Een sociale werkelijkheid creëren: Hoofdstuk 5 (p 107): Een sociale werkelijkheid creëren: Organisaties als culturen
Inleidend: 1/4 Wat is cultuur?
Inleidend: 2/4 Wat is cultuur? Ontwikkelingspatroon (chronologisch) - kennis, ideologie, waarden, wetten, dagelijkse rituelen Graad van verfijning (thematisch) - overtuigingen? praktisch handelen? = evaluerend/subjectief/interpretatief
Een eigen manier van leven Inleidend: 3/4 Wat is cultuur? Een eigen manier van leven = descriptief/objectief/zonder verdere interpretatie
Een eigen manier van leven ? Inleidend: 4/4 Organisaties? Een eigen manier van leven ?
1. Cultuur en organisatie: Organisatie als een cultureel fenomeen/stadium/product Organisatie en culturele context Bedrijfsculturen en subculturen
1. Cultuur en organisatie: 1/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: Organisaties: - macro - micro
1. Cultuur en organisatie: 2/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: Samenleving: structuur organisatie(s) Organisatie = cultureel fenomeen vb. werk
1. Cultuur en organisatie: 3/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: Organisatie = Leven vb. werk: - 5/6 dagen/week - 20 km van de woonst - 9u – 17u / shiftensysteem - uniform dragen - …
1. Cultuur en organisatie: 4/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: middel en doel fragmentering en differentiatie, bv. arbeidsindeling integratie: overheid, kerken media, ander instellingen, individuen
1. Cultuur en organisatie: 5/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: moderne samenleving: organisatie centraal traditionele samenleving: gezin centraal
1. Cultuur en organisatie: 6/25 1.1. Organisatie als cultureel fenomeen: industriële samenleving vs. industriële samenlevingEN nationaliteit vs. beroep Belg - Fransman conciërge - landbouwer
1. Cultuur en organisatie: 7/25 1.2. Organisatie en culturele context: organisaties cultuur
1. Cultuur en organisatie: 8/25 1.2. Organisatie en culturele context: Nat. 1 Management 1 Nat. 2 Nat. 4 Management 2 Management 4 Nat. 3 Management 3
1. Cultuur en organisatie: 9/25 1.2. Organisatie en culturele context: Japan = industriële mogendheid organisatie = collectief * afhankelijkheid * gemeensch. verantwoordelijkheid * wederzijdse hulp
1. Cultuur en organisatie: 10/25 1.2. Organisatie en culturele context: Japan gezag: - paternalistisch - traditioneel - respect Murray Sayle: - rijstbouw - samoerai
1. Cultuur en organisatie: 11/25 1.2. Organisatie en culturele context: Rijstbouw: - schaarste land, korte groeiperiode - hele groep aan het werk Samoerai: - in ruil voor voedsel, bescherming verlenen Rijstboeren: werknemers Samoerai: management
1. Cultuur en organisatie: 12/25 1.2. Organisatie en culturele context: Onderlinge dienstbaarheid, respect en afhankelijkheid, volgzaamheid, traditie bv. Bankiers: bereid grote risico’s te nemen
1. Cultuur en organisatie: 13/25 1.2. Organisatie en culturele context: Japanse cultuur overname ideeën maar: - promotiemogelijkheden? relatie ondergeschiktheid – zelfrespect beantwoorden aan culturele voorwaarden schenkt op zich al genoegdoening
1. Cultuur en organisatie: 14/25 1.2. Organisatie en culturele context: Westerse cultuur: - wedijver, individualisme - winnaar zijn - spel zo goed mogelijk spelen
1. Cultuur en organisatie: 15/25 1.2. Organisatie en culturele context: Japans model van organisatie: - veeleisend werk onderdanig uitvoeren - leed met glimlach dragen enkel succesverhalen gaan de ronde
1. Cultuur en organisatie: 16/25 1.2. Organisatie en culturele context: Japans model van organisatie: - verdwijnen - overgaan in Westers model van organiseren?
1. Cultuur en organisatie: 17/25 1.2. Organisatie en culturele context: ouder-kind Amerika: opschepperig en exhibitionistisch onafhankelijkheid en kracht zelfwaarde en zelfgenoegzaamheid organisatie met doorgroeimogelijkheden
1. Cultuur en organisatie: 18/25 1.2. Organisatie en culturele context: positieve bekrachtiging - in bloemetjes zetten, promotie, bonus - plechtige vorm
1. Cultuur en organisatie: 19/25 1.2. Organisatie en culturele context: CULTUUR gevaar: blindstaren op eigen voortreffelijkheid opl: kijken naar andere gedragscodes
1. Cultuur en organisatie: 20/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : Wanneer cultuur? patroon interactie individuen taal beelden en thema’s rituelen ….
1. Cultuur en organisatie: 21/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : cultuur/filosofie: - familie/groep samenwerking - ‘beste zijn’ - …
1. Cultuur en organisatie: 22/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : bedrijf: - samenwerking, beleefdheid, attentie, hulpvaardigheid motto: wij maken vrienden - oppervlakkigheid bij sommige werknemers
1. Cultuur en organisatie: 23/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : oorzaken: - gebeurtenis 10 j. geleden - gedrag president gevolgen: - schijn en werkelijkheid - onderafdeling terug onder moederbedrijf
1. Cultuur en organisatie: 24/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : Aanwijzingen voor een bedrijfscultuur: rituelen machthebbers historische achtergrond
1. Cultuur en organisatie: 25/25 1.3. Organisaties en bedrijfs(sub)culturen : Aanwijzingen voor een tegencultuur: sociale verkeer mozaïek: verschillende groepen in een bedrijf extern gevormde groepen mate van loyaliteit: bv. persoonlijk gewin? vakbonden
2. Een organisatorische werkelijkheid creëren (p 124) Cultuur: regels volgen of ‘enactment’ Organisatie: gemeenschappelijke werkelijkheidsbepaling
2. Organisatorische werkelijkheid creëren: 2.1. Gemeenschappelijke werkelijkheidsbepaling: Harold Garfinkel = enactment: - aangeleerde vanzelfsprekendheid - mbv. ongeschreven regels - regels met toegevoegde waarde - situaties gaan anticiperen = sociale werkelijkheid verinnerlijken
2. Organisatorische werkelijkheid creëren: 2.2. Gemeenschappelijke werkelijkheidsbepaling: organisatie = sociale werkelijkheid = samenleving/cultureel fenomeen [samenleving = hetgeen gemeenschappelijk is] organisatie = delen van gemeenschappelijke waarden [organisatie = bedrijfscultuur] bedrijfscultuur = sociale werkelijkheid
3. Sterke kanten en beperkingen van de cultuurmetafoor
3. Plus- en minpunten van de cultuurmetafoor: cultuurmetafoor = nuttig - symbolische betekenis aanwenden/accentueren - zingeving/normatieve lijm - ontwikkelen nieuwe opvattingen en processen - sociale werkelijkheid - management = enactment - organisatieverandering(en)
3. Plus- en minpunten van de cultuurmetafoor: cultuurmetafoor = minder nuttig - gevaar voor manipulatie en controle door management - metafoor niet altijd hetzelfde als de ervaring die men binnen de cultuur zelf heeft - cultuur is holografisch
Besluit: