Levensbeschouwing en maatschappelijke participatie Is levensbeschouwing nog steeds een motiverende factor voor participatie? Sarah Botterman – KULeuven Marc Hooghe – KULeuven René Bekkers – U.Utrecht/U.Amsterdam Vlaanderen Gepeild 2009
Maatschappelijke participatie in Vlaanderen Waarom belangrijk? 1.Versterking van het sociale weefsel in een gemeenschap 2.Bijdrage aan het sociaal kapitaal voor het individu Trend? SCV: Stijging tussen 1996 en 2008 van het participatieniveau van de Vlaming: er is in Vlaanderen géén achteruitgang van de participatie
Levensbeschouwing in Vlaanderen SCV surveys ’96‘97‘98‘99‘00‘01‘02‘03‘04‘05‘06‘07‘08 Katholiek Christelijk, niet katholiek Vrijzinnig Geen geloof141514/ Andere kerken
Levensbeschouwing in Vlaanderen
Onderzoeksvraag Gelet op verminderd belang georganiseerde levensbeschouwingen: is levensbeschouwing nog steeds een motiverende factor voor maatschappelijk engagement in Vlaanderen? Literatuur: effect nog sterk aanwezig in Nederland (onderzoek René Bekkers), zij het vooral onder protestanten (niet systematisch onderzocht voor katholieken) Ons onderzoek spitst zich toe op katholicisme, wegens te weinig andere levensbeschouwingen vertegenwoordigd in de SCV-data
Maatschappelijke participatie en levensbeschouwing Vroegere situatie: verzuiling –Maatschappelijke participatie verzuild –Levensbeschouwing motiverende factor Vanaf 1960: ontzuiling –Georganiseerde levensbeschouwing verliest terrein –Minder mobilisatieprikkels vanuit de zuil –Christelijk verenigingsleven houdt stand maar seculariseert –Individualisering van de participatiemotieven
Van kerkelijke christelijkheid naar sociaal-culturele christelijkheid (Onderzoek Billiet/Dobbelaere) Kerk verliest impact op samenleving maar christelijke verenigingen niet Kerken als stabiel kader om sociale betrokkenheid te ontwikkelen verdwijnt Levensbeschouwing minder expliciet argument voor engagement
Meting levensbeschouwelijke dimensies Geloofscomponent –Belonging dimensie –Levensbeschouwelijke zelfidentificatie: specifieke denominatie Praktijkcomponent –Behaving dimensie –Frequentie van de kerkpraktijk: netwerkvorming
Meting maatschappelijke participatie Verenigingsleven –Aantal lidmaatschappen –Aantal niet-religieuze lidmaatschappen –Al dan niet lid zijn van een socio-culturele, religieuze, politieke of sportieve vereniging Vrijwilligerswerk –Al dan niet vrijwilliger zijn
Data & Methoden SCV data , gepoold 11 jaar N = Lineaire en logistische regressie-analyse Interactie-effect: jaar*levensbeschouwing Verwachting: negatief interactie-effect: invloed religie is groter in 1996 dan in 2008
Resultaten lineaire regressie Aantal lidmaatschappen Kerkpraktijk sterker positief effect dan zelfidentificatie als katholiek: netwerken belangrijk Interactie-effect sterk positief: effect van kerkpraktijk wordt sterker doorheen de jaren (ondanks het feit dat de groep kerkse gelovigen kleiner wordt) Mannen en hogeropgeleiden participeren meer over de jaren heen stijging participatie (bevestiging Hooghe & Quintelier, Vlaanderen Gepeild 2007)
Resultaten lineare regressie Aantal niet-religieuze lidmaatschappen Tegenargument: gelovigen zullen vooral meer participeren in religieuze organisaties. Daarom: zelfde analyse zonder religieuze lidmaatschappen gelijklopend resultaat Zelfidentificatie niet langer significant Kerkpraktijk en interactie-effect blijven positief effect behouden
Resultaten logistische regressie Soort vereniging Van welk soort vereniging worden kerkse gelovigen lid? 1.Religieuze organisaties 2.Socio-culturele organisaties 3.Politieke organisaties Veel minder vaak lid van een sportvereniging (zelfs controlerend voor leeftijd)
Kerkpraktijk en vrijwilligerswerk Kerkse gelovigen vaker vrijwilligers- werk
Besluit Invloed levensbeschouwing op maatschappelijke participatie stijgt nog doorheen de tijd: kleinere maar actievere groep Krachtig spill-over effect blijft: kerkse gelovigen ook actiever in niet-religieuze organisaties Professioneel kerkmodel vrijwilligersgemeenschap Te onderzoeken: effect van andere levensbeschouwingen (kleinere aantallen)