Papaver somniferum L. Papaver somniferum L. Slaapbol, papaver, maankop Papaveraceae
Papaver somniferum L. Voorkomen: Geteeld voor de productie van opium: Indië, Afganistan, China… Geteeld voor de zaden en de extractie van alkaloïden, zonder de tussenstap van opium: Europa, VS. Inhoudsstoffen: Opium: de gedroogde latex die verkregen wordt door insnijding in de onrijpe vruchtddoos. Deze bevat op zijn minst 10% morfine en 2% codeïne wanneer de stof gedroogd wordt bij 100 à 105°C.
Papaver somniferum L. Inhoudsstoffen: De actieve bestanddelen zijn alkaloiden: Morfinan alkaloiden: morfine (10-20% in opium) 5 assymetrische centra, enkel natuurlijk voorkomend enantiomeer 5R, 6S, 9R, 13S, 14R is actief C-3 en C-6 OH kunnen veresterd of veretherd worden: natuurlijke derivaten codeine (2.5 - 5%) en thebaine (< 1%)
Papaver somniferum L. Morfinan alkaloiden (vervolg): verestering of verethering van C-3 vermindert analgetische act C-6 OH is niet strict noodzklk N-substituent vervagen door klein alkylradikaal (ipv methyl) => volledige of partiele antagonist OH op C-14 => sterker analgetisch
Papaver somniferum L. Andere alkaloiden: noscapine = narcotine (2-10 %)
Farmacologische eign Opium: Morfine voor extractie van alkaloiden galenisch: opium poeder en opium extract voor bereiding opiumtinctuur (Sydenham’s laudanum, diacodesiroop) = paregoricum, symptomatische behandeling van diarree Morfine door sterke reversiebele binding aan specifieke receptoren act thv CZS analgetisch effect: verminderd de pijntransmissie (nociceptie) en verhoogt pijndrempel
Farmacologische eign Morfine act thv CZS (vervolg) analgetisch effect (vervolg): onverschillig voor pijn is een agonist die de activiteit van endorfines op de presynaptsche receptoren nabootst => neurotransmitter substantie P wordt geïnhibeerd afhankelijkheid doordat aantal receptoren verhoogt = tolerantie, bij stoppen abstinentieverschijnselen: rhinorrhoea (lopende neus), zweten, traanvloed, agitatie, pijn, angst, diarree, naussea respiratoire effecten: depressie van de respiratoire centra = bradypnoe en onregelmatig ademhalingsritme andere centrale effecten: onderdrukt hoestcentrum; veroorzaakt miosis; stimuleerd braakcentrum
Farmacologische eign Morfine (vervolg) Gebruik: perifere act: braken, en door invloed op gladde spiercellen (daling tonus longitudonale vezels, stijging tonus sfinktervezels) aanslepende constipatie, urineretentie Gebruik: slechts klein deel geextraheerde morfine als dusdanig, rest voor semisynthese als sterk analgeticum bij acute persisterende pijnen en kankerpijnen, indien andere analgetica falen. Ook bij posttraumatische en postoperatieve pijn, bij nier en galkolieken oraal via elixirs of parenteraal (morfinepompjes)
Farmacologische eign Morfine (vervolg) Contra-indicaties: respiratoire insufficientie, abdominale symptomen, hepatocellulaire insufficientie, alcoholintoxicatie, behandeling met MOA inhibitoren, niet bij kinderen, lever- en nierinsufficientie, ouderen en zwangere vrouwen bijwerkingen: constipatie, naussea en overgeven, neurologische en psychische storingen
Farmacologische eign Codeine analgeticum met zelfde werkingsmechanisme als morfine maar minder potent, meestal in combinatie met acetylsalicylzuur of paracetamol (nu voorschriftplichtig !), klein risico op afhankelijkheid antitussivum, met lichte depressie vh ademhalingscentrum, lichte bronchoconstrictie, daling in secreties, vrijstelling van histamine gebruikt voor niet productieve hoest misbruikt door heroine verslaafden contra-indicatie: astma, zwangerschap bijwerkingen: duizeligheid, constipatie, allergische reacties
Farmacologische eign Noscapine niet afgeleid van morfinan en veroorzaakt geen verslaving specifiek antitussivum zonder analgetisch effect en veroorzaakt ook geen respiratoire depressie vb Nosca Mereprine, Noscaflex, Noscaflex expectorans, Rosils (pastilles)
Semi-synthetische derivaten Ethylmorfine (=Codethyline)= 3-ethylether van morfine: antitussivum, zie codeine
Semi-synthetische derivaten Folcodine = 3-morfolinylethyl-morfine: hoestremmer zoals codeine en ethylmorfine. Verlengde werking, innduceerd geen afhankelijkheid Dihydrocodeine: symptomatische behandeling van pijn en antitussivum Nalorfine: opiaatantagonist, morfine kan niet meer binden op receptor => gaat respiratoire depressie tegen
Semi-synthetische derivaten Naltrexone= zuivere agonist met zeer hoge affiniteit => andere opiaten kunnen niet meer binden = gebruikt als substitutiemiddel bij verslaafden
Semi-synthetische derivaten Naloxone = zuivere antagonist, doet effect van heroine teniet, gaat respiratoire depressie bij intoxicatie wordt ook toegevoegd aan pentazocine tabletten (verhinderd misbruik door injectie) Buprenorfine = agonist-antagonist, bindt reversiebel op de receptoren waardoor verlangen naar drug geminimaliseerd wordt
Farmaceutische specialiteiten Antitussiva Acetylcodone (acetyldigydrocodeine) Actifed, Bromophar, Bronchodine, Bronchosedal codeine, Eulyptan, Glottyl, Toularynx (alle codeine) Paracodine (dihydrocodeine) Codethyline (ethylmorfine) Biocodone (hydrocodon) Acedicon (Thebbacon) Broncal, Bronchalene, Broncho-Pectoralis, Clarix, Folcodex (folcodine)
Farmaceutische specialiteiten Narcotische analgetica Codicontin (dihydrocodeine) Kapanol, Morphine HCL, Morphiphar, MS Contin, MS Direct, Skenan, Stellorphinad, Stellorphine (alle morfine)