Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Trends in gezondheidsklachten en gezondheidsgedrag van jongeren Resultaten van de studie Jongeren en gezondheid Lea Maes en Anne Hublet Vakgroep Maatschappelijke.
Advertisements

KWALITEITSZORG november 2012
Wat was toen het grootste het grootste probleem van de van de FOD?
Astrid Etman (Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg)
Rijden en epilepsie Eric Schmedding.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Chlamydia trachomatis tijdens de zwangerschap: risicoselectie en attitudes van verloskundigen Monique Pereboom Msc, Department of Midwifery Science, AVAG.
Centrum voor Medische Genetica Diensthoofd prof. dr. A. De Paepe
Niels Chavannes MD PhD Associate Professor
MASTERPROJECT M1 · Groep Equilibrium Marieke Steenbeeke Rick van Veghel Tim de Veen MASTERPROJECT M1 ZERO ENERGY BUILDING Previous weeks · Zero.
Confidential & Proprietary Copyright © 2007 The Nielsen Company INNOVATIE Tracking Februari 2007.
HRQoL assessment in Children with Asthma
Diversiteit Social Issue Diversiteit Business Issue Multicultureel Vakmanschap Hans van den Bergh MPA Gekleurde plafonds
Een kind met een afwijkend hematologisch resultaat: problematiek van referentiewaarden VAKB 8 feb 2012 Jan Van Den Bossche ZNA Middelheim.
Medicamenteuze behandeling van Fibromyalgie
Diabetes Project Vlaanderen module diabetespas
CFRD Harold de Valk Ferdinand Teding van Berkhout
F. Mol, W.M. Ankum, B.W. Mol, F. van der Veen, P.J. Hajenius Incidentie van EUG en Chlamydia trachomatis infectie in Nederland.
Ontwikkelingen op gebied van behandeling tractus digestivus bloedingen
28 januari 2009 Auditieve mogelijkheden en taalontwikkeling bij kinderen met CI op de langere termijn Margreet Langereis Anneke Vermeulen.
VIERDE NATIONALE HARTFALEN SYMPOSIUM. TOPICS BRAIN NATRIURETISCH PEPTIDE (pro-BNP) DIAGNOSTIEK MONITORING ICD’S EN BIVENTRICULAIRE PACING PLOTSE DOOD.
Klinische les *** Ondervoeding op de polikliniek en dagbehandeling
Gepresenteerd door Melissa Billiau o.l.v.: Dr. F. Martens P. Dedeckere 1.
geneesmiddel geïnduceerde morbiditeit en mortaliteit
aripiprazol & negatieve symptomen bij schizofrenie
Moet levodopa-behandeling zo lang mogelijk uitgesteld worden in de ziekte van Parkinson? Zijn agonisten beter in het vroege stadium? Is levodopa neurotoxisch?
Date of download: 2/21/2013 Copyright © 2012 American Medical Association. All rights reserved. From: Association of Hydroxyethyl Starch Administration.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Urine Incontinentie bij de vrouw, hoe pakken we dit aan in de kliniek?
RPS K. Everaert UROFLOWMETRIE Normal pattern.
De oude patiënt: operatie of verband
Aripiprazol additie om overgewicht als bijwerking van olanzapine gebruik tegen te gaan Marlijn Vermeiden.
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
Trends in gezondheidsklachten en gezondheidsgedrag van jongeren Resultaten van de studie Jongeren en gezondheid Lea Maes en Anne Hublet Vakgroep Maatschappelijke.
Enuresis Nocturna Dr. H. Plancke I-podium 10.
The new Imelda rea-concept for Out of Hospital Cardiac arrest
Evelyne Louis Cluster oncologie
Essentiële tremor Behandeling
Therapie bij Bells’palsy
Dotteren bij Vaatspasmen na SAB
CAT Véronique Hornikx.
in de eerste 2 weken na een herseninfarct ?
We zien poliklinisch veel patiënten met lage rugpijn, met of zonder uitstraling naar een been. Indien er geen operatie-indicatie is, overwegen we soms.
CPP bij kinderen Chapter 8. Cerebral perfusion pressure. Ped Crit Care Med 2003; 4 (suppl): S Downard et al. Relationship of cerebral perfusion pressure.
CAT: Phystrac bij CTS Julie Staals Sept 2007.
Behandeling van sinustrombose
Behandeling carpale tunnel syndroom
Inger Plaisier Marjolein Broese van Groenou Saskia Keuzenkamp
Obesitas & Schouderdystocie
16.00 uur: Adhesiepreventie
Zin en onzin van een intra-operatief cholangiogram
Cijfers Zorg en Gezondheid
Dal-Vessel Study design Dubbel-blinde, gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde, parallel-group multicenter FMD/ABPM studie in patiënten met CHD of risico.
SHIFT substudies Effect van ivabradine op LV remodeling en ‘quality of life’ bij hartfalenpatiënten Augustus 2011.
Titel Spreker Datalekken in Cyberspace Hans Henseler FLITS bijeenkomst NVvIR 13 oktober 2011, Den Haag.
Epidemiologie van druggebruik
UZ Gasthuisberg KULeuven
Ton Lenssen Fysiotherapeut/onderzoeker Afdeling fysiotherapie azM
Dr. A. Breugelmans Diensthoofd Urologie RZ Heilig Hart Leuven
Extra Uteriene Graviditeit
WP 2 – Distribution in breast tissue ISOLATIONHYDROLYSIS Molecular form Aglycones or conjugated? (Gu et al. 2005) EXTRACTION KWANTIFICATION Concentration.
Traumatische reanimatie zinvol?
Uitleg scheikundige begrippen
Behandeling (RA) 1. Langdurend intensief bewegingsprogramma is gunstig voor functionele mogelijkheden en emotioneel welbevinden en niet ongunstig voor.
M2 Pico-CAT (KDO 17 juni 2010) E.A.van Hell 17 juni 2010.
Nieuws in astma en COPD Huib Kerstjens, longarts UMCG
REduce BlAdder CAncer after nephro-uREterectomy: the REBACARE trial
De RE-LY studie in Heerlen Praktische consequenties
Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent
Transcript van de presentatie:

Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent MEDICATIE VOOR LUTS Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Functionele Urologie Universitair ziekenhuis Gent

BLAAS CONTRACTILITEIT TONUS SFINCTERAPPARAAT RPS Everaert K. 1

BLAAS CONTRACTILITEIT BETANECHOL CHLORIDE Muscaran Myocholine Glennwood Ubretid s.c. - p.o. p.o. ZWETEN ROODHEID KRAMPEN DIARREE NAUSEA RPS Everaert K.

BLAAS CONTRACTILITEIT Anticholinergica Oxybutinine: Ditropan, Dridase Tolderodine: Detrusitol, Detrusitol Retard Solufenacine: Vesicare Oxyphencyclimine Imipramine: Tofranyl Spierrelaxantia Flavoxate: Urispas Bijwerkingen: droge mond, constipatie, accomodatie stoornissen, centrale bijwerkingen, glaucoom, carries RPS Everaert K.

Pharmacotherapie: anticholinergica bij de geriatrische patiënt Constipatie fecale impactie Wazig zicht Droge monde carries Cognitieve achteruitgang Aggressie Nevenwerkingen meer frequent, bij lagere dosis, meer uitgesproken en met grotere impact The higher frequency and greater severity of adverse events in this population, even at lower treatment doses, also should carefully be considered when choosing pharmacotherapy The specific considerations that need to be addressed in the elderly are constipation and fecal impaction, particularly in bedridden patients blurred vision, which can lead to falls and other problems social isolation and cognitive impairment, which can lead to acute confusion and could possibly be misdiagnosed as dementia effects on the salivary gland that can cause dry mouth leading to tooth decay Lamy PP. Drugs and Aging. 1991;1:385-404. Mintzer and Burns. J R Soc Med. 2000;93:457-462.

Anticholinergica en potentieel cognitieve achteruitgang Acetylcholine is belangrijke mediator voor korte termijn geheugen Ook andere medicatie kan cognitieve achteruitgang veroorzaken (antihistaminica, antispasmodica, anti-psychotica) Dubbel blind, placebo gecontroleerde crossover studie: placebo, oxybutynine 5 mg en 10 mg (n = 12 gezonde vrijwilligers, leeftijd 65–76) Pleidooi voor tolterodine, solifenacin Drachman DA, et al. Neurobiol Aging. 1980;1:39-43. Katz IR, et al. J Am Geriatr Soc.1998;46:8-13.

Urinaire anticholinergica en cardiaal risico bij patiënten met OAB Retrospectieve cohort analyse 14.638 patiënten met urge incontinentie 65 jaar: mediane leeftijd ~ 79j Resultaten: geen associatie tussen gebruik urinaire anticholinergica en verhoogd risico op ventriculaire arrythmie of plotse dood Wang PS et al. J Am Geriatr Soc. 2002;50:117-124.

Receptor Selectiviteit van anticholinergica Subtype Tolterodine Ki (nM) Oxybutynin Ki (nM) Darifenacin Ki (nM) M1 3.0 2.4 35.0 M2 3.8 6.7 56.0 M3 3.4 0.67 1.2 M4 5.0 2.0 18.0 M5 11.0 9.0 This slide compares receptor selectivity for tolterodine, oxybutynin, and darifenacin, with lower numbers indicating higher selectivity. The non receptor selectivity of tolterodine are clear from these data. Lager cijfer = hogere receptor selectiviteit *fase 3 studies veelbelovend *Adapted from Gillberg et al., 1998; Nilvebrant et al., 1997.

