Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving in cel :opname , afgifte en doorgeven van stoffen diffusie, osmose en actief transport
concentratie Oplossing = oplosmiddel + opgeloste stoffen Organismen water = oplosmiddel Concentratie: hoeveelheid opgeloste stoffen per volume-eenheid van oplosmiddel Aangeven concentratie in volumeprocenten g/l Massaprocent mg /m³ Ppm of o,ooo1% Mol ( in scheikunde ) Concentratie altijd berekenen t.o.v totale oplossing 95g water en 5g suiker Massaprocent =? 5%
gassen Hier spreekt men van druk (afhankelijk van temperatuur en volume) Gasmoleculen verplaatsen zich snel / botsen daarbij tegen elkaar en wand ruimte bepaalde druk op wand Meer gasmoleculen per tijdeenheid hogere druk op wand Gasdruk in PV = nRT pascal (Pa) of kilopascal (kPa) of (100.000 Pa = 1 bar) Meten met manometer compressor
Gassen ( achtergrondinfo) De gasconstante, ook algemene gasconstante of molaire gasconstante geheten, is de evenredigheidsconstante R die voorkomt in de algemene gaswet en de Van der Waalsvergelijking. De algemene gaswet luidt: PV = nRT waarin p de druk, V het volume, n het aantal mol en T de absolute temperatuur van het gas is.
diffusie Verbranden iets vooraan in lokaal tijd later overal te ruiken door diffusie (in gassen) In glas water kleurstof water kleurt helemaal = diffusie Moleculen van gassen of vloeistoffen bewegen Botsen tegen andere moleculen richting molecule verandert bewegingen naar alle kanten Hele ruimte wordt gevuld = homogene verdeling van moleculen over de beschikbare ruimte
Diffusie Schot weghalen na enige tijd nettoverplaatsing van glucosemoleculen van AB Nettoverplaatsing water B A Nettoverplaatsing / tijdseenheid= Diffusiesnelheid Afhankelijk van -Temperatuur waarom? -Diffusieoppervlak -Afstand diffusie -Concentratieverschil -Aard diffunderende stof ( o.a. grootte van moleculen, viscositeit) -Medium waarin diffusie plaatsvindt Gas diffusiesnelheid 300 000x zo snel dan in water
osmose semipermeabele wand of half doorlatende wand: Zeer kleine poriën alleen water kan er doorheen 2 oplossingen met verschillende concentratie netto waterverplaatsing van de oplossing met de laagste concentratie P2a naar de oplossing met de hoogste concentratie P1a. concentratie P1a daalt p1b Concentratie P2a stijgt p2b
Netto waterverplaatsing naar P1b *Lage concentratie *Lage osmotische waarde * Hoge concentratie * Hoge osmotische waarde
Osmotische waarde Hoge osmotische waarde = hoge concentratie opgeloste deeltjes NaCl in water 2 deeltjes Glucose in water 1 deeltje Oplossing met evenveel moleculen glucose lagere osmotische waarde dan oplossing met evenveel moleculen NaCl deze 2 oplossingen gescheiden door semipermeabel membraan wat gebeurt Osmose = verplaatsing van water door semipermeabel membraan van een plaats met lage osmotische waarde naar een plaats met hoge osmotische waarde
Celmembraan = semipermeabel wat gebeurt er als je een cel in zout water legt met een hogere osmotische waarde? Hypertoon osmotische waarde is …….dan osmotische waarde cel Isotoon osmotische waarde is…… Hypotoon osmotische waarde is……
transport