Hfdst 5: Politieke participatie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Sociaal kapitaal in de gemeente Medemblik
Advertisements

Ato Harley Pempamsie vzw 5 October 2012
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
ACTIEF OUDER WORDEN? VRIJWILLIGEN! Kathy Louagie Stafmedewerker Vlaamse Ouderenraad.
Koninkrijk Bingo. KONINKRIJK BINGO Wie was de eerste Nederlandse koning? VRAAG.
Plan.be Armoede, vergrijzing en economische context: basiscijfers 1 Uiteenzetting: Michel Englert Adviseur bij het Plan Auteurs:Greet De Vil, Michel Englert,
Hoe belangrijk zijn verkiezingen? Een historische terugblik E. Gerard Lerarendag Vlaams Parlement 28 februari 2014.
Sociaal-economische verschillen in (on)gezond gedrag en de rol van de omgeving: de GLOBE studie FJ van Lenthe, CBM Kamphuis, K Giskes, M Huisman, J Brug,
Vraagstelling Op welke manieren kunnen fans hun eigen invulling geven aan een spel door af te wijken van de norm die de makers aan de game meegeven?
Parlementaire democratie
Parlementaire democratie
QUIZ Katern Politiek.
Hfdst 5: Politieke participatie
Hfdst 5: politieke participatie: deel 3
Hfdst 5: Politieke participatie
Marc Hooghe (University of Leuven) Burgers en de staat Op zoek naar duurzame verhoudingen.
Door Johan Wets. Hoofdstuk 1  Het burgerschap omvat civiele rechten, politieke rechten en sociale rechten  Volwaardig burgerschap: op gelijke wijze.
Levensbeschouwing en maatschappelijke participatie Is levensbeschouwing nog steeds een motiverende factor voor participatie? Sarah Botterman – KULeuven.
In de frontlinie tussen hulp en recht
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
Politiek model easton van dichterbij
Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma ‘Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek’ Conferentie SSL 24-25/02/2011.
Vermelding onderdeel organisatie 1 16 december 2004 Open source software Een hype met een toekomst? Najaarsvergadering NVvIR, Roei- en zeilvereniging “De.
Knelpunten en oplossingen
Leerarrangement 4 Thema Socialisatie.
Samenvatting in beeld van het werkboek Maatschappijleer
Marc Hooghe. Inhoud Wie is Marc Hooghe? Onderzoeksprojecten Publicaties: kenmerken Publicaties Thema’s Artikel: De lege schoolbank. Het Vlaams beleid.
Beeld vd jeugd: Jeugd heeft geen normen en waarden
Paragraaf 5.1 Wie heeft het meeste te zeggen in Nederland?
Politieke besluitvorming De toekomst van de Nederlandse politiek
Versterken van de Democratie: Burgerparticipatie in 2010
Het Europees Parlement: is er nog iemand geïnteresseerd?
Waarom dit literatuuronderzoek?
Politiek.
Deel 3: Politiek in de Griekse stadstaten
Inleiding politieke stromingen
Prof.dr. Micha de Winter Universiteit Utrecht
Echtscheiding en sociaal kapitaal in Vlaanderen Belinda Wijckmans, Maaike Jappens & Jan Van Bavel Interface Demography Vlaanderen Gepeild 2009 Brussel,
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/003] thema: Topical News Lessons: The Onestop Magazine can-do: kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over.
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Analyse maatschappelijk vraagstuk
HOFAM vak Organisatie & Management les 2
School en samenleving Week 5 Het algemeen belang als opvoedingsdoel.
Maatschappijleer Inleiding Waarom maatschappijleer?
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
§2: politieke stromingen en partijen:
Waarom zijn migranten minder vaak lid van een vakbond? Maria Kranendonk en Paul de Beer.
Inleiding Probusclub Schonauwen Huub Vliegen 5 november 2014Pro.
Alliantiemanagement PGM Open, 4 februari 2016 Prof. dr. Ard-Pieter de Man.
Participatie Nieuwe Stijl Schakdeldag 21 juni 2016 Annemieke van Brunschot, VNG Heleen Smit, ministerie IenM Even voorstellen: wie zijn wij? Directie.
VERENIGDE STATEN De weg naar wereldmacht | Het federale bestuur | The Roaring Twenties.
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Burger in vier rollen Burgers als kiezers Burgers als rechtsonderhorige Burgers als klant Burgers als producent van politiek hier situeert zich, onder.
de markt voor 2e hands auto’s “Een Experiment”
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
Meewerken of tegenspreken?
Peiling burgerzin: goed maar ongelijk
Salt & Light Zout & Licht
Regels voor vastleggen van ELVs
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Lode Walgrave Emeritiforum, 30 november 2017
Onze Nieuwe Toekomst Our New Future
Staf Hellemans TST – Tilburg University
Burgerschap binnen VM2: op weg naar een doorlopende leerlijn
VHV 35 jaar – 35 jaar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Democratie en Dictatuur
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Maatschappijwetenschappen
Geen woorden maar daden!? Over het belang van een actieve seniorenraad
Transcript van de presentatie:

Hfdst 5: Politieke participatie “Political participation affords citizens in a democracy an opportunity to communicate information to government officials about their concerns and preferences and to put pressure on them to respond. (Citizens) who wish to take part politically have an array of options: they may express their views directly by communicating with public officials or indirectly by attempting to influence electoral outcomes; they may give time and effort or contribute money; they may work alone or in concert with others, they may be active at the national, state or local level” (handboek p 101) Verba, Lehmann Schlozman & Brady (1995), Van minimaal tot maximaal

