Populaties.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Voeding Ons dagelijks eten is een van de belangrijkste energie bronnen van het lichaam, Maar ook een van de belangrijkste bronnen van ziekte.
Advertisements

Kwetsbaarheid bij ouderen frailty
Evenwicht i n het tropisch regenwoud? Theorie en achtergronden
Overleven bij de Steenuil Inzichten vanuit de populatiedynamica
1 Neemt de kennis van onze studenten toe? Een analyse van de kennisgroei op basis van VGT scores Marieke van Onna & Samantha Bouwmeester.
Het vergelijken van twee populatiegemiddelden: Student’s t-toets
Ecologie VWO 5.
FOD Volksgezondheid, Veiligheid vd Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-General Leefmilieu 1 Selectie Potentiële Habitatrichtlijngebieden in BNZ  De.
Hoofdstuk 1. Chemie van het leven 2. De cel 3. Genetica 4. Evolutie
Tussentijdse evaluatie
Massa-extincties en macro-evolutie
Past and present status of Primula vulgaris Huds. in an agricultural landscape: evolution of distribution and populational traits.
Gemeenschappen.
Gegevensverwerving en verwerking
Gegevensverwerving en verwerking
Twee-factor Variantie-analyse
Hoofdstuk 3 Gegevens verwerven.
Continue kansverdelingen
De omvang van genetische verarming in bedreigde plantensoorten in Nederland: een praktijkvoorbeeld Cursus Populatiegenetica en Evolutiebiologie 2002.
Hoorcollege 5 Populatiegenetica.
Populaties populatiedichtheid.
Effect modificatie Algemeen principe Bepalen van effect modificatie
Vormen van studie (ontwerp)
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Hoe populaties evolueren En Hoe rekenen we hieraan
Hardy-Weinberg animatie
Populaties VWO 5.
2.1bevolkingsgroei in modellen
Betrouwbaarheid.
Partiële r² Predictie van y gebaseerd op z alleen
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Voortplanting! Specialisatie Grote huisdieren Les 1: fokken.
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
Heeft de Geefwet effect op fondsenwerving door culturele instellingen ? Onze eerste assumpties 25/09/2014 Saskia Franssen
Basisstof 1: De evolutietheorie
413 – ECOLOGIE.
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Hoofdstuk 11: Ecostromen
Methoden & Technieken van Onderzoek
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
ECOLOGIE.
TirPrs06: Wachttijdtheorie & simulatietechniek
Lastenverlichting op arbeid: geen gratis lunch Paul de Beer UvA-AIAS & De Burcht.
Sterfte van daklozen in Rotterdam Wilma Nusselder, Marcel Slockers, Ed van Beeck Erasmus MC, instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg CEPHIR seminar.
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Ecologie Thema1.
ECOLOGIE.
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
De ultieme flexicurity tool? Deeltijd-WW Dimitris Pavlopoulos (VU) Katja Chkalova (CBS en UvA)
Evolutieleer Charles Darwin. Charles Darwin ( )
Examentrainer 1 Inleiding in de biologie ©JasperOut.nl.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Hoofdthema’s in de biologie
VWO 5 Boek: biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Populaties Ecologie 7.4.
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Transcript van de presentatie:

Populaties

Populatie-ecologie Populatie. Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een welbepaalde plaats leven en met elkaar interageren.

Populatie-ecologie Populatie. Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een welbepaalde plaats leven en met elkaar interageren.   Vertoont eigenschappen die we niet aantreffen bij de individuele organismen waaruit ze is samengesteld.

Populatie-ecologie Populatie. Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een welbepaalde plaats leven en met elkaar interageren.   Vertoont eigenschappen die we niet aantreffen bij de individuele organismen waaruit ze is samengesteld. Wordt gekenmerkt door gemeenschappelijk genetisch reservoir en vormt eenheid waarop natuurlijke selectie via veranderingen in allelfrekwenties inwerkt.

Populatie-ecologie Populatie. Groep van individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde tijdstip op een welbepaalde plaats leven en met elkaar interageren.   Vertoont eigenschappen die we niet aantreffen bij de individuele organismen waaruit ze is samengesteld. Wordt gekenmerkt door gemeenschappelijk genetisch reservoir en vormt eenheid waarop natuurlijke selectie via veranderingen in allelfrekwenties inwerkt. Grote belangstelling vanuit toegepaste invalshoeken zoals bosbouw, agronomie, pestcontrole, wildbeheer en natuurbeheer.

