Gaan onze banen naar China en India?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

© Prof.dr Jouke van Dijk BouwNed, Onbelemmerd Bouwen Noordelijk BouwNed Congres Martiniplaza, Groningen, 29 januari 2004 Prof. dr Jouke van.
De externe waarde van de munt
Handel en marketing hoofdstuk 9
Hoofdstuk 2: Geld en ruil
Macro-economisch klimaat voor groeibedrijven Reginald Vossen.
3.3 Nigeria in de wereldeconomie
Finace & Outsourcing. Finace: Think Build Operate  Wat doet Finace  Advies  Implementatie  Outsourcing  800 medewerkers  Branches  Handel, Industrie,
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid
offshore-outsourcing (import)
Machtige internationale bedrijven
Oerproducent (bijv. de veehouder)
1.3 globalisering verovert de wereld
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
§ 1.1 – Noord-Amerika als handelsblok
1. 2 The empire strikes back Bron: Universiteit van Groningen.
Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3.
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Concurrentie, Complementariteit en Buitenlandse Investeringen Martijn J. Burger.
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Globalisering.
De betalingsbalans.
Europese samenwerking
Internationale handel
Paragraaf 3.3 Indonesië in de wereld.
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
Indonesië.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Hoofdstuk 2: Wisselkoersen
Hfst 5: De open economie met overheid
1.2 De grens gaat open Mexico had vroeger een gesloten economie kenmerken: - hoge invoerrechten - quota - importsubstitutie - uitvoer van landbouwproducten.
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
Economische kringloop
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Globalisering.
ECONOMIE EN RUIMTE I THIERRY VANELSLANDER – ACADEMIEJAAR VOORWERP EN METHODE.
INNOVEREN VAN DROOM TOT DAAD
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Paragraaf 4,3 Centrum van de wereld!
EU Uitbreiding Emeriti Forum Reflecties op presentatie van Minister Dehaene.
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 7- 8
Is een flexibele arbeidsmarkt wel zo wenselijk? Dr Alfred Kleinknecht, Emeritus hoogleraar economie (met dank aan Lilyana Budyanto, Ronald Dekker, Federico.
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
H4 Wisselkoers en betalingsbalans
International Economics
International Economics
H6 Salvatore: International Economics, 10th Edition © 2009 John Wiley & Sons, Inc.
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Nederland en de rest van de wereld
Transcript van de presentatie:

Gaan onze banen naar China en India? Globalisering: Gaan onze banen naar China en India? door Dr. A.H. Kleinknecht, Hoogleraar economie van innovatie, Faculteit Techniek, Bestuur en Management, TU Delft

Globaliseringverhalen Er is in de jaren tachtig een structurele breuk: door ICT is de wereld kleiner geworden. Afstanden doen er almaar minder toe (‘Death of distance’). Wij leven in een ‘global village’. Kapitaal is footloose geworden. Onze welvaart wordt bedreigd door lagelonenlanden (‘wij kunnen toch nooit concurreren tegen hun lonen’) Worden we met onze ‘eurosclerosis ’ het Jutland van de wereldeconomie?!

Neem nou eens (als willekeurig gekozen voorbeeld Neem nou eens (als willekeurig gekozen voorbeeld!): “Waar komt de Hollandse fiets vandaan?” (Daar gaan onze banen … !) Percentage fietson-derdelen geprodu-ceerd in Nederland: Percentage fietsonderdelen geproduceerd in Azië: 1980 40% 10% 1990 23% 44%

Een ander voorbeeld: kapitaalvlucht (Wij zijn geen aantrekkelijke vestigingsplaats!) Directe buitenlandse investeringen: a) vanuit Nederland in het buitenland b) vanuit het buitenland in Nederland (Als percentages van de binnenlandse investeringen in NL) Nederlandse investeringen in het buitenland Buitenlandse investeringen in Nederland 1981 12,9% 5,4% 1985 11,2% 2,5% 1990 22,7% 14,8% 1993 17,1% 10,9%

Importpenetratie en kapitaalvlucht: Hoe komt dat?

Misverstanden omtrent globalisering “Hun lonen zijn zoveel keer lager dan de onze: wij kunnen toch nooit tegen hen concurreren!” Tegenargument: Wat telt zijn niet de lonen maar de loonkosten (per eenheid product); wij moeten dus wat iemand kost relateren aan wat die voor het bedrijf oplevert; voor het concurrentievermogen telt uiteindelijk de relatie tussen loon en toegevoegde waarde.