Passieve diffusie over de bloedhersenbarrière Vasculature BBB CNS  Lipofiel,  diffusie  lading/polariteit, binding aan waterstof,  diffusie  Moleculaire afmeting,  diffusie - + Pardridge WM. J Neurochem. 1998;70:1781-92. Habgood MD, et al. Cell Mol Neurobiol. 2000;20:231-52.

Anticholinergica: passage door bloedhersenbarrière Vasculature BBB CNS High lipophilicity, neutral, relatively “small” molecular structure Oxybutynin Low lipophilicity, charged, relatively bulky molecular structure + Tolterodine/active metabolite + + + + + + + + Trospium chloride Highly polar + + + + + + + + + + + + + + + Dimpfel W. J Urol 2000;163(4):226 abstract.

Receptor/orgaan Selectiviteit van anticholinergica Solufenacin (Vesicare): M 2-3 selectiviteit (x 2 vs oxy, x 4 vs tolter, << darif) blaas versus speekselklieren (3 x hoger vs alle andere) selectiviteit bij dier en mens (phase 2-3) - Bij dieren geen centrale symptomen tot 3 mg/kg This slide compares receptor selectivity for tolterodine, oxybutynin, and darifenacin, with lower numbers indicating higher selectivity. The non receptor selectivity of tolterodine are clear from these data.

Oxybutinine TDS Darifenacine Trospium chloride Kentera (UCB) Minder bijwerkingen door minder N-deoxymetabolieten Klinische studies minder spectaculair Sinds kort op de markt in België Darifenacine Emselex (Novartis), uitgesproken receptorspecifiek Trospium chloride Regurin (Madaus), orgaanspecifiek, goedkoop!!!!

Biologische neuromodulatie Vanilloieden: Capsaicine, Resiniferatoxine (RTX) Via vanilloied receptoren op C-vezels neurogene OAB en Blaaspijn blokkeren, werkt niet voor idiopatische OAB. Via vanilloied recepto Conotoxine (uit slakken) Blokkeert nicotine receptoren = sfincter paralyse Botuline toxine: Botox, Disport Blokkeert niet enkel Ac Col maar ook norepinephrine, ATP, sub P, CGRP, ATP, NO, glutamaat release Vandaar effect bij idiop OAB, hyperreflexie en IC RPS Everaert K.

Publicaties bij neurogene blaas BT-A for treating detrusor hyperreflexia in spinal cord injured patients: a new alternative to anticholinergic drugs? Preliminary results. Schurch B, Stöhrer M, Kramer G, Schmid D, Gaul G, Hauri D. J Urol 2000;164:692-7. BT is a safe and effective treatment for neurogenic urinary incontinence: results from a randomised, placebo controlled study. Schurch b, de Sèze M, Denys P, Chartier Kastler E, Haab F, Everaert K, Plante P, Perrouin-Verbe B, Kumar C, Fraczek S, Brin M. J Urol 2005; 174(1):196-200. Trial with non-neurogenic patients under study

Reduction in number of UI episodes compared to baseline (%) Results: UI Episodes * † *† *† † † † Reduction in number of UI episodes compared to baseline (%) † *p<0.05 for differences between BTX (BOTOX®) group and placebo †p<0.05 for difference within-group changes from baseline

Results: Urodynamics – MCC 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† Mean increase in MCC from baseline (ml) * *p<0.05 for within-group changes from baseline †p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups versus placebo

Results: Urodynamics – MDP 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† Mean reduction in MDP (cmH2O) *† *p<0.05 for within-group changes from baseline †p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups versus placebo

Results: Quality of Life 300 U BTX 200 U BTX Placebo *† *† *† *† *† *† *† *† *† Increase in Total I-QoL Score from baseline (%) *† Week 2 Week 6 Week 12 Week 18 Week 24 *p<0.05 for pairwise contrasts between BTX (BOTOX®) groups and placebo †p≤0.002 for within-group differences from baseline

Solifenacin Effect on Incontinence, Urgency and Volume Voided Incontinence/24 hr Urgency/24 hr Volume voided/micturition 50 4 40 *** *** 3 *** *** 30 Mean decrease in numbers 2 *** Mean increase (ml) ** ** 20 1 10 Baseline 2.7 2.7 2.6 2.3 5.3 5.8 5.8 5.4 144 150 147 147 This slide shows results for the other efficacy parameters. Placebo Solifenacin 5 mg Solifenacin 10 mg Tolterodine 2 mg bd P Values: * <0.05 ** <0.01 *** < 0.001 Chapple et al BJU 2004 93;303-310

Publicaties niet neurogeen? 10-tal rapporten geen duidelijkheid over dosis (wellicht 50-150 units Botox of 250 units Disport), injectieplaats, aantal injecties, veiligheid geen bewijs van veiligheid: risico op urine retentie is reëel, cave: bejaarden antidepressiva Parkinson, hernia, latente MS BPH, prolaps kan onder lokale anesthesie en poliklinisch maakt van een niet neurogene blaas een neurogene blaas

TONUS SFINCTERAPPARAAT  EPHEDRINE, PSEUDO EPHEDRINE, NOREPHIDRINE, … PHENYLPROPANOLAMINE : IMIPRAMINE : DULOXETINE  Clarinase Cirrus ...  Tofranyl Yentreve RPS Everaert K.