Densiteit

Densiteit Begrip ‘populatiegrootte’ heeft enkel betekenis indien grenzen van populatie (of steekproef ervan) bekend zijn. Uitgedrukt als densiteit (= aantal individuen per oppervlakte/volume eenheid).  

Densiteit Begrip ‘populatiegrootte’ heeft enkel betekenis indien grenzen van populatie (of steekproef ervan) bekend zijn. Uitgedrukt als densiteit (= aantal individuen per oppervlakte/volume eenheid).  

Densiteit Densiteitsbepalingen gebeuren meestal aan de hand van random steekproeven (sampling).  

Densiteit Densiteitsbepalingen gebeuren meestal aan de hand van random steekproeven (sampling). Nauwkeurigheid neemt toe met aantal steekproeven (studieplots) en homogeniteit van bemonsterde habi-tat.  

Densiteit Densiteitsbepalingen gebeuren meestal aan de hand van random steekproeven (sampling). Nauwkeurigheid neemt toe met aantal steekproeven (studieplots) en homogeniteit van bemonsterde habi-tat. Merk-hervangst (mark-recapture) binnen afgebakende grenzen van een studiegebied.  

Densiteit

Densiteit Proportie gemerkte (en gevangen) individuen in tweede vangstsessie gelijk aan proportie gemerkte individuen in volledige populatie.  

Densiteit Ngemerkte individuen in vangst 1 x Nindividuen in vangst 2 Proportie gemerkte (en gevangen) individuen in tweede vangstsessie gelijk aan proportie gemerkte individuen in volledige populatie.   Ngemerkte individuen in vangst 1 x Nindividuen in vangst 2 Nhervangsten in vangst 2 Ntot =

Ruimtelijke distributie

Ruimtelijke distributie Geaggregeerde distributie (clumped, patchy). Indivi-duen zijn geconcentreerd in welbepaalde delen van het habitat.  

Ruimtelijke distributie Geaggregeerde distributie (clumped, patchy). Indivi-duen zijn geconcentreerd in welbepaalde delen van het habitat.  

Ruimtelijke distributie Uniforme distributie. Meer gelijkmatige spreiding dan verwacht op basis van willekeurig (random) gebruik.

Ruimtelijke distributie Uniforme distributie. Meer gelijkmatige spreiding dan verwacht op basis van willekeurig (random) gebruik.

Ruimtelijke distributie Willekeurige distributie. Distributie van individuen is niet gerelateerd aan die van andere individuen.

Ruimtelijke distributie Willekeurige distributie. Distributie van individuen is niet gerelateerd aan die van andere individuen.

Abundantie versus distributie

Abundantie versus distributie Kernvraag. Zijn wijdverbreide soorten abundant en hebben zeldzame soorten een kleine verspreiding ? (Herbert Andrewartha en Charles Birch)

Abundantie versus distributie Kernvraag. Zijn wijdverbreide soorten abundant en hebben zeldzame soorten een kleine verspreiding ?

Abundantie versus distributie Hypothesen Zeldzame soorten zijn moeilijker detecteerbaar.

Abundantie versus distributie Hypothesen Zeldzame soorten zijn moeilijker detecteerbaar. Generalisten zijn meer algemeen en wijdverbreid (ecologische populatiemodel).

Abundantie versus distributie Hypothesen Zeldzame soorten zijn moeilijker detecteerbaar. Generalisten zijn meer algemeen en wijdverbreid (ecologische populatiemodel). Minder mobiele soorten bezetten minder habitat- vlekken (lokaal populatiemodel).

parameter schatter 838 ± 341 95% CI 240 – 1591 Abundantie versus distributie mobiliteit parameter schatter 838 ± 341 95% CI 240 – 1591 bezettingsgraad

Habitat selectie

Habitat selectie Habitat selectie. Organismen verkiezen bepaalde compo-nenten van het habitat boven andere.

Habitat selectie Habitat selectie. Organismen verkiezen bepaalde compo-nenten van het habitat boven andere. Kan zowel proximaat als ultimaat (evolutionair) bena-derd worden.

Habitat selectie Habitat selectie. Organismen verkiezen bepaalde compo-nenten van het habitat boven andere. Kan zowel proximaat als ultimaat (evolutionair) bena-derd worden. Ideal free distribution model van S.D. Fretwell (1972).