Toegevoegde waarde per arbeidsuur (2) Loonkosten per eenheid product Een voorbeeld: Lonen versus loonkosten N.B. De neoklassieke theorie voorspelt dat bij perfect werkende markten de lonen en de toegevoegde waarde perfect met elkaar correleren. Hoge (of lage) lonen gaan dus in beginsel altijd samen met hoge (of lage) arbeidsproductiviteit (= toegevoegde waarde per arbeidsuur). Uurloon (1) Toegevoegde waarde per arbeidsuur (2) Loonkosten per eenheid product (1) : (2) Amsterdam 20 80 0,25 Bratislava 2,5 10

Misverstanden omtrent globalisering “Bedrijven zijn 'footloose'; ze kunnen zich makkelijk verplaatsen naar lagelonenlanden” Tegenargumenten: Industrial Districts* - Bedrijven zijn afhankelijk van: Een lokale arbeidspool, Relaties met gespecialiseerde toeleveranciers in hun regio en Lokale kennisnetwerken *Alfred Marshall: Principles of Economics, London: Macmillan, 1890

Misverstanden omtrent globalisering “Bedrijven zijn 'footloose'; ze kunnen zich makkelijk verplaatsen naar lagelonenlanden”  Tegenargumenten: Bedrijven zijn afhankelijk van “tacit knowledge”. Dit is ‘ontastbare’, slecht gedocumenteerde, niet gecodificeerde ervaringskennis van medewerkers. Deze kennis is lastig overdraagbaar over geografische afstanden Dienstenbedrijven moeten het veelal hebben van lokale reputaties die eveneens lastig overdraagbaar zijn over geografische afstanden

Misverstanden omtrent globalisering “Bedrijven zijn 'footloose'; ze kunnen zich makkelijk verplaatsen naar lagelonenlanden”   Andere tegenargumenten: Bedrijven moeten zich vestigen waar de koopkracht is Bedrijven zijn afhankelijk van goed functionerende infrastructuren

Nog een tegenargument: De lokale binding van kennis Innovatie in ‘s werelds 359 grootste bedrijven: Gemiddeld bevinden zich 12% van hun innovatieve activiteiten (25% van hun productie) buiten het thuisland. Bron: Tidd, J., J. Bessant & K. Pavitt: Managing Innovation, Chichester: Wiley 2005, p. 211-213.

Nog een tegenargument: De lokale binding van kennis Innovatie in ‘s werelds 359 grootste bedrijven: Gemiddeld bevinden zich 12% van hun innovatieve activiteiten (25% van hun productie) buiten het thuisland. De omvang van innovatieve activiteiten in het buitenland hangt samen met de omvang van buitenlandse productie. Bron: Tidd, J., J. Bessant & K. Pavitt: Managing Innovation, Chichester: Wiley 2005, p. 211-213.

Nog een tegenargument: De lokale binding van kennis Innovatie in ‘s werelds 359 grootste bedrijven: Gemiddeld bevinden zich 12% van hun innovatieve activiteiten (25% van hun productie) buiten het thuisland. De omvang van innovatieve activiteiten in het buitenland hangt samen met de omvang van buitenlandse productie. Bedrijven uit kleine landen hebben grotere delen van hun innovatieve activiteiten in het buitenland. Bron: Tidd, J., J. Bessant & K. Pavitt: Managing Innovation, Chichester: Wiley 2005, p. 211-213.

Nog een tegenargument: De lokale binding van kennis Innovatie in ‘s werelds 359 grootste bedrijven: Gemiddeld bevinden zich 12% van hun innovatieve activiteiten (25% van hun productie) buiten het thuisland. De omvang van innovatieve activiteiten in het buitenland hangt samen met de omvang van buitenlandse productie. Bedrijven uit kleine landen hebben grotere delen van hun innovatieve activiteiten in het buitenland. Productie in het thuisland is innovatie-intensiever dan productie in het buitenland. Bron: Tidd, J., J. Bessant & K. Pavitt: Managing Innovation, Chichester: Wiley 2005, p. 211-213.

Nog een tegenargument: De lokale binding van kennis Innovatie in ‘s werelds 359 grootste bedrijven: Gemiddeld bevinden zich 12% van hun innovatieve activiteiten (25% van hun productie) buiten het thuisland. De omvang van innovatieve activiteiten in het buitenland hangt samen met de omvang van buitenlandse productie. Bedrijven uit kleine landen hebben grotere delen van hun innovatieve activiteiten in het buitenland. Productie in het thuisland is innovatie-intensiever dan productie in het buitenland. De meeste buitenlandse innovatieve activiteiten vinden plaats in de VS en Europa (feitelijk: Duitsland). Ze zijn dus niet gemondialiseerd. Bron: Tidd, J., J. Bessant & K. Pavitt: Managing Innovation, Chichester: Wiley 2005, p. 211-213.

Misverstanden omtrent globalisering “De Chinezen pakken onze banen en welvaart in"  Tegenargumenten: Verkeerd denkbeeld: het gaat niet om de verdeling van een gegeven koek (‘als zij meer krijgen, krijgen wij minder’). Het gaat om de verdeling van de groei van de koek.