Tonus sfincter apparaat Alfa receptor blokkers: Omic, Hytrin, Xatral Bijwerkingen: hypotensie, sufheid, orthostatisme Baclofen (Lioresal), benzodiazepines (Valium) Bijwerkingen: veralgemeende spierzwakte, sufheid Botuline toxine in de sfincter: 3-4 maand effect zelden SI effect op mictie en pijn klachten    RPS Everaert K.

OESTROGENEN OESTROGENEN EBM: geen effect! P.O. TRANSDERMAAL VAGINAAL RPS Everaert K. OESTROGENEN OESTROGENEN EBM: geen effect! P.O. TRANSDERMAAL VAGINAAL P.O. TRANSDERMAAL VAGINAAL Aacifemine, Premazin Extraderm, Systen, Oestrogel Aacifemine, Premazin Extraderm, Systen, Oestrogel TONUS BEKKENBODEM SLIJMVLIES VAGINA EN BLAAS BLAASPRIKKELING TONUS BEKKENBODEM SLIJMVLIES VAGINA EN BLAAS BLAASPRIKKELING

Antidepressiva  TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA: imipramine anticholinerg betamimetisch alfamimetisch centraal effect? antidiuretisch? Bijw: droge mond, constipatie, orthostatisme, cardiotoxicicteit SSRI: duloxetine verhoogt sfinctertonus (centraal) bewezen effect op OAB (centraal) Bijw: nausea, seksuele dysfunctie  RPS Everaert K.

Urgency, pijn, inflammatie bij interstitiële cystitis DMSO (25-50%): lokaal anti-inflammatoir pijnlijk vergt instillatie stinkt vreselijk berust op empirie Redomex (diffucaps 25-75 mg/d) RPS Everaert K.

NOCTURIE – desmopressine meta-analyse Bewezen vermindering nocturie, nachtelijke polyurie en verbetering QOL Risico hyponatriëmie: 7.6% (3-20%) - korte follow-up! - cardiale, renale co-morbiditeit exclusie - geen andere medicatie die hyponatriëmie kan veroorzaken Voorzichtigheid en monitoring aangewezen monitoring!!: bloedanalyse dag 3 en 7 Minirin (1-4 puffs bij slapengaan), Desmopressine Ferring (1-2 pillen 1 uur voor slapengaan) The elderly adult takes an average of 5 medications (not including vitamins) One study found that 10 of the top 25 prescribed drugs in the elderly had some anticholinergic properties Possible drug effects to consider are those that may cause symptoms that mimic those of OAB, from medications including diuretics and the antihypertensives. Treatment schedules can be manipulated to minimize possible complications between OAB therapies and these medications that also effect filling and voiding Other considerations include: effects from the acetylcholinesterase inhibitors, that primarily act on M1 receptors within the brain, but their effects on the micturition axis are unknown. anticholinergic adverse effects of medications, eg, the antidepressants, antihistamines, antipsychotics, and over‑the‑counter sleep aids like Tylenol PM® (acetaminophen and diphenhydramine). These effects may be augmented by the addition of an antimuscarinic agent. Thus, regimen’s must be scrutinized for potential interactions. Weatherall M. J Neurourol Urodyn 2004;23:302-305.

Reductie in nocturie episodes bij behandeling met solifenacin Solifenacin Exposure Time (weeks) Median baseline = 1.7 episodes/day Median Change (%) -50% This slide shows the median change in nocturia episodes over 52 weeks for all patients on solifenacin. It shows that the effect of solifenacin on nocturia is maintained during long term therapy. Yamanouchi Data on File

Complete Remissie* van nocturie bij behandeling met solifenacine 23.5% Percent This slide shows those who were defined as having complete remission of their nocturia symptoms at 52 weeks For nocturia, a subject in remission is defined as one who had at least one episode of nocturia at baseline but no episodes of nocturia during the specified on-treatment diary period. Solifenacin Exposure Time (weeks) *For nocturia, a subject in remission is defined as one who had at least one episode of nocturia at baseline but no episodes of nocturia during the specified on-treatment diary period. Yamanouchi Data on File