Habitat selectie

Habitat selectie

Habitat selectie Habitat selectie. Organismen verkiezen bepaalde compo-nenten van het habitat boven andere. Kan zowel proximaat als ultimaat (evolutionair) bena-derd worden. Ideal free distribution model van Steve Fretwell (1972). Ideal despotic distribution model (Fretwell)

Demografie

Demografie Soorten verschillen in de manier waarop energie geïnvesteerd wordt in voortplanting.

Demografie Soorten verschillen in de manier waarop energie geïnvesteerd wordt in voortplanting. Semelpaar. Eénmalige en zeer grote investering.

Demografie Soorten verschillen in de manier waarop energie geïnvesteerd wordt in voortplanting. Semelpaar. Eénmalige en zeer grote investering. Iteropaar. Herhaalde en kleinere investeringen.

Demografie Soorten verschillen in de manier waarop energie geïnvesteerd wordt in voortplanting. Semelpaar. Eénmalige en zeer grote investering. Iteropaar. Herhaalde en kleinere investeringen. Vormt een belangrijk kenmerk van de levensgeschiedenis (life history trait) van organismen.

Demografie r-selectie. Verwijst naar aanwezigheid van levens-kenmerken die bijdragen tot hoge populatiegroei.

Demografie K-selectie. Verwijst naar aanwezigheid van levens-kenmerken die bijdragen tot hoge overleving.

Overleving Mortaliteits- en overlevingsparameters worden weerge-geven in levens- of sterftetabellen (life tables).

Overleving Mortaliteits- en overlevingsparameters worden weerge-geven in levens- of sterftetabellen (life tables). Laat toe de kans te berekenen dat een individu van een welbepaalde cohorte overleeft tot een welbepaalde leeftijd.

Overleving

Overleving

Demografie Mortaliteits- en overlevingsparameters worden weerge-geven in zogenaamde levens- of sterftetabellen (life tables). Laat toe de kans te berekenen dat een individu van een welbepaalde cohorte overleeft tot een welbepaalde leeftijd. Leeftijdsstructuur verwijst naar het aantal en de proportie individuen van elk geslacht in elke leeftijds-categorie.

Demografie

Populatiegroei

Populatiegroei Aangezien geen enkele populatie oneindig in aantal toe-neemt, wordt de groei van populaties blijkbaar gereguleerd.

Populatiegroei Aangezien geen enkele populatie oneindig in aantal toe-neemt, wordt de groei van populaties blijkbaar gereguleerd. Groei of afname in populatiegrootte (per eenheid oppervlakte) is voornamelijk het resultaat van nataliteit (gemiddelde per capita geboorte-ratio) en mortaliteit (gemiddelde per capita sterfte-ratio).

Populatiegroei Aangezien geen enkele populatie oneindig in aantal toe-neemt, wordt de groei van populaties blijkbaar gereguleerd. Groei of afname in populatiegrootte (per eenheid oppervlakte) is voornamelijk het resultaat van nataliteit (gemiddelde per capita geboorte-ratio) en mortaliteit (gemiddelde per capita sterfte-ratio). Om de ratio van ‘verandering’ in populatie-grootte te kennen, is tevens kennis van een tijdsinterval vereist.

Populatiegroei ∆N/∆t = N (b - d)

Populatiegroei ∆N/∆t = N (b - d) De groeiratio op een willekeurig moment in de tijd bedraagt dan: dN/dt = rN

Populatiegroei

Populatiegroei ∆N/∆t = N (b - d) De groeiratio op een willekeurig moment in de tijd bedraagt dan: dN/dt = rN Intrinsieke groeiratio (rmax): maximum ratio waarmee een populatie in aantal kan toenemen onder ideale om-standigheden.

Populatiegroei Factoren zoals predatie, competitie, schaarste aan kritische hulpbronnen, etc. verhinderen een ongelimi-teerde exponentiële toename in populatiegrootte. Draagkracht (K, carrying capacity): maximale populatie-grootte onder gegeven milieuomstandigheden (r = 0).

Populatiegroei Factoren zoals predatie, competitie, schaarste aan kritische hulpbronnen, etc. verhinderen een ongelimi-teerde exponentiële toename in populatiegrootte. Draagkracht (K, carrying capacity): maximale populatie-grootte onder gegeven milieuomstandigheden (r = 0). Logistische vergelijking: dN/dt = rN(K –N)/K

Populatiegroei

Populatiegroei Zowel de exponentiële als logistische groeicurve vormen een sterke oversimplificatie van groeipatronen in natuur-lijke populaties.