Misverstanden omtrent globalisering “De Chinezen pakken onze banen en welvaart in"  Tegenargumenten: Verkeerd denkbeeld: het gaat niet om de verdeling van een gegeven koek (‘als zij meer krijgen, krijgen wij minder’). Het gaat om de verdeling van de groei van de koek. De exportopbrengsten van China of India verdwijnen niet in een zwart gat, maar blijven binnen de economische kringloop: zij dienen voor de financiering van import en/of van kapitaalexport. China en India zijn aanbieders en vragers

Misverstanden omtrent globalisering “De Chinezen pakken onze banen en welvaart in"  Tegenargumenten: Verkeerd denkbeeld: het gaat niet om de verdeling van een gegeven koek (‘als zij meer krijgen, krijgen wij minder’). Het gaat om de verdeling van de groei van de koek. De exportopbrengsten van China of India verdwijnen niet in een zwart gat, maar blijven binnen de economische kringloop: zij dienen voor de financiering van import en/of van kapitaalexport. China en India zijn aanbieders en vragers Hun deelname in de wereldeconomie biedt nieuwe kansen om de voordelen van internationale arbeidsdeling te benutten (David Ricardo)

Misverstanden omtrent globalisering Ze concurreren ons weg! Ze trekken het kapitaal naar zich toe en overspoelen ons met hun goedkope importen Tegenargument: De simpele logica van de betalingsbalans: een land kan nooit een exportoverschot van goederen hebben en tegelijkertijd netto importeur van kapitaal zijn (anders zou de boekhouding niet kloppen!)

(of wel: handelsbalans)   Lopende rekening (of wel: handelsbalans) Import (van goederen en diensten) Export Inkomensoverdrachten naar het buitenland Inkomensoverdrachten vanuit het buitenland  

Kapitaalrekening Import van kapitaal Export van kapitaal   Kapitaalrekening Import van kapitaal   (Aankoop door buitenlanders van Nederlandse aandelen, obligaties, onroerend goed etc.) Export van kapitaal (Aankoop door Nederlanders van aandelen, obligaties, onroerend goed etc. in het buitenland)  

De betalingsbalans Lopende rekening + kapitaalrekening = betalingsbalans Lopende rekening + kapitaalrekening moeten samen (ongeveer) in evenwicht zijn, anders: wisselkoersreactie!

Is er een dreiging van globalisering Is er een dreiging van globalisering? Ja, de Amerikaanse schuldeneconomie Probleem: De VS hebben een forse importoverschot (= ‘nationaal spaartekort’) in de handel met China (en de rest van de wereld). China heeft een exportoverschot (= ‘nationaal spaaroverschot’) De totale importoverschot van de VS is ruim 600 miljard dollar op jaarbasis (ruim 6% van het jaarlijkse nationaal inkomen van de VS) Vraag: hoe wordt dat gecompenseerd?

Is er een dreiging van globalisering Is er een dreiging van globalisering? Ja, de Amerikaanse schuldeneconomie Compensatie: De VS moeten voor ruim 600 miljard dollar (ca. 3 miljard dollar per werkdag!) kapitaal importeren teneinde de betalingsbalans in evenwicht te kunnen houden China koopt voortdurend US Dollars (in ruil tegen Yuans), teneinde de wisselkoers van de Yuan laag en die van de Dollar hoog te houden. China heeft intussen voor ruim 650 miljard US dollars (Japan ruim 800 miljard) opgehoopt, c.q. daarmee Amerikaanse obligaties gekocht. Vraag: hoe moet dat verder? Komt er een dollarcrisis?

Meer lezen? Kleinknecht, A. & J. ter Wengel: 'The myth of economic globalization', in Cambridge Journal of Economics, Vol. 22 (1998): 637-647. verkrijgbaar op: www.eci.tbm.tudelft.nl

Groei BBP per arbeidsuur (arbeidsproductiviteit) De echte job-killer in Europa: Technologische vooruitgang Een illustratie voor de EU-14 (excl. Luxemburg) EU-14 Groei BBP Groei BBP per arbeidsuur (arbeidsproductiviteit) Groei arbeids-uren per 1% groei BBP 1950-60 4,5 4,2 0,07 1960-73 5,2 5,7 - 0,09 1973-80 2,6 3,0 - 0,15 1981-90 2,4 2,1 0,12 1991-00 2,5 2,2 0,13

Technologische vooruitgang als job-killer? Nederland als uitzondering NL Groei BBP Groei BBP per arbeidsuur (arbeidsproductiviteit) Groei arbeids-uren per 1% groei BBP 1950-60 4,6 4,2 0,10 1960-73 4,9 4,5 0,07 1973-80 2,4 2,5 - 0,05 1981-90 2,2 1,0 0,57 1991-00 2,8 1,1 0,61