Frankrijk - politieke instellingen Algemene opvatting van de staat République une et indivisible: franse taal Laïque démocratique et sociale Geen federalisme - decentralisatie Verhouding van de machten President (zelfstandige bevoegdheden) Parlement: beperkte rol en bevoegdheid (lois); grondwettelijke machtsmiddelen van de regering Regering: residuaire bevoegdheid (décrets) technieken om parlement Beperkte directe democratie (referenda) Formele grondwet: bloc de constitutionnalité Wijziging grondwet Grondwettigheidstoetsing: enkel preventief; Conseil constitutionnel
Frankrijk - Gerechtelijke organisatie Tweedeling van rechtsmachten (Tribunal des conflits) Juridiction judiciaire gerechtelijke piramide Cour de cassation Juridiction administrative Conseil d’Etat Juridische beroepen
Frankrijk - Grondwettelijke waarden Grondrechten 1789: fundamentele vrijheden; gelijkheid voor de wet 1946: sociaal-economische rechten 2005: charte de l’environnement Conseil constitutionnel breidt zijn bevoegdheid uit - hoe zite de CC toe op de gelijkheid ? Geen beroep tot vernietiging, geen prejudiciële procedure, geen grondrechtenklacht
Frankrijk - Rechtsbronnen Positie van de wet als principiële rechtsbron Stijl wetgeving ook declamatoir onvolledige definities Verhouding rechter-wet; stijl rechtspraak - « forme corps avec la loi » - revirements : niet openlijk, dus retro-actief Andere bronnen
Frankrijk - Privaatrecht Algemeen Formele kenmerken van de code Napoléon Inhoudelijke kenmerken: in/buiten handel; enkele basisbegrippen Belangrijkste evoluties in wetg. & rechtspraak; nieuwe « Codes » Familie- en erfrecht Kenmerken napoleontisch recht Evoluties Recht van de burgerlijke maatschappij en kerk Fundamentele vrijheden, positief en negatief Positiefrechtelijk: vele compromissen
Duitsland - Politieke geschiedenis 1 Karolingers (keizerskroning 800 - 919) Ottoonse keizers Dynastieke federatie (oorsprong keurvorstenstelsel) Reichskirchensystem (prinsbisdommen) Salische keizers : investituurstrijd Hohenstaufen Groot interregnum 1254-1273 Keizers uit diverse huizen Habsburgers vanaf 1438 (tot 1806) - Reichsreform 1495: eeuwige rijksvrede, Kreise, Kammergericht, rijksbelasting Reformatie, godsdienstoorlogen, 30-jarige oorlog Westfaalse vredesverdragen 1648
Duitsland - Politieke geschiedenis 2 Westfaalse vredesverdragen 1648 - cuius regio illius et religio Late rijk: confederatie vorstendommen en rijkssteden Rijksdag met 3 Kurien (keurvorsten, rijksadel, rijkssteden) Napoleontische oorlogen 1803 : Reichsdeputationshaupschluss: herverkaveling 1806 : ontbinding / Rijnbond Bevrijdingsoorlogen (Fichte, Reden an die Deutsche Nation) 1815: Duitse Bond (confederatie, vrij verkeer) Streven naar eenmaking Maart 1848 revolutie mislukt Paulskirche 1849: federale grondwet mislukt (75 Professoren, Vaterland …) - Zollverein 1833 meer succes (zonder Oostenrijk)
Duitsland - Politieke geschiedenis 3 Eenmaking Pruisisch-Oostenrijkse oorlog 1866 leidt tot Noordduitse Bond 1866; federaal o.l.v. Pruisen Frans-Duitse oorlog 1870 - uitroeping Tweede keizerrijk Tweede keizerrijk Scheiding der machten op z’n amerikaans: Parlement exclusieve wetgever Keizer, Reichskanzler & regering onafhankelijk van parlement Kulturkampf & sociale wetgeving 1914-1918 WO I - eindigt in opstand en burgeroorlog 1919 Weimar-republiek - Grondwet federaal bestel grondrechten regering verantwoordelijk jegens parlement
Duitsland - Politieke geschiedenis 4 Nationaal-socialisme 1933-1945 - Economische crisis - NSDAP gedijt 1933 Hitler kanselier verkozen - kort nadien noodtoestand uitgeroepen Uitschakeling parlement, deelstaten, kerk, civil society Racistische politiek van verjaging Naar een « nieuwe orde » - dictatuur van het ras (ipv het proletariaat) Oorlogspolitiek / WO II - uitroeiingskampen Bezettingsregime vanaf 1945 4 bezettingszones + gezamenlijk over Duitsland als geheel 2 staten opgericht in 1949 Deutschlandvertrag 1952: quasi soeverein SBZ > DDR Bodenreform / collectiviseringspolitiek Dictatuur socialistische eenheidspartij BRD: deelstaten heringericht; federaal Grundgesetz 1949 Hereniging 1989-1990 (Einigungsvertrag + toetreding: 4 + 2 Verdrag)