Populatiegroei Zowel de exponentiële als logistische groeicurve vormen een sterke oversimplificatie van groeipatronen in natuur-lijke populaties. oscillaties rond K

Populatiegroei Zowel de exponentiële als logistische groeicurve vormen een sterke oversimplificatie van groeipatronen in natuur-lijke populaties. oscillaties rond K time lag modellen

Populatiegroei

Populatiegroei Zowel de exponentiële als logistische groeicurve vormen een sterke oversimplificatie van groeipatronen in natuur-lijke populaties. oscillaties rond K time lag modellen stochastische modellen

Populatiegroei

Populatieregulatie

Populatieregulatie Historische discussies omwille van onduidelijke definiëring van de termen limiterende en regulerende factoren.

Populatieregulatie Historische discussies omwille van onduidelijke definiëring van de termen limiterende en regulerende factoren. Limiterende factor: verandering in gemiddelde of evenwichtsdensiteit.

Populatieregulatie Historische discussies omwille van onduidelijke definiëring van de termen limiterende en regulerende factoren. Limiterende factor: verandering in gemiddelde of evenwichtsdensiteit. Regulerende factor: verhoogde mortaliteit (of verlaagde reproductie) bij toenemende densiteit (proportioneel effect)

Populatieregulatie Historische discussies omwille van onduidelijke definiëring van de termen limiterende en regulerende factoren. Limiterende factor: verandering in gemiddelde of evenwichtsdensiteit. Regulerende factor: verhoogde mortaliteit (of verlaagde reproductie) bij toenemende densiteit (proportioneel effect) Onenigheid omtrent relatieve belang van densiteits-afhankelijke versus -onafhankelijke factoren.

Populatieregulatie predatie, ziekte, competitie, …

Stephens P.A. et al. 1999. Oikos 87: 185-190

Populatiedynamiek

Populatiedynamiek Populatie-ecologen bestuderen de dynamiek van natuur-lijke populaties via key-factor analyse en experimenten.

Populatiedynamiek Populatie-ecologen bestuderen de dynamiek van natuur-lijke populaties via key-factor analyse en experimenten. Key-factor analyse Restrospectieve analyse van jaarlijkse veranderingen in mortaliteit en reproductie via opstellen van levenstabel-len met discrete levensstadia.

Populatiedynamiek

Populatiedynamiek ∑ k = loge(Ns) – loge(Ne)

Populatiedynamiek

Populatiedynamiek

Populatiedynamiek Populatie-ecologen bestuderen de dynamiek van natuur-lijke populaties via key-factor analyse en experimenten. Experimentele studie Identificatie van limiterende factoren en experimentele studie van hun impact op populatie fluctuaties.

Populatiedynamiek D. Spiller & T. Schoener, University of California

Populatiedynamiek

Toegepaste populatie-ecologie

Toegepaste populatie-ecologie Populatie-ecologie levert belangrijke inzichten voor het duurzaam (commercieel) beheer van natuurlijke popula-ties.

Toegepaste populatie-ecologie Populatie-ecologie levert belangrijke inzichten voor het duurzaam (commercieel) beheer van natuurlijke popula-ties. Hoe groot kan yield zijn zonder gevaar voor voortbestaan op lange termijn ?

Toegepaste populatie-ecologie E.S. Russell (1931). Oogstbare gedeelte van visbestand (stock uitgedrukt in gewicht) verhoogt t.g.v. reproductie, immigratie en groei en verlaagt t.g.v. natuurlijke morta-liteit en vangst.

Toegepaste populatie-ecologie E.S. Russell (1931). Oogstbare gedeelte van visbestand (stock uitgedrukt in gewicht) verhoogt t.g.v. reproductie, immigratie en groei en verlaagt t.g.v. natuurlijke morta-liteit en vangst. S2 = S1 + R + G - M - F

Toegepaste populatie-ecologie E.S. Russell (1931). Oogstbare gedeelte van visbestand (stock uitgedrukt in gewicht) verhoogt t.g.v. reproductie, immigratie en groei en verlaagt t.g.v. natuurlijke morta-liteit en vangst. S2 = S1 + R + G - M - F Duurzame bevissing R + G = M + F

Toegepaste populatie-ecologie E.S. Russell (1931). Oogstbare gedeelte van visbestand (stock uitgedrukt in gewicht) verhoogt t.g.v. reproductie, immigratie en groei en verlaagt t.g.v. natuurlijke morta-liteit en vangst. S2 = S1 + R + G - M - F Duurzame bevissing R + G = M + F Na aanvang van bevissing wordt populatiegrootte gere-duceerd waarbij F densiteitsafhankelijk kan gecompen-seerd worden door een hogere R of snellere G of lagere M.