Conventionele en niet-conventionele vormen van politieke participatie Conventionele actiemidelen: worden door de overheid of elites zelf georganiseerd. Overheid bepaalt regels van het spel: wie, wanneer en hoe mag participeren Vb bij uitstek: verkiezingen; ook participatie in politieke partijen Niet-conventionele actiemiddelen: vorm wordt bepaald door de participanten zelf Vb bij uitstek: betogingen: manifesteerders bepalen zelf wanneer en hoe ze op straat gaan

Is intensieve politieke participatie positief? In het verleden werd politieke participatie niet altijd even positief beoordeeld - aantasting principes van vert.democratie: ondemocratisch - “overload” (te veel eisen) + conflict tussen eisen Huidige literatuur: Hoge participatie wordt beschouwd als kenmerk van volwaardige en sterke democratie Nu klassiek onderzoek: Gabriel Almond & Sidney Verba (1963): The Civic Culture: tussen loyauteit en actieve participatie

Nadelen van een intensieve politieke participatie: ongelijkheden in participatie zijn bijzonder hardnekkig (weinig verandering sinds jaren 50: laaggeschoolden en vrouwen participeren minder) Zij die meer en zij die minder participeren: hechten belang aan andere thema’s participeren anders zijn lid van andere organisaties Risico dualisering van de samenleving

Dalende politieke participatie? Als hoog participatieniveau basiskenmerk is van sterke democratie, dan is dalende participatie een probleem voor het democratische karakter van een samenleving. (Amerikaanse) burgers zouden tegenwoordig minder interesse hebben in politiek (R. Putnam, Bowling alone, 2000) Voor Europa enkel bewezen wat betreft (1) participatie in politieke partijen en (2) ook opkomst bij verkiezingen = traditionele vormen van politieke participatie (verschuiving?)

Evolutie van deelname aan verkiezingen in Europese staten die gedurende de hele periode democratisch zijn

Evolutie van de gemiddelde deelname aan verkiezingen per decennium in 33 Europese staten tussen 1944 en 2008

Evolutie van lidmaatschap van politieke partijen in geconsolideerde Europese democratieën 2006 = 100 8

Sociale bewegingen en pressiegroepen Definities: -verschil met politieke partijen -verschil tussen sociale bewegingen en pressiegroepen -klassieke versus nieuwe sociale bewegingen Als je als burger in collectief verband wil deelnemen aan de politiek dan kan dat via een politieke partij, maar ook via een sociale beweging of pressiegroep (in België ook drukkingsgroep/ groupe de pression). Beiden verschillen van politieke partijen aan gezien hun doel NIET is DEEL TE NEMEN aan de politieke macht maar wel HET BELEID TE BEINVLOEDEN (positief of negatief) en dit door beleidsbeslissingen te bekomen die conform hun belangen zijn. Het onderscheid tussen wat een sociale beweging si en wat een pressiegroep is is niet altijd even duidelijk. In het algemeen kan men echter stellen dat PRESSIEGROEPEN bijna uitsluitend als doel hebben het beleid te beinvloeden, terwijsl SOCIALE BEWEGINGEN ook een groot aantal andere doelstellingen kunnen hebben, zoals -het beïnvloeden van de publieke opinie -het bevorderen van solidariteit onder de leden -een dienstverlening aan de leden enz. Binnen de groep van sociale bewegingen kan men een onderscheid maken tussen klassieke sociale bewegingen en nieuwe sociale bewegingen: beiden willen invloed oefenen op het beleid en hebben daarnaast meestal nog andere doelstellngen. De klassieke sociale bewegingen zijn historisch gearticuleerd rond conflicten van sociale en economische orde, nl werk en sociale zekerheid. Het gaat om werknemers en werkgeversorganisaties (onderscheid: militanetn en massa-organisaties; dienstensyndicalisme en politiek syndicalisme, band met politieke partijen: graad van onafhankelijkheid; actie- methode: vakbonden van werknemers: staking, betoging, geïnstitutionnaliseerd overleg, tussenkomst bij politieke partijen; vakbonden van werkgevers: perscampagnes, initimidatie, lock oout, juridisch arsenaal). Nieuwe sociale bewegingen: ijvere omtrent nieuwe thema’s, nieuwe actoren (niet zelfde ledenbastand als vakbonden; vaak jong, hooggeschoolde middenklasse) en gebruiken nieuwe methode’s Het geheel van organisaties dat een intermediaire functie vervult tussen burger en politiek noemen we het maatschappelijk middenveld of de civiele maatschappij (sociét civile, civil society) . Dat zijn héél soort diverse organisaties: pure belngenorganisaties, héél ideële organisaties, organisaties met heel groete budgetten, zonder budget, …

2 modellen wat betreft relatie tussen politieke besluitvorming en pressiegroepen: pluralisme en corporatisme PLURALISME (R. Dahl (1961) Who Governs?) Groot aantal onafhankelijke belangen-organisaties geen machtsconcentratie -macht is domeinspecifiek Vb: VSA

CORPORATISME (P. Schmitter/G. Lehmbruch) aantal deelnemers aan overleg wordt beperkt, overheid onderhandelt slecht met enkele grote en belangrijke instellingen voor nieuwkomers moeilijk om door te dringen tot dit domein van politieke besluitvorming vb: België, Nederland, Zweden, Oostenrijk, … Voor – en nadelen pluralisme en corporatisme Recente ontwikkelingen: ontzuiling en nieuwe sociale bewegingen

Belang van sociaal kapitaal Making democracy work (Putam, 1993): actievere regionale regeringen daar waar bevolking actief participeert Sociaal kapitaal (Putnam, 1993): aanwezigheid van netwerken en normen Vertrouwen Netwerken van engagement Wederkerigheid