c = Eenheid van T
Hst 14 Enkelvoudige Interest Voorbeeld 220,04 staat tegen 6%, 11 kwartalen uit
Hst 14 Enkelvoudige Interest Iets is in 30 maanden aangegroeid tot 27.500 tegen 2% per half jaar Hoeveel is erop gezet 30 maanden terug?
Hst 15 Samengestelde Interest Rente over rente Eindwaarde Hoeveel is een kapitaal na een bepaalde periode waard. Contante waarde Hoeveel is het oorspronkelijke bedrag om een bepaald kapitaal te verkrijgen.
Hst 15 Samengestelde Interest Voorbeeld 2.000 tegen 5% op een rekening hoeveel is dit na 2 jaar waard. 2.000 * 1,05^2 = 2.205
Hst 15 Samengestelde Interest Voorbeeld Over 15 jaar wil ik 100.000 hebben met een interestpercentage van 2,4%, hoeveel moet ik nu op een spaarrekening zetten. 100.000 / 1,024^15 = 70.064,92
Hst 20 voorraadwaardering Te weinig voorraad: Nee-verkoop Te veel voorraad Diefstal/brand (te verzekeren) Bederf Prijsdaling/veroudering Uit de mode raken
Hst 20 voorraadwaardering Economische en technische voorraad Technische voorraad De voorraad die werkelijk aanwezig is, deze kan je tellen. Economische voorraad Voorraad waarover je prijsrisico loopt: Technische voorraad (die in het magazijn aanwezig is) + ingekocht maar nog niet ontvangen - verkocht maar nog steeds in het magazijn economische voorraad
Hst 20 voorraadwaardering Inkoopkosten van voorraad Bestelkosten Verzekeringskosten Post/telefoonkosten Loonkosten van de inkoopafdeling Opslagkosten (magazijnkosten) Rentekosten (over het geïnvesteerde vermogen) Ruimtekosten (kosten van het magazijn/loods) Risicokosten
Hst 20 voorraadwaardering FIFO methode First in First out, de oudste artikelen worden als eerst verkocht. De voorraad staat tegen de meest actuele prijs op de balans, maar misschien niet tegen de huidige prijs. Bij stijgende prijzen is de winst hoger dan bij LIFO
Hst 20 voorraadwaardering LIFO methode Last in First out, de laatst ingekochte artikelen gaan er als eerste uit. Op de balans blijven de oudste (en vaak de laagste ) prijzen staan. Bij stijgende prijzen is de winst lager dan bij FIFO.
Hst 20 voorraadwaardering Vaste verreken prijs (VVP) Veel gebruikt bij bedrijven waar de inkoopprijs niet heel veel schommelt. VVP= geschatte inkoopprijs + opslag voor inkoopkosten
Hst 20 voorraadwaardering Brutowinst bij VVP: Gerealiseerd verkoopresultaat afzet x (verkoopprijs – VVP) +/- Resultaat op inkoopprijs inkoop x (geschatte ink. Pr. – werkelijke ink. Pr.) +/- Resultaat op inkoopkosten geschatte inkoopkst. – werkelijke inkoopkosten Brutowinst
Hst 20 voorraadwaardering
Hst 20 voorraadwaardering Gunther BV heeft op 01-01-04 een voorraad van 200 riemen á 10,-. Over januari zijn de volgende feiten gegeven: 02-01-04 inkoop 200 riemen á 9,- 05-01-04 inkoop 400 riemen á 11,- 10-01-04 verkoop 500 riemen á 15,- Bereken de brutowinst volgens de FIFO methode Bereken de balanswaarde van de voorraad eind januari als de FIFO methode is gebruikt Bereken de brutowinst bij de LIFO methode Voor hoeveel staat de voorraad eind januari op de balans bij gebruik van LIFO?
Hst 20 voorraadwaardering Gunther BV heeft op 01-01-04 een voorraad van 200 riemen á € 10,-. De inkoopkosten worden geschat op € 1,- per stuk en de geschatte inkoopprijs is 10,-. Bereken de VVP Over januari zijn de volgende feiten gegeven: 02-01-04 inkoop 200 riemen á 9,- 10-01-04 verkoop 300 riemen á 15,- De werkelijke inkoopkosten in januari zijn € 215,- Bepaal de brutowinst over januari Bepaal de balanswaarde van de voorraad eind januari.