Toegepaste populatie-ecologie Op welk niveau van stabilisatie (R+G=M+F) is F maximaal ?

Toegepaste populatie-ecologie Op welk niveau van stabilisatie (R+G=M+F) is F maximaal ? Sigmoïd-curve theorie: een maximale yield wordt beko-men door een populatie rond de helft van haar draagkracht (K) te houden.

Toegepaste populatie-ecologie dN/dt = rN(K –N)/K

Ruimtelijk gestructureerde populaties

Ruimtelijk gestructureerde populaties Onder natuurlijke omstandigheden komen soorten voor als sets van afzonderlijke, ruimtelijk gescheiden deelpopula-ties.

Ruimtelijk gestructureerde populaties Onder natuurlijke omstandigheden komen soorten voor als sets van afzonderlijke, ruimtelijk gescheiden deelpopula-ties.

Ruimtelijk gestructureerde populaties Onder natuurlijke omstandigheden komen soorten voor als sets van afzonderlijke, ruimtelijk gescheiden deelpopula-ties.

Ruimtelijk gestructureerde populaties Onder natuurlijke omstandigheden komen soorten voor als sets van afzonderlijke, ruimtelijk gescheiden deelpopula-ties. Elke deelpopulatie wordt gekenmerkt door specifieke demografische parameters.

Ruimtelijk gestructureerde populaties Onder natuurlijke omstandigheden komen soorten voor als sets van afzonderlijke, ruimtelijk gescheiden deelpopula-ties. Elke deelpopulatie wordt gekenmerkt door specifieke demografische parameters. Bij metapopulaties heeft ook de uitwisseling van indivi-duen tussen deelpopulaties een belangrijke demografische impact.

Metapopulatie theorie Metapopulaties verwijzen naar ruimtelijk opgedeelde po-pulaties waarvan de dynamiek op twee verschillende niveaus werkt:

Metapopulatie theorie Metapopulaties verwijzen naar ruimtelijk opgedeelde po-pulaties waarvan de dynamiek op twee verschillende niveaus werkt: binnen deelpopulaties: geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.

Metapopulatie theorie Metapopulaties verwijzen naar ruimtelijk opgedeelde po-pulaties waarvan de dynamiek op twee verschillende niveaus werkt: binnen deelpopulaties: geboorte, sterfte, immigratie en emigratie. tussen deelpopulaties: kolonisatie en extinctie.

Metapopulatie theorie

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson).

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson).

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson). Levins’ metapopulatie model beschrijft een oneindig aantal habitatplekken die elk al dan niet een lokale populatie van de beschouwde soort bevatten.

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson). Levins’ metapopulatie model beschrijft een oneindig aantal habitatplekken die elk al dan niet een lokale populatie van de beschouwde soort bevatten.

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson). Levins’ metapopulatie model beschrijft een oneindig aantal habitatplekken die elk al dan niet een lokale populatie van de beschouwde soort bevatten. N=0

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson). Levins’ metapopulatie model beschrijft een oneindig aantal habitatplekken die elk al dan niet een lokale populatie van de beschouwde soort bevatten. N=K

Metapopulatie theorie Metapopulatie theorie werd ontwikkeld op het einde van jaren ’60 ongeveer gelijktijdig met theorie van eiland-biogeografie (MacArthur & Wilson). Levins’ metapopulatie model beschrijft een oneindig aantal habitatplekken die elk al dan niet een lokale populatie van de beschouwde soort bevatten. Laat voorspellingen toe omtrent de proportie bezette habitatvlekken als functie van extinctie en kolonisatie.

