Encyclopedie van de criminologische wetenschappen Herhaling en studietips Evaluatie Dinsdag 3 december H00 Auditorium NB I
Doelstellingen Waar zijn de bronnen voor de studie van de criminologie te vinden? (= kennis) Hoe hoort men met deze bronnen om te gaan? (= vaardigheid)
Hoofdstuk 1 Wetgeving
De verschillende fasen van het ontstaan van een wet kennen Het verschil tussen officiële en officieuze publicaties kunnen uitleggen, en illustreren met voorbeelden Het verschil tussen doorlopende en systematische publicaties kennen, en illustreren met voorbeelden
In grote lijnen de inhoud van een opgegeven titel van een publicatie, een systematische verzameling, een juridisch referentiewerk of geautomatiseerd databestand kunnen toelichten
Hoofdstuk 2 Parlementaire documenten
Alle vindplaatsen van parlementaire documenten en vragen en antwoorden omstandig kunnen toelichten (zowel op regionaal, federaal alls supranationaal vlak)
Hoofdstuk 3 Rechtspraak Hoofdstuk 4 Rechtsleer
De verschillende verwijzingswerken, tijdschriften en andere vindplaatsen van rechtspraak en rechtsleer omstandig kunnen toelichten
Hoofdstuk 5 Criminologische naslagwerken en boeken
Eén bijzonder verklarend woordenboek naar keuze kunnen toelichten (min. 15 regels) Eén encyclopedie naar keuze kunnen toelichten (min. 15 regels) Minimum 3 Nederlandstalige handboeken kunnen toelichten (min. 15 regels) Minimum 3 Franstalige handboeken kunnen toelichten (min. 15 regels) Eén Duitstalig handboek kunnen toelichten (min. 1)
Eén reader naar keuze kunnen toelichten (min. 15 regels) Eén losbladig werk naar keuze kunnen toelichten (min. 15 regels) Eén nieuwsbrief naar keuze omstandig kunnen toelichten (min. 15 regels) De verschillende soorten grijze literatuur kennen en kunnen toelichten
Het opzet van de International Library of Criminology, Criminal Justice and Penology kunnen toelichten Minstens 3 bundels naar keuze uit de collectie kunnen toelichten (min. 15 regels)
Een algemene omschrijving kunnen geven van de bedoeling van handboeken, inleidingen, leerboeken, basismodellen, enz. en van de meest voorkomende inhouden van dergelijke boeken Kunnen aantonen dat handboeken e.d. een product van hun tijd zijn.
Hoofdstuk 6 Tijdschriften
Per land enkele tijdschriften kunnen opsommen Bij een gegeven tijdschrift kunnen vertellen: - in welk land dit wordt uitgegeven - indien aangegeven door welke organisatie het wordt uitgegeven - inhoudelijk kunnen toelichten
Voorbeelden kunnen geven en bespreken van (min. 3): - nieuwsbrieven - sectorgerichte tijdschriften - thematische tijdschriften - vaktijdschriften - referaattijdschriften
Voorbeelden kunnen geven en bespreken van enkele on-line tijdschriften (min. 3)
Hoofdstuk 7 Criminologische databanken
De criteria om de waarde van een databank te meten, kunnen uitleggen De politiële statistische bronnen kennen en kunnen toelichten De gerechtelijke statistische bronnen kennen en kunnen toelichten
De penitentiaire statistische bronnen kennen en kunnen toelichten Kunnen uitleggen wat self report studies en victim surveys zijn Kunnen uitleggen en illustreren wat ‘sociale statistieken’ zijn Internationale databanken kennen, en er de voor- en nadelen van kunnen aangeven
De realisaties en doelstellingen van verschillende organisaties kennen (CGF/PBO, Statistische Cel, NIS,…) De begrippen kennen en kunnen uitleggen: crime index A,B en C gemeenten verschil fenomeenstatistiek en activiteitenstatistiek functionele specialisatie minimale norm repertoriumfiche
Hoofdstuk 8 Ontsluitingsmiddelen Catalogi, naslagwerken, referaattijdschriften
Eén bibliografisch naslagwerk naar keuze kunnen toelichten (min. 15 regels) Kunnen uitelggen wat een ‘citation index’ is, en illustreren aan de hand van één voorbeeld Kunnen uitleggen wat de voor- en nadelen van referaattijdschriften zijn, en illustreren a.d.h.v. minimum 3 voorbeelden
Hoofdstuk 9 Navigeren op het Internet
Alle Internet-termen (Engels of Nederlands) begrijpen en kunnen uitleggen Het onderscheid tussen push- en pullmodellen kennen De geschiedenis van het Internet kunnen schetsen Voor- en nadelen van het Internet kunnen opnoemen
Enkele ethische aspecten van het Internet kunnen bespreken De verschillende stappen van het navigatieplan kennen en kunnen beschrijven Oplossingen of remedies kunnen aanbieden bij zoekproblemen Weten hoe men Internet-informatie moet evalueren
De verschillende zoekinstrumenten kennen, en hun mogelijkheden en begrenzingen kunnen beschrijven Een criminologisch relevante website kunnen toelichten
Hoofdstuk 10 Vindplaatsen: Archieven, bibliotheken en documentatiecentra
Op basis van een opgegeven (criminologisch) thema, een opsomming kunnen geven van de meest relevante bibliotheken of documentatiecentra (3), met een korte toelichting en/of hiërarchie. De vijf politiek-maatschappelijke archieven kennen en kunnen toelichten
Hoofdstuk 11 Het redigeren van wetenschappelijke teksten
De doelstellingen van de eindverhandeling kennen De belangrijkste evaluatiecriteria kennen
Hoofdstuk 12 Citeren, refereren en plagiëren
Elk van de twee besproken systemen kunnen toepassen De regels voor het citeren en parafraseren kennen Kunnen refereren naar krantenartikels, Internetbronnen, mondelinge informatie, audio-visuele bronnen, enz...
Praktische oefeningen Bibliografie: Indienen ten laatste vrijdag 28 februari 2003
Assistent (vanaf 1 januari 2003) Mevr. Derkje VAN DER ELST Lokaal Telefoon:09/ Spreekuur: Zie ad valvas
Evaluatie Examen:60% –schriftelijk Praktische oefeningen: 40% –aanwezigheid –stiptheid –kwaliteit
Het schriftelijk examen Studentenkaart en ID-kaart meebrengen Géén open boek
Vragen?
Evaluatie-formulier