Hoofdstuk 2: Macht en staat

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 3.3.
Advertisements

Wie is de baas in Europa? Workshop Docentendag Maatschappijleer, 31 oktober 2013 Anna van der Vleuten UHD Europese Integratie Institute for Management.
Verlichtingsdenker: vertrouwen in de rede
HET HISTORISCH REFERENTIEKADER
Klassiek compatibilisme
Gekoesterde kwetsbaarheid als professionele deugd
H3 Industralisatie en Ismen.
De tijd van de wereldoorlogen
Politicologie: inleiding in de politieke wetenschappen
Thema: verzorgingsstaat
Hoofdstuk 6 Democratisering
Hoofdstuk 2: Macht en staat
Basiskennis maatschappijleer 2 klas 4
Impact van de dienstenrichtlijn op de sector van de sociale economie Hans De Vriese vzw Kleis.
Het socialisme Paragraaf 7..
De staatsinrichting van Nederland.
Paragraaf 2.5 Sovjetunie.
The managment of innovation
Autisme en intelligentie
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
De Verenigde Staten en hun federale overheid Een wereldmacht in wording § 2.1 & 2.2.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Sektarische praktijken en de gezondheidszorg: een sociologische benadering Olivier Schmitz Onderzoeksinstituut voor gezondheid en maatschappij (UCL) Centrum.
Conflicten en onderhandelingen
Milieurehabilitatie Hoofdstuk 8.
Rechtvaardigheid, conflict en emancipatie
De betekenis van de Vietnam-oorlog voor de Amerikaanse samenleving.
Breuklijn tussen laag- en hooggeschoolden
De staatsinrichting van Nederland.
Persoonlijke Interesses
Hoofdstuk 1 De verantwoordelijkheid van ingenieurs
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
NICOLE, BINTOU, MARYSIA. VWO 3
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 7: Vormen van sociale dwang
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Ongeveer in 850 na Christus ontstond de "Staat van Kiev"
BEDENKINGEN BIJ DE VISIE VAN OUSMANE SY ROND DECENTRALISATIE Jean Bossuyt.
De liberale revolutie in 1848
7.2: Geschiedenis van de verzorgingsstaat
STELLINGENSPEL.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Politieke stromingen De liberalen
De structuur van de economie
§2: politieke stromingen en partijen:
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
9§3 Totalitaire ideeën in de praktijk II Fascisme
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
Economische groei een loffelijk streven, de wortel van alle kwaad of een noodwendigheid?
Opbouw nieuwe programma en mogelijke PTA’s Werkwijze nieuwe methode Doelen : –Leerlingen inleiden in de sociale wetenschappen –Leerlingen onderzoek leren.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Burgers en stoommachines 4.2 De sociale kwestie
Conflicten en onderhandelingen
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Tijd van wereldoorlogen
Hoofdstuk 7: Vormen van sociale dwang
Les politieke stromingen
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
JEUGDzorg - voor wie?.
Bestuursrecht Hoorcollege 1
Democratie en Dictatuur
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Sociale veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Maatschappijwetenschappen
De Hanze in de late middeleeuwen en vandaag
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 2: Macht en staat Macht is een kernbegrip in de politiek, maar wat is macht? Wat is politieke macht? Veel definities: de meest vruchtbare is de interactie definitie: - het feit dat actor A de mogelijkheid heeft om actor B een handeling te laten verrichten die B anders niet zou hebben verricht - (Weber) de mogelijkheid in een sociale relatie om zijn wil op te leggen, ook als er weerstand is

onderscheid tussen macht en gezag (Weber) Gezag:verwijst naar machtsuitoefening die aanvaard wordt, die als legitiem wordt aanzien en die in de praktijk gevolgd wordt Weber onderscheidt 3 vormen (ideaal-types) van gezag: 1. Traditioneel gezag 2. Charismatisch gezag 3. Rationeel-legalistisch gezag