Metapopulatie theorie dp/dt = k.p(1 - p) - e.p p = proportie habitatvlekken bezet op tijdstip t e = extinctiekans k = kolonisatiekans

Metapopulatie theorie dp/dt = k.p(1 - p) - e.p dp/dt = (k - e).p.[1 - p/(1 - e/k)]

Metapopulatie theorie dp/dt = k.p(1 - p) - e.p = k.p - k.p² - e.p = k.p - p(k.p) - e.p = (k-e)p - p(k.p) = (k-e)p.1 -((p.k)/k-e) = (k-e)p.1-(p/((k-e)/k)) dp/dt = (k - e).p.[1 - p/(1 - e/k)]

Metapopulatie theorie dp/dt = k.p(1 - p) - e.p = k.p - k.p² - e.p = k.p - p(k.p) - e.p = (k-e)p - p(k.p) = (k-e)p.1 -((p.k)/k-e) = (k-e)p.1-(p/((k-e)/k)) dp/dt = (k - e).p.[1 - p/(1 - e/k)] dN/dt = r.N.[(K- N)/K]

Metapopulatie theorie K = 1 - e/k Tijd Proportie bezette vlekken dp/dt = k.p(1 - p) - e.p = k.p - k.p² - e.p = k.p - p(k.p) - e.p = (k-e)p - p(k.p) = (k-e)p.1 -((p.k)/k-e) = (k-e)p.1-(p/((k-e)/k)) dN/dt = r.N.[(K- N)/K]

Metapopulatie theorie Complexere modellen houden rekening met variatie in vlekgrootte

Metapopulatie theorie Complexere modellen houden rekening met variatie in vlekgrootte vlekkwaliteit

Metapopulatie theorie Complexere modellen houden rekening met variatie in vlekgrootte vlekkwaliteit ruimtelijke configuratie

Metapopulatie theorie Complexere modellen houden rekening met variatie in vlekgrootte vlekkwaliteit ruimtelijke configuratie interne dynamiek

Metapopulatie theorie Aanzienlijke variatie in vlekgrootte of -kwaliteit kan aanleiding geven tot mainland-island metapopulaties of source-sink metapopulaties.

Metapopulatie theorie Mainland-island model: kans op uitsterven van ‘mainland’ populatie wordt zeer klein en alle immigranten zijn ervan afkomstig.

Metapopulatie theorie Mainland-island model: kans op uitsterven van ‘mainland’ populatie wordt zeer klein en alle immigranten zijn ervan afkomstig. Vergelijking: dp/dt = k.(1 - p) - e.p

Metapopulatie theorie Mainland-island model: kans op uitsterven van ‘mainland’ populatie wordt zeer klein en alle immigranten zijn ervan afkomstig. Vergelijking: dp/dt = k.(1 - p) - e.p Evenwicht: p = k/(k + e)

Metapopulatie theorie Source-sink model: habitat wordt ingedeeld in source (hoge kwaliteit, geboortes > sterftes) en sinks (lage kwali-teit, geboortes < sterftes).

Metapopulatie theorie Conclusies voor natuurbehoud

Metapopulatie theorie Conclusies voor natuurbehoud Zowel nood aan bezet als onbezet habitat

Metapopulatie theorie Conclusies voor natuurbehoud Zowel nood aan bezet als onbezet habitat Optimale ruimtelijke structuur is steeds een ‘compromis’

Metapopulatie theorie Conclusies voor natuurbehoud Zowel nood aan bezet als onbezet habitat Optimale ruimtelijke structuur is steeds een ‘compromis’ Nood aan bescherming van source habitat

Metapopulatie theorie Evolutionair-ecologisch

Metapopulatie theorie Evolutionair-ecologisch Wanneer selectiedrukken verschillen tussen sources en sinks zullen individuen uit source populaties gemiddeld een hogere lokale adaptatie vertonen wegens asymme-trische gene flow.

Q. pubescens Q. ilex

Q. pubescens bladverliezend veel voedsel Q. ilex immergroen weinig voedsel

Q. pubescens bladverliezend veel voedsel reproductie hoog SOURCE Q. ilex immergroen weinig voedsel reproductie laag SINK

voedsel Datum Q. pubescens bladverliezend veel voedsel reproductie hoog SOURCE Q. ilex immergroen weinig voedsel reproductie laag SINK Datum voedsel

Corsica voedsel Datum Q. pubescens bladverliezend veel voedsel reproductie hoog SOURCE Q. ilex immergroen weinig voedsel reproductie laag SINK Datum voedsel

zuid Frankrijk geen verschil in legdatum voedsel Datum Q. pubescens bladverliezend veel voedsel reproductie hoog SOURCE Q. ilex immergroen weinig voedsel reproductie laag SINK Datum voedsel