2.6 Reinigingsmiddelen
2.6 Wat zijn reinigingsmiddelen? Textielwasmiddelen Vaatwasmiddelen Natuurlijke en synthetische zeep (voor jezelf) Allesreiniger Schuurmiddelen Bleekmiddelen Ontkalkers
2.6 Wat zijn reinigingsmiddelen? Zure reinigingsmiddelen Om kalkaanslag te verwijderen. Hoe lager de pH, hoe beter de kalk verwijderd wordt. Bevat geen zeepmoleculen. Voorbeelden: huishoudazijn, zoutzuur, ontkalkingsmiddelen. Basische reinigingsmiddelen Wordt gebruikt voor vettig vuil. Sommige bevatten zeepmoleculen. Hoe hoger de pH, hoe beter het vuil verwijderd wordt. Voorbeelden: Allesreiniger, schuurmiddel, desinfectiemiddel.
2.6 Oppervlaktespanning Moleculen trekken elkaar aan. Aan het oppervlak ook, daardoor soort ‘vliesje’. Dit noemen we oppervlaktespanning. Zeep verlaagt deze spanning, het ‘vliesje’ wordt minder sterk.
2.6 Werking van zeep in basisch middel Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) en staart (hydrofoob). Vet verwijderen lukt niet met alleen water, wel met water + zeep.
2.6 Productie van basische reinigingsmiddelen Synthetische zepen of detergenten Geproduceerd uit grondstoffen van aardolie. Natuurlijke zeep Bereidt uit natuurlijke oliën en vetten (sojaolie, kokosvet)
2.6 Wasmiddelen Wasgoed heeft verschillende vezels: katoen, wol, polyester en linnen. Wasmiddel moet hiervoor bestemd zijn. Wasmiddel moet ook verschillend vuil kunnen aanpakken.
2.6 Wasmiddelen Vuilsoorten In water oplosbaar vuil: suiker, limonade, zout uit zweet. In water onoplosbaar vuil: zand, klei, smeerolie, voedselresten. Kleurstofvlekken: thee, vruchtensap. Eiwithoudende vlekken: bloedvlekken
2.6 Wasmiddelen Belangrijkste componenten (bestanddelen) van zeep die dit vuil tegen gaan: Detergent (oppervlakte-actieve stoffen): verlaagt oppervlaktespanning, zodat de was goed nat wordt. Zeep houdt het vuil vast. Bleekmiddel: maakt kleurstofvlekken onzichtbaar Enzymen (proteasen): afbraak van eiwithoudende stoffen. Bestaan zelf ook uit eiwitten. Optische witmaker: hecht zich aan het wasgoed, die lijkt witter. Wasversterkers: ingebouwde waterontharder, minder wasmiddel nodig.
2.6 Wasmiddelen Veiligheid Lees altijd gebruiksaanwijzing Gevarentekens bekijken, in contact met huid: altijd spoelen met veel water. Inslikken: arts. Niet mengen, gevaarlijk. Zuur reinigingsmiddel met bleekwater vormt chloorgas!