Duitsland geschiedenis privaatrecht Middeleeuwen: Van volksrecht naar territorialiteitsbeginsel Gewoonterecht, handelsrecht, rechtspraak, vorstelijke wetten; Sachsenspiegel Rezeption Romeins recht als Kaiserrecht 1495 Reichskammergericht Verhouding ius particulare / ius commune (gemeines Recht) Aktenversenung / Spruchbehörden Resultaat: Usus modernus pandectarum (+ gemeines Sachsenrecht) Andere stromingen strafrecht: constitutio carolina Lijfeigenschap (beperkte) herwaardering germaans recht Iusnaturalisten
Duitse geschiedenis privaatrecht 2 Rationalisatie / eerste codificaties Pruisen Friedrich Wilhelm I: leerplicht, folterverbod, Hypothek & Konkursrecht Frederik II de Grote: hervorming gerecht; rechtsers-ambtenaren; ontwerp van eenmaking en codificatie van het recht Friedrich Wilhelm II: afkondiging Allgemeines Landrecht 1794; nieuw procesrecht Allgemeines Landrecht: I. persoon als individu, II. in sociale verbanden & klassen Oostenrijk: Maria Theresia, Jozef II: codificatiepogingen (ABGB 1811) Napoleontische bezetting: invoering CC in Rijnland, Baden Strijd om codificatie en eenmaking paradox: codificatie of eenmaking ? J. Thibaut t. v. F.C. Savigny v. Savigny’s historische rechtswetenschap: recht groeit, niet gedicteerd; geen monopolie van de wetgever - hoofdrol voor de rehctswetenschap 2 stromingen: romanistische / germanistische Romanistische : alle bronnen nieuw gebruiken (Pandektisten) Germanistische: « germaanse » rechtsfiguren ontwikkelen
Duitse geschiedenis privaatrecht 3 Invloed Pandektisten: de facto geldend recht systeem van abstracte begrippen Interessenjurisprudenz / Freirechtsschule Wetgevende codificatie 1856 Handelsgesetzbuch 1865 Strafprozessordnung 1873 bevoegdheidsoverdracht: 1874 Vorkommission; 1874 Elferkommission; 1890 tweede commissie; parlement 1896; BGB in werking 1900 Privaatrecht na het BGB geen breuk interpretatie door Interessenjurisprudenz creatieve rechtspraak dwingende bijzondere wetgeving NS-Volksgesetzbuch is er nooit gekomen; rechtspraak perverteert BGB Na WO II: Restitutiewetgeving Naturrechtsrenaissance (GG) en Wertungsjuripsrudenz Na hereniging 1990: restitutiewetgeving
Duitse politieke instellingen 5 staatskenmerken: democratie bondsstaat republiek rechtsstaat Sozialstaat Kenmerken Duits federalisme: centripetaal, 2 staatsniveaus; symmetrisch; residuiare bevoegdheid bij deelstaten; Kompetenzkompetenz bij Bond Bevoegdheidsverdeling: geen parallellie Wetgevende bevoegdheden: exclusieve / concurrerende (BRbLR); kaderwetten Uitvoeringsbevoegdheid federale wetten: in beginsel deelstaten (2 types); soms bundeseigen; soms Gemeinschaftsaufgaben Verflechtung en Föderalismusreform Rechterlijke macht: deelstatelijk behalve hoogste rechtscolleges Verhouding tussen de machten parlement: Bundestag / Bundesrat: exclusieve wetgever kanselier en regering: enkel uitvoeringsbevoegdheid (legaliteitsbeginsel) statuut politieke partijen Verhouding tussen de machten in de deelstaten: Homogenitätsgebot Formele grondwet - wijzigbaar 2/3; maar Ewigkeitsgarantie voor Staatsfundamentalnormen Duidelijke normenhiërarchie Internationaal recht: binnen de grenzen van de grondwet
Grondwettigheidstoetsing Abstracte normencontrole (vernietiging): beperkte toegang Concrete normencontrole (prejudicieel) Verfassungsbeschwerde (weerstandsrecht)
Gerechtelijke organisatie
Grondrechten Art. I GG 1: onaantastbaarheid van de menselijke waardigheid 2: grondrechten basis van de gemeenschapsordening 3: negatieve en positieve staatsplicht Art. 2 tot 19 GG catalogus van grondrechten beperkingen telkens apart nauwkeurig aangegeven Art. 6 GG Bescherming van huwelijk en gezin Staatszielbestimmungen - Gesetzgebungsauftrag Nader over de Verfassungsbeschwerde