Stoffen en stofeigenschappen
Een Atoom Is opgebouwd uiteen een kern (+) en elektronen (-). Het aantal protonen in de kern bepaald atoomnummer. Er zijn meer dan 100 soorten. Elk soort heeft een afkorting. Alle atomen staan in het periodiek systeem.
Het periodiek systeem
Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof die de eigenschappen van die stof nog bezit. is opgebouwd uit een of meer atomen. heeft een scheikundige benamingen. Voorbeeld: Water H20 bestaat uit twee waterstof atomen en èèn zuurstof atoom
CH4 C3H7OH C3H8O Moleculen kunnen als volgt weergeven worden: methaan: propanol: C3H7OH C3H8O
Stofeigenschap Aan een stofeigenschap herken je een stof. Deze is dus uniek. Voorbeelden: Smelt/kookpunt Kleur Dichtheid Aantal gram van 1 cm³. Soortelijke weerstand Elektrische geleiding. Soortelijke warmte Energie die nodig is om 1 gram stof 1 °C te verwarmen. Uitzettingscoëfficiënt Aantal mm die een stof van 1m lang en 1mm² bij 1°C verwarming uitzet.
Molecuul model Elke soort heeft zijn eigen soort moleculen. Een opsomming van veronderstellingen Elke soort heeft zijn eigen soort moleculen. De moleculen van een stof bewegen (trillen). Er zit ruimte tussen de moleculen. Moleculen trekken elkaar aan. In een vaste stof bewegen moleculen rond een evenwicht stand (vaste plaats). In een gas bewegen de moleculen vrij door de ruimte. (bewegingsenergie is groter dan kracht om moleculen bij elkaar te houden. Moleculen bewegen sneller als temperatuur toeneemt.
Gevolgen van aantrekkingskracht Moleculen Twee soorten krachten Kracht tussen moleculen van dezelfde soort (Cohesie). Kracht van moleculen van verschillende soort.(Adhesie). De Cohesie krachten bepalen het kookpunt van de vloeistof
Massa De hoeveelheid stof in gram massa (m) in gram (g) Massa kan je op aarde wegen met een weegschaal. Massa is evenredig met volume.
Volume Omvang van hoeveelheid stof Volume (V) in kubieke centimeter (cm³) Volume regelmatig voorwerp: Balk: V = l • b • h Cilinder V = π • r² • h Volume onregelmatig voorwerp: Via onderdompelingmethode voor onregelmatig voorwerp
Dichtheid Verhoudingsgetal tussen massa en volume Aantal gram van één kubieke centimeter stof. Dichtheid is een stofeigenschap. Zie tabel 15 en 16 Binas. Grootheid ρ (RHO) Eenheid g/cm³ of kg/dm³
Formule Tabel 9 van de Binas m = V • ρ ρ = m / V V = m / ρ
Voorbeeld Een klompje goud dompelen we onder in een maatcilinder. Het waterniveau stijgt van 30 mL naar 46 mL. Bereken de massa. Dichtheid is een stofeigenschap Zoek in tabel 15 de dichtheid van goud op.
Berekening m = ? V = 46 mL – 30 mL = 16 mL = 16 cm³ (tabel 2 Binas) ρ = 19,3 g/cm³ (tabel 15/16) m = V • ρ m = 16 cm³ • 19,3 g/cm³ m = 308,8 g