Ruimere definitie van macht: soms is macht veel onzichtbaarder dan men denkt Amartya Sen: soms is het niet altijd duidelijk waarom B iets doet, en of dat dat werkelijk onder invloed is van de macht van A; vormen van ongelijkheid kunnen gelijkgesteld worden met machtsuitoefening; als mensen niet al hun capaciteiten benutten is er sprake van machtsuitoefening of onderdrukking

Steven Lukes (1974) onderscheidt 3 dimensies van macht: 1. Beslissen en bevelen 2. Agenderen (agenda-setting) 3. Macht als ideologische hegemonie Als politieke macht zo ruim wordt gedefinieerd is het duidelijk dat politieke macht niet alleen wordt uitgeoefend door politieke instellingen.

Waarom is er politieke macht (nodig)? Politieke macht wordt vaak gelijkgesteld met de staat, maar dat is lang niet zo geweest Politieke macht is nodig om conflicten te regelen die zich in de samenleving voordoen 3 types van conflicten die geleid hebben tot de ontwikkeling van een politieke autoriteit 1. externe geweld 2. conflicten tussen verschillende groepen in de samenleving 3. conflicten tussen zij die regeren en zij die geregeerd worden

De staat De staat is niet een spontane vorm van politieke macht maar één waarover is nagedacht (G. Burdeau, 1959) De staat is de institutionalisering van de politieke macht Institutionalisering van de politieke macht = proces van machtsoverdracht van een fysieke persoon naar een abstracte instantie , gevolg: blijft voorbestaan

Waarom institutionalisering van de politieke macht? Uit noodzaak De éénmaking van de markten vereist dezelfde regels voor productie en handel en vraagt om een centraal politiek centrum Nood aan veiligheid (sociaal contract) Ontwikkeling van staat ging samen met fenomeen van verstedelijking Nood van de “duur” van de macht Militaire revolutie Vermindering van legitimiteit van andere machtsvormen Industrialisering

De staat volgens Weber Het essentiële kenmerk van de staat is dat hij het monopolie heeft op het legitiem geweld P. Braud: (uitbreiding definitie Weber) de staat heeft het monopolie op sociaal legitieme bevelen (negatieve en positieve kritiek)

Wanneer is er sprake van een staat? J. Lapierre (Le pouvoir politique) Bevolking Territorium Bindende regels Economische productie Gemeenschappelijke code voor communicatie

De band tussen natie en staat: de natie-staat -de staatsgemeenschap en de nationale gemeenschap worden vaak verward of geassocieerd -de natie-staat is een ideaal-type waar de moderne staat, houder van het monopolie op legitiem geweld, aan de natie garandeert dat ze beschikt over een souveraine politieke wil -vaak werd de nationale identiteit echter gecreëerd door staatsvorming: wat kwam eerst, natie of staat -staat heeft een meer juridische en institutionele connotatie gelinkt aan een territorium, en natie een meer morele of culturele of etnische (Hermet et al.)

De evolutie van de voorrechten van de staat In het begin was de staat minimaal: interne en externe veiligheid, recht en rechtspraak en het uitgeven van geld (=liberale visie) De impact van de industriële en politieke revoluties: nieuwe vragen van de bevolking: transport, vorming, onderwijs, de sociale kwestie De rol van WO I: de oorlogseconomie De rol van de Russische revolutie van oktober 1917

5. de fascistische staat: de totalitaire staat 6. De economische crisis van de jaren 30, belang van J. Keynes 7. WO II en het onstaan van de welvaartsstaat (welfare state- Etat providence): -niet meer « hulp aan zij die niet kunnen instaan voor hun onderhoud » maar een verzekeringslogica -compromis tussen werkgevers, werknemers en de staat -inhoud compromis: -aanvaarding van de vrije markeconomie (kapitalisme) -verbetering van de werkomstandigheden moet gebeuren -garantie van de sociale vrede -garantie van samenleving zonder (4 à 5 %) werkloosheid -voorlopige oplossing van het sociale vraagstuk

Het in vraag stellen van de uitgebreide rol van de staat Jaren 70 Rechts: neo-liberalisme Links: mei 68 en politiek ecologisme