Be 17-03 Indelingen kosten
vier manieren naar je kosten te kijken Inkoop/ exploitatiekosten Inkoopkosten = grondstoffen/ producten Exploitatiekosten= huur, rente, personeel, afschrijvingen
Mkb Gemengde bedrijven banketbakkerijen Netto-omzet 100 -/- Inkoopwaarde 31,2 31,5 Brutowinst 68,8 68,5 -/- Totale kosten 53,7 52,4 Bedrijfsresultaat 29,5 27,8 - personeelskosten * 1,7 1,5 - rente v.v. 6,1 4,4 - afschrijvingen 16,4 18,7 15,1 16,1
/ Gemiddelde netto omzet x gem. bedr. resultaat= inkomen ondernemer
2. Zeven kostensoorten kosten van het vermogen in de vorm van rente (Vreemd en Eigen Vermogen); kosten van de grond (pacht of huur, niet bij koop); kosten van diensten van derden (schoonmaak, reclame); kosten van de belastingen; kosten van goederen (inkoop en voorraad); kosten van menselijke arbeid (salaris); kosten van duurzame bedrijfsmiddelen (onderhoud van bedrijfsmiddelen en afschrijvingen)
3. constante/variabele kosten Constante kosten= blijven over het gehele jaar gelijk Variabele kosten= fluctueren>>>omzet afhankelijk
4. Directe / indirecte kosten Directe kn= direct verband met het product (inkoop) Indirecte kn= geen verband met het product ( energiekosten)
opgave 1 A. exploitatiekosten B. kosten van grond (duurzame bedrijfsmiddelen is fout, je schrijft er niet op af) C. constante kosten D. indirecte kosten
Opgave 2 A. Over grond wordt niet afgeschreven. Grond slijt (in principe) niet. B. Aanschafprijs x rentepercentage = rente op jaarbasis. Dus voor Gerrit betekent dit: € 400.000 x 10 % = € 40.000 C. Onroerend goedbelasting, reinigingsrecht, waterschapsbelasting
Opgave 3 Constantkn= huur winkelpand en afschrijving bedrijfsautos
Opgave 5 De verkoopprijs exclusief btw is: € 1.785/1,21 = € 1.475,21 De inkoopprijs exclusief btw is: € 615,- De winst is: € 1.475,21 - € 615,- = € 860,21
Opgave 70% van € 816.000 = € 